Megasnoek 163

Megasnoek 163

Door Co Sielhorst

Doorgaan op de polderplas of naar het grote water? Een kijkje nemen werkt bij mij altijd heel goed. Het maakt de keuze veel makkelijker. Op weg naar het plasje zie ik dat het gemaal aan staat. Dat betekent misschien dat veel vis naar de rustige hoek trekt.

Zeilen gaat in ieder geval niet lukken. Noordwest is voor bijna alle stekken een foute windrichting. Alleen aan de overkant in het natuurreservaat komt de wind van achter. Er staat met grote letters dat het verboden gebied is. Normaal werkt dat bij mij als een rode lap op een stier. Nu niet. Het is een brede rietkraag afgezoomd met een brede plompenstrook. Daar loopt geen lijn doorheen al neem ik het zeil nog zo groot.

Ik kruip in een gaatje langs het pad. De zon schijnt uitbundig. Door de weerkaatsing op het kabbelende water werkt het zonlicht dubbelop. Er kan best een jasje uit. Het is nog steeds druk. Libellen vliegen af en aan. Een grote bruine glazenmaker staat vijf centimeter voor mijn neus te helikopteren. Ik hoor zijn vleugels ritselen. Het water drijft vol plantenresten. De najaarsopruiming is in volle gang.


Najaarsopruiming

Moet ik nog peilen? Nee, ruim twee meter moet goed zijn. Zoniet, dan gaat die dobber wel op drift. Heb ik er vertrouwen in? Nee, eigenlijk niet. Toch ga ik door met spiering. De allereerste keer dat ik hier dood aas te water liet was het sardien. Bij min zeven en een meter sneeuw drie metersnoeken.

Nog diezelfde middag begon het water te rinkelen. Vreemd geluid in de doodstille polder. Later zie ik waar het geluid vandaan komt. Er ontstaan bij beweging grote ijskristallen van wel een paar centimeter doorsnee en die maken in de kabbel dat rinkelende geluid. Ik heb toen niets gevoerd, bepaald niet kieskeurig dus. Aan deze gedachte hou ik me nu vast.

Ik gooi de eerste keer met de wind mee. Zo denk ik dat alle losslingerende plantenresten niet te vaak in de lijn terecht komen. Dat gaat niet erg goed werken. De wind zwabbert een beetje tussen west en noordwest in. Hoe meer noord, hoe meer plantenbende er in mijn lijn terecht komt.

Dat ga ik anders doen. Haaks in de wind en een flink stuk naar het midden. Als ik zie dat mijn lijn niet in de rotzooi terecht komt, druk ik de hengeltop minstens een meter onder water.
Dit werkt perfect. Er drijft wel af en toe een spriet tegen de hengel aan maar die kan ik makkelijk afschudden.

Ik neem me voor om pas weg te gaan als de zon weggaat. Roeispanen, onmiskenbaar. Ja hoor. Die heeft helemaal in de hoek gelegen. Het zal een uur of vijf zijn. Mooi, dan heb ik nog even de tijd. Doet me ook weer denken aan mijn eerste doodaasjaar op dit plasje. Bijna iedere keer als er iets storends gebeurt waar ik me in eerste instantie aan erger, volgt er een aanbeet. Zal me benieuwen of het nu ook zo gaat.

Ik steek mijn hand op, ik krijg een joviale zwaai terug. Niet slecht voor het vertrouwen. Ik ben weer helemaal gehypnotiseerd door de dobber. De boot ligt aan de steiger. De spullen worden naar de auto gesjouwd. De auto rijdt weg. Nog geen tien minuten later gaat er een duidelijk schok door de dobber. Ik heb de hengel al in mijn handen.

Ik schud wat plantenresten van de hengel. Dat is duidelijk te zien aan de dobber. Daar schrik ik van. De vis ook. Op sommige wateren is de minste weerstand rampzalig. Ik wacht af of de aanbeet doorzet. Minuten lang zit in spanning. Ik denk dat ik het verkloot heb.

Kan ook wat anders aan de hand zijn. Ik heb voor de grap twee spierinkjes op de enkele haak geprikt. Een derde visje, dat er nog aan vastgevroren zat, is ook meegegaan. Dan ligt er ten minste iets opvallends op de bodem. Kan het zijn dat een aanbijtende vis één visje van de haak snoept en het tweede laat liggen misschien?

Ik krijg niet veel tijd om daar over in te zitten. Heel traag kruipt de dobber tegen de wind in en zakt langzaam weg. Dat zijn de mooiste aanbeten. Vaak ook hele nette vissen. Ik draai strak en haal hard uit. Tegen een muurtje, zo voelt het ongeveer aan. Ik voel een kopschuddende vis. Mooi formaatje denk ik meteen.

Na een paar grove sjorren lijkt er iets fout te gaan. Ik draai op en voel helemaal geen weerstand. Ik voel me bijna misselijk worden. Dichterbij gekomen zie ik het verdwijnpunt van mijn lijn naar links afbuigen. Dan krijg ik de schrik van mijn leven.

Met gierend geweld wordt de lijn van mijn spoeltje gerost. Ik kan het maar net opvangen. Dat beest is in exact het zelfde tempo naar de kant gekomen als ik opdraaide. Er volgen nog een paar van die woeste uithalen. Wat een powerbeest. Ook nog bloedsnel.

Iedere keer als ik de druk wat opvoer krijg ik weer een stamp op de hengel. Ze komt dichterbij. Ik zie de wartel nu. Een staart roert door de oppervlakte. De onderlijn is ongeveer een meter lang. Niet zo´n moeilijk sommetje dus.

De uithalen worden korter. De vis ligt nu uitgeteld aan de oppervlakte. Ik steek het net in het water en dirigeer de dame er naar toe. Ik zie de vis draaien met haar ogen. Dan krijg ik nog even een fraaie toegift. Ze knalt in haar volle lengte het water uit. Woest schuddend met haar bek wijd open probeert ze de narigheid uit haar bek te ranselen.

Het feest is compleet als ze over het touwtje schuift. Het is gewoon een meter zie ik aan de armen van mijn net. Gewillig laat ze zich onthaken. De enkele haak zit vlak achter het scharnier.


Gewoon een meter


Ik schuif de woeste dame terug en leun eerst een poosje achterover met een stomme grijns op mijn bek. De zon is nog lang niet weg. Ik heb dus nog alle tijd van de wereld. Toch ga ik rustig en zeer tevreden inpakken. Een gebakje is lekker als je er één krijgt. Een tweede hoeft voor mij even niet.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -