image description

Vliegvissen op snoek van begin tot … (5)  Materiaal

Vliegvissen op snoek van begin tot … (5) 

Materiaal  

Door Berthil Bos

In deze aflevering gaat over wat je allemaal nodig hebt bij het vliegvissen op snoek.

Een van de leuke dingen van deze sport is namelijk dat je weinig hoeft mee te nemen. Als je je bekeert tot het vliegvissen is het afgelopen met het zeulen van volgepropte kunstaas, dozen of schouder/ rugtassen. Diverse hengels om de technieken voor de 100% uit te voeren zijn ook niet meer nodig.

En wat te denken van de keus die je moet maken in die berg van kunstaas. Nu kan je ook veel streamers meenemen, maar die hebben heeft een gewicht en afmeting van één flinke swimmbait. Nee, het vliegvissen is een sport voor minimalisten, zonder dat je jezelf tekortdoet.


Minimalistisch, maar alles aanwezig.

Laten we beginnen bij de hengel. Om bijna alle omstandigheden aan te kunnen zou ik kiezen voor een hengel in de klasse #9. Hiermee kan je zowel vanaf de kant als op het grote water goed uit de voeten. De vliegenlijn bepaalt vermogen van de hengel en daarbij bepaald de te gebruiken streamer (gewicht) weer de lijn.

Puristen gebruiken soms diverse hengels, waarbij ik het niet heb over de keuze een tussen een afma 8 of 9, maar een #8 en #10 lijn. Een #9 lijn is dus een goed gemiddelde, waarbij je ook nog moet weten dat je altijd een vliegenstok iets mag overbelasten. Dus wil je door de omstandigheden een # 10 lijn gebruiken op een aftma 9 hengel, dan kan dit doorgaans prima. Andersom is dit minder geschikt, dus een # 8 lijn op een aftma 9 hengel. Hou het vooral in het begin simpel en leer je #9 hengel goed kennen.

Aan dit soort hengels geeft ook een snoekje van 60 centimeter nog leuke sport, terwijl de hengel voldoende kracht heeft om bijna alle omstandigheden de baas te zijn.


Ook dergelijke snoekjes doen het geweldig op een #9 vliegenhengel.
 

De lengte is een beetje afhankelijk van je persoonlijke voorkeur, al bepalen ook de omstandigheden die keuze. De meest universele lengte is 9 voet oftewel 2.70 meter. Moet je grote afstanden werpen dan kan je gaan voor een hengel van 3.00 meter, maar voor de polder is een wat kortere hengel vaak handiger. Je kan hiermee meer ‘prikken’, wat wil zeggen onder bijvoorbeeld bruggen en bomen dan wel struikgewas werpen. Ook is het werpen bij veel wind met een wat kleinere lengte hengel iets gemakkelijker, al moet ik wel zeggen dat de echte werpkanonnen met iedere lengte overweg kunnen.

Wat voor het vissen met relatief grote streamers wel erg belangrijk is, is dat de hengel een snelle actie heeft. Hiermee werp je veel gemakkelijker en hou je de lus, die de vliegenlijn in de lucht heeft, veel kleiner. Het gevolg hiervan is dat je minder weerstand hebt en verder en preciezer kan werpen. Ook het haken met een wat snellere en dus strakkere hengel in die harde snoekenbek gaat wat beter.

Er zijn tegenwoordig zoveel goede vliegenhengels te koop in de aftma 9 serie, dat het geen probleem moet zijn om een goede en betaalbare keuze te maken. Zoals ik al eerder aanhaalde heb ik zeer goede ervaringen met het merk Vision.

Natuurlijk heb je ook een reel nodig waarop de lijn komt. Hou het simpel, als hij maar licht is en een goede slip heeft. Een #9 lijn moet er gemakkelijk op kunnen, met behoorlijk wat backing. Dit is het volgdraad die dient als buffer en opvulling van de reel, waardoor je de vliegenlijn niet in kleine krullen komt te liggen. Als buffer hebt je het vaak niet nodig bij het vissen op snoek, maar je weet het nooit. Zorg daarom dat je een goede kwaliteit backing aanschaft en deze d.m.v. een goede knoop aan de vliegenlijn bevestigd.


Uiteindelijk bepaalt de streamer de lijn en die weer de hengel.

Naast de hengel bepaalt ook de vliegenlijn voor een groot gedeelte je hengelplezier. Eigenlijk bepaalt de streamer welke lijn je het beste kunt gebruiken en daarbij hoort dan weer de meest geschikte hengel.

Om een half kipje goed te presenteren, heb je het gewicht van de lijn nodig. Ook hier is een #9 lijn weer het meest universeel. Met dit gewicht kan je ook de wat grotere streamers de baas. Bij de vliegenlijnen kun je weer diverse keuzes maken. Even een lijstje: Floating (drijvend), Intermediate (langzaam zinkend), Sinking (zinkend), Fast Sinking (snel zinkend) en ga nog maar een tijdje door. Om het niet moeilijker te maken dan het is, hou ik het nu bij twee lijnen, namelijk de Floating (drijvend) en de Intermediate (zeer langzaam zinkend) vliegenlijnen. Eigenlijk is er nog een derde te noemen en dat is de Slomo vliegenlijn.

 

Hier heb ik goede ervaringen mee, maar er zijn vele anderen.

De drijvende lijn is goed te gebruiken in ondiep water tot ca. 2 meter, waarbij je de streamer visueel kan blijven volgen. Hierbij leer je ook hoe een streamer zich gedraagt bij het binnenvissen. Bij de intermediate zinkt de lijn langzaam naar beneden, zo’n 2 cm per seconde en kan je de wat dieper gelegen vissen beter bereiken. De Slomo lijn zinkt met het voorste gedeelte van de lijn net onder de oppervlakte. Dit heeft het voordeel dat je de streamer wat sneller door de wateroppervlakte kan laten zakken t.o.v. een drijvende lijn.

Wil je toch wat meer de diepte in, dan kies je voor een Sinking of Fast Sinking lijn. Vooral als het wat kouder wordt of het is hoogzomer en je vist op wat dieper water, is deze lijn de oplossing om toch bij de vis te komen. Eigenlijk ga je aan de slag met dit soort zinkende lijnen, als je meer ervaren bent met het vliegvissen op snoek. Hou het eerst maar bij de drijvende, intermediate of Slomo vliegenlijnen.

Naast het gewicht van de lijn en de manier hoe hij zich gedraagt op of onder water, is

het van belang met welk type lijn je het beste kan werpen.

Ook hier is weer een lijst vol lijntypes op te noemen, waarbij de WF-lijn de beste optie is. WF staat voor Weight Forward, wat wil zeggen dat het gewicht van de lijn voorin zit. Hierdoor kan je een wat grotere streamer lekker ver laten ‘schieten’. Dit schieten is een techniek waarmee je de streamer ver mee kan wegzetten.

Na het dikke begin van de lijn van ongeveer acht meter, volgt een veel dunnere volglijn. Door de kleinere weerstand gaat deze lijn erg gemakkelijk door de geleidringen ‘geschoten’. Op groot water is het schieten van de lijn meestal een must.

 

 

 

Een WF-lijn die mij uitstekend bevalt, is van het merk Vision en hebben een uiterst praktisch lusje op het eind, waaraan je gemakkelijk en snel een leader met een lus in lus verbinding kan bevestigen.

Volgende week: de streamer en andere nuttige hulpmiddele