Roofblei ervaringen van 2004
Door Eddy te Mebel
Begin oktober ben ik weer gestopt met het vissen op roofblei. De roofblei is voor mij echt een seizoensvis. In dit artikel wil ik mijn laatste technieken van afgelopen zomer eens uit de doeken doen, samen met een aantal zeer bijzondere ervaringen.
Temperatuursdaling van het water. De bijtlust van elke vissoort is op ieder water verschillend, maar de bijtlust van de roofblei op de IJssel begint begin oktober weer sterk af te nemen. Ik noem hier bewust de IJssel, omdat dit de rivier is waar ik het meest achter de roofblei aan ga. Net als voorgaande jaren waren weer de maanden juli, augustus, september voor mij de topmaanden. Dan kun je er eventueel de twee maanden juni en oktober nog aan toe voegen, afhankelijk van het weer en de watertemperatuur.

Wat mij ook weer opviel deze zomer; hoe hoger de watertemperatuur, hoe harder de roofbleien gingen jagen en des te makkelijker waren ze te vangen. Uiteraard was de bijtlust van onze vrienden snoek en snoekbaars dan weer stukken minder, dus is de vissoortkeuze om op te vissen niet moeilijk. Men noemt de bouwvakvakantie wel eens de komkommertijd voor het vissen, maar voor de roofblei echte topweken (iets om te onthouden). Deze zomer heb ik regelmatig de watertemperatuur gemeten en hieruit kun je dan al snel conclusies trekken. 

Volgens Hein haalde ik hiermee wel 50 a 60 meter. Meestal zijn grote afstanden niet nodig, maar voor degene die geen boot bezitten is dit een aanrader. Vanaf de oever jagen de roofbleien regelmatig net buiten werpbereik en dat is erg vervelend. Gelukkig heb ik dit probleem niet, omdat ik ook bijna altijd vanuit de boot vis.
Als we op een stuk uitgevist zijn met ondiep lopende plugjes, schakelen we over op het wat dieper lopende kunstaas. Hiermee bedoel ik dieptes van ongeveer drie meter.

Voorgaande zomers vingen we bijna alle roofbleien in de oppervlakte, maar het bleek deze zomer dat ze regelmatig geen zin hadden omhoog te komen om de plug op te halen. Het twee-delige shad rapje van Rapala heeft me deze zomer dan ook niet in de steek gelaten. Ook deep runners en tail-dancers van Rapala zijn hiervoor zeer geschikt. Je kunt deze pluggen over de stek werpen, maar ook slepen. Sleep rustig een stek van ongeveer 50 meter eens een aantal keren heen en weer. Je moet ze soms eerst losmaken, net als met snoek.
Als dit niet werkt, doen we nog een poging met nog grotere pluggen.

Roofbleipluggen van 15cm. Je leest het goed, formaat Super Shad Rap!!!! Met pluggen van deze afmetingen kregen we afgelopen zomer regelmatig aanbeten op de roofbleistekken. Om nog maar eens een paar soortgelijke pluggen te noemen: De pike-fighter I van SPRO en de Fat Jack 150 van Kinetic. (zie foto). Deze pluggen had ik enige tijd geleden gekocht voor snoek en toch echt niet voor de roofblei. Maar het blijkt dat ze er toch echt niet bang voor zijn. Meestal zijn het ook nog eens de grotere roofbleien die hier op knallen. Bij de aanbeet voel je aan de klap bijna of het een roofblei is of niet.

Nog een groot voordeel van deze pluggen is dat je tijdens het “roofbleien” ook nog eens een redelijke kans maakt op snoek en snoekbaars.
Ik kan de lezer dan ook aanraden een roofbleistek eerst met klein kunstaas af te vissen en daarna eens met extra groot kunstaas. Gewoon doen, ook al lijkt het wat overdreven, zodra je de eerste vis op groot kunstaas hebt gevangen, heb je er meteen vertrouwen in.
Mijn ervaring zegt dat we de meeste roofbleien tot ongeveer 70cm in de oppervlakte vangen en de vissen vanaf 70cm vangen we met groter kunstaas op grotere diepte.

Roofblei met dood aas. Persoonlijk ben ik niet zo’n dood aas visser, maar wil dit volgend zomer toch eens gaan proberen. Mijn broer Marc heeft het wel eens geprobeerd met een klein dood aasvisje onder de dobber en hiermee een hele grote roofblei gevangen. Het bleek dus meteen al dat dit goed werkte. Op stromende rivieren zal dit waarschijnlijk ook goed werken, want je kunt het visje net onder de oppervlakte mooi met de stroming mee laten drijven. Ik heb trouwens ook al wel eens gezien dat een roofblei met z’n staart zo maar eventjes 3 blankvoorns de lucht in sloeg. Deze voorns tolden echt wel een meter boven het wateroppervlak uit. Dit was mooi en leerzaam om te zien.

Ik kan nog een voorbeeld noemen; afgelopen zomer sloeg ik met een ondiep lopende plug een roofblei mis. Nadat ik gigantisch had misgeslagen was mijn dyneema om de molen geslagen. Dus stond ik mijn lijn te ontwarren, terwijl mijn plug stil lag in de oppervlakte naast de boot. Op het moment dat ik de lijn weer lospeuterde knalde er een roofblei op mijn stil liggende plug. Ik had mijn lijn net op tijd weer ontward op de spoel en wist deze roofblei ook nog eens te vangen. Een leuke maar aparte ervaring. Waarschijnlijk heeft deze roofblei mijn plugje ook voor een dood aasvisje aangezien.

Tot slot Nu de lezer dit leest zit het roofbleiseizoen er weer grotendeels op. Hopelijk kan de lezer iets met mijn ervaringen doen en mocht het dit jaar niet meer willen lukken, dan zal dat zeer zeker volgend seizoen gaan lukken. Het is mij ook nog steeds niet gelukt om in de winter een roofblei te vangen, alhoewel ik best wel eens een sneeuwfoto zou willen hebben van een grote roofblei. Mocht dat ooit nog eens lukken dan is dat zeer zeker op deze site te zien.
Succes.

ADVERTENTIE
ANDEREN LAZEN OOK