Tekst en fotografie: Geert Luinge
Hallo vismaat.
In deze laatste aflevering over vistrips naar ierland wil ik je meenemen aan boord van een zeewaardige visboot die we met zes man hadden afgehuurd. Met een ervaren schipper, een popelende bemanning, een grote bos hengels en een glad zeetje. Dat werd een feest.
Gelukkig was het niet de roestbak die je hieronder aan de kade ziet liggen, want in ierland weten ze wel wat ouwe rotzooi is. Daar zijn ze erg goed in.
Onze schipper had bijvoorbeeld een vreselijk oude gereedschapskist waarbij al het gereedschap aan elkaar zat vastgeroest en de achterklep van zijn gammele auto was met een stuk touw aan het scharnier vastgeknoopt, dus we vreesden het ergste toen we aan boord stapten, maar het viel mee.
Hier zie je schipper John met een van de pollakken die we vingen. Op de achtergrond zit Henk, die later de titel 'conger-koning' kreeg opgespeld omdat hij zo vaak zat te dutten. Dat werkte namelijk erg goed. Want dan lette hij niet op zijn hengel... en dan liet hij zo'n conger dus langer doorbijten... en dan ving hij ze ook ! Terwijl wij ( de fanatieke jonkies) véél te ongeduldig waren. Wij sloegen meteen bij de eerste aanbeet... maar meestal een gat in de lucht.
Nog een vis die je even de tijd moet geven: de rog. Als je onderwater opnames bekijkt van roggen op de bodem van de zee, dan zie je hoe ze eerst alles aftasten en uitgebreid proeven ... en dat het best een tijd kan duren voordat ze er met het aas vandoor gaan.
Maar pas op hè... als je een pijlstaart-rog zou vangen... kun je een lelijke verwonding oplopen door de giftige stekel op zijn staart. Als je niet precies weet hoe een pijlstaartrog eruit ziet (zoals de meesten van ons), moet je dus bij èlke rog oppassen voor die staart. Je weet maar nooit. Een enkel moment van onoplettendheid kan worden afgestraft met dagenlange pijnen en zelfs de dood, zoals de bekende natuurbeschermer Steve Irwin helaas ondervond. Ergo: altijd oppassen met roggen.
Zoals je weet houden we altijd een soorten-lijst bij waarop elke gevangen vissoort wordt genoteerd. Voor elke soort krijg je een punt (en als je aan het eind van de week van een vissoort de grootste hebt gevangen krijg je er nog twee punten bij)... maar... welke soort is het eigenlijk ? Wie is de scheidsrechter ? De ene zegt: het is een steenbolk, maar de andere zegt: nee hoor, dit is een dwergbolk.
Tja, het determineren van al die verschillende soorten is een hoofdstuk apart. Pas maar op dat je er geen ruzie door krijgt, want dat is het niet waard. Een steenbolk ziet er inderdaad anders uit dan een dwergbolk en ook anders dan een pollak, maar zó groot is het verschil nou ook weer niet.
Een rode poon ziet er wel heel anders uit. Als 'ie vers uit het water komt heeft 'ie prachtig mooie blauwe borstvinnen, maar er zijn ook grauwe ponen die hartstikke rood zijn, dus dat leidt vaak tot discussies. Dan komen er protesten tegen de arbitrage, krijg je scheve gezichten en dan worden er op de scorelijst onduidelijke vraagtekens ingevuld. Dus als je ooit een 'wedstrijdje' doet met de mannen, neem het dan niet te serieus, anders krijg je mot. Het gaat niet om de knikkers maar om het spel.
Voor onze visfileerder levert zo'n poon meteen een nieuw probleem, want ze zijn wel ontzettend lekker... maar meestal te klein en na het fileren van een paar ponen heb je waarschijnlijk een pleister nodig.
Wat was ik blij toen er opeens een mooie scharretong boven water kwam. Daar had ik op zitten wachten. Op het moment dat hij werd gevangen zat ik met grof geschut op de grote gullen. Maar ik wou eigenlijk ook wel zo'n platterik.. dus... bliksemsnel omtuigen ! Lichtere hengel, andere onderlijn, kleinere haak, stukje aas over de bodem... maar toen liep dat zaakje vast aan een gemene mosselbank ... mijn lijn zei Pang !...en alle kansen op een scharretong waren akuut verkeken.
Als dan op zo'n moment de schipper roept 'Lines up!' om naar een andere stek te varen... dan weet je het ècht niet meer. Dan sta je wanhopig te twijfelen. Ben je de kluts kwijt. Ga ik nou op de gróten?... of ga ik op de plátten ? Keuzes, keuzes. Ze zijn soms zo moeilijk.
In de categorie 'overig wild' kwam er een grote zeeschildpad langszwemmen (dit beest is meer dan een meter lang en heeft nog een hap wier in zijn mondhoek), we zagen een walvishaai met zijn 8 meter lange gespikkelde lijf in het kraakheldere water langs de boot schuiven (maar ja... een hengel in de hand, dus te laat om de camera te pakken) en op verschillende dagen zagen we dezelfde Basking shark , die met zijn enorme mond wijd open onder de boot door zwom, terwijl hij miljoenen garnaaltjes uit het water filterde. We werden er stil van.
Als ontspanning tussen de bedrijven door had de schipper een paar kreeftenkooien uitgegooid, die omhoog gehaald mochten worden... en dat vindt èlke visser natuurlijk spannend. Vooral als je zo'n kreeft of krab (meestal meer krabben dan kreeften) moet vastpakken om hem uit de kooi te halen... dan wordt er angstig gegriezeld. Onze ervaren schipper grijpt elke monsterkreeft genadeloos in zijn nek, maar wij, die schijterige Hollanders... staan te gillen als een paar pubermeiden... omdat we een knipscharende kreeft zó eng vinden dat we hem niet durven vastpakken. Stelletje watjes.
Vriend Leo heeft ondertussen gewoon doorgevist en terwijl de rest van de ploeg nog staat te gillen staat hij alweer te drillen... Aha ! een leng. Nou is Leo van oorsprong een karperaar ... en de hengel waarmee hij hier op zee staat te vissen is zijn 'heavy carp rod' ... maar... die is dus ècht te lang voor de bootvisserij.
Bij zo'n lange hengel heb je een hefboom die veel groter, dus zwaarder is, en dan kost het vaak onnodig veel moeite om de vis omhoog te krijgen. Bij het aan boord hijsen van die leng zien we zijn dunne hengeltopje gevaarlijk diep doorbuigen en we vrezen voor een doffe krak... maar het lukt nèt.
Graag even noteren: een leng van een meter op een diepte van 50 meter staan te drillen met een karperhengel. Ja, het kàn wel...maar optimaal is het zeker niet. Ik snap het wel... je wilt toch wat 'sport' hebben van zo'n vis, maar... er is altijd een moment waarop 'leuk sportief' overgaat in 'vreselijk onhandig' .
We hadden al eerder blauwe haaien gevangen en dat was een spetterend succes geweest (afl. 3) dus op de vraag van de schipper of we ' Go sharking?' wilden... was het zeskoppige antwoord: Yes please !!
We hingen weer de zakken rubby-dubby overboord, we trokken een geurspoor dat volgens de schipper meer dan 10 mijl lang was ( 1 gewone Engelse mijl is 1609 meter, maar een zeemijl is 1852 meter), dus een geurspoor van ruim18 kilometer... dat is niet niks.
We lieten op verschillende dieptes onze verse makrelen zakken aan een ijzersterk staaldraad en een hele grote haak. We gebruikten zware hengels, grote reels, dikke hoofdlijnen en wartels waar je een walvis aan kon ophangen. Maar - eerlijk is eerlijk- die blauwe haaien bleken toch minder sterk dan wij vantevoren hadden verwacht. Ik bedoel: een koolvis van een meter gaat harder door de slip dan een haai van anderhalve meter. Maar ja, haaien zijn indrukwekkend en gevaarlijk met hun vlijmscherpe tanden, dus dat dwingt respekt af.
Nee, een haai gaat meestal pas echt spartelen als hij aan boord wordt gebracht. In het water is het een gladde torpedo die weerstandsloos door het water glijdt, maar in de boot is het een brute krachtpatser, een meedogenloze sloper, een agressieve vechter en een gemene bijter, dus zodra John de haai (die om zijn as draait en zich in de lijn heeft gewikkeld) eenmaal binnenboord heeft en de onthaakprocedure begint... dan is het oppassen geblazen ! Ook congers kunnen ontzettend gemeen zijn als ze binnenboord komen. Pas op dat hij niet expres in je laars bijt, want dat kan je een paar tenen kosten.
Toen Henk (de oudste van het gezelschap) alweer zijn zoveelste conger stond te drillen... stond hij hartelijk te lachen en begon volop praatjes te krijgen. Maar vantevoren had hij ernstig getwijfeld of zijn versleten knieën wel sterk genoeg waren om zo'n ruig visavontuur op zee te doorstaan.
Later... vele jaren later... toen hij in het bejaardenhuis achter de geraniums zat... hing deze foto nog steeds in zijn huiskamer aan de muur. Ja, jongen... dát waren nog eens mooie herinneringen. Dat waren gouden tijden. Weet je nog ? Toen in ierland, met de mannen. Wat hebben we gevangen ! En wat hebben we gelachen ! Tsjongejonge... als we dát nog eens over mochten doen.
Onze vakantie liep ten einde. We wilden eigenlijk nog helemáál niet terug naar huis, maar ... de dagelijkse plichten roepen en het kan helaas niet altijd vakantie zijn.
De mysterieuze congers en gevaarlijke blauwe haaien hebben ons hoofd op hol gebracht, de zeevisserij aan de ruige kust heeft ons hart gestolen en we zullen voor altijd verliefd blijven op dit paradijselijke eiland. Ondanks de wind en ondanks de regen.
Wat kun je hier lekker vissen, uitwaaien, rondstruinen en flierefluiten in de frisse buitenlucht. Wat een weidsheid, ruimte, schoonheid en... vrijheid ! Geen stress, geen haast, geen drukke mensendingen. Alleen maar gras, stenen, water en wind. Puur natuur. Heerlijk.
We denken met warme gevoelens terug aan dat groene eiland, bijvoorbeeld aan die hoge rots met dat prachtige uitzicht over zee, waar we een intiem gesprek hadden over de zin van het leven. Die plek waar we samen beseften hoe gelukkig we eigenlijk waren. Want ook zónder hengels is ierland schitterend.
De komende weken gaan we weer op visvakantie naar Denemarken en Noorwegen en daarvan hoop ik een mooi verslag te kunnen maken zodra we terug zijn. Verder heb je nog tegoed: de avonturen en foto's van Wales en Schotland, maar daarover later. Voorlopig wens ik jou en mezelf een hele prettige vakantie.
Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Ierland, Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via de link
Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via deze link
Vissersgroeten van Geert Luinge