KarperPassie 275
Door Co Sielhorst
Na een lange wandeling naar een uiterwaardenplas kom ik bij een spannende plek aan. Langs een muur van waterplanten ontdek ik een aantal grote vreetkuilen. Brede kraters in de bodem met een handvol mosselscherven in het midden.
Ik heb deze kraters eerder gezien. Twee jaar geleden zelfs met de maker van de kuil erin.
Boven een diepe trog hangt een zware modderwolk. Ik denk dat de vis mij gezien heeft. Ik durf te beweren dat het gezichtsvermogen veel verder gaat dan wij durven te denken. Ondanks de zware modderwolk ziet de vis mij. Stijgt op uit de wolk en gaat heel langzaam in zijn achteruit om op te lossen in de duistere diepte. Ik weet dat hier karper rondzwemt. Heb zelfs vorig jaar nog paaiende vissen gezien in een smalle aftakking.
Leerzaam verhaal dus. Het is alleen een monsterlijk eind lopen. De volgende dag ga ik kijken of ik er vanaf de volgende afrit dichterbij kan komen.
Een smal, hobbelig pad loopt naar de andere kant van de plas. Door de beschutting van dichte meidoornstruiken blijf ik mooi uit zicht. Hier en daar kan ik door een gaatje het water overzien. Het is aan deze kant erg ondiep. Het wemelt hier van de watervogels. Veel ganzen, diverse steltlopertjes, een paar grote zilverreigers en een aantal lepelaars. Het blijft een koddig gezicht om te zien hoe ze met die lepel vormige snavel door het water roeien om voedsel te zoeken.
De trip naar het water is inderdaad een heel eind korter. Aan het eind van het pad klim ik over een hek. Rechtsaf langs het water staat ook een dikke meidoornhaag. Het water is hier wat dieper en zwaar begroeid met pluizig wier. Dicht langs de kant zwemmen grote scholen broed. Hier nog geen vreetkuilen te bekennen.
Grote scholen broed
De omgeving is betoverend. Weg van de wereld spreekt me altijd aan. De teleurstelling is groot als ik tegen een onneembare hindernis aanloop. Snaarstrak gespannen hoog prikkeldraad. Het is bedoeld om ruige runderen tegen te houden dus niet al te kinderachtig uitgevoerd. Zo kom ik niet bij de kuilen. Ik zie even niet hoe ik hier zonder kleerscheuren overheen kom. Misschien proberen om een paar jute zakken op de kop te tikken. Dan zie ik wel weer mogelijkheden. Enigszins teleurgesteld druip ik af.
Liggen er nog kribben die bereikbaar zijn na de herinrichting van dit stuk rivierenland?
Daar kan ik maar op één manier achterkomen. Gewoon gaan kijken. Er blijkt nog één krib makkelijk te bereiken. Heel lang geleden heb ik hier een handjevol dikke bakken gezien. Ondanks dagenlang zwaar voeren heb ik ze nooit meer teruggezien. Misschien moet ik deze stek een herkansing geven.
De volgende dag ben ik weer als een dolende op zoek naar water. Er is genoeg maar ik moet er een goed gevoel bij hebben anders heb ik het niet naar mijn zin. Ik stop bij de zandplas waar tot mijn verbazing niemand anders te bekennen is. Het is loeiheet als ik aan de zonkant in de luwte van het bos uit de auto stap. Gelukkig heb ik genoeg koel water bij me. Het gras is hoog. Het loopt zwaar. Ik voel het zweet in straaltjes mijn nek in lopen.
Dit gaat niet door. Te gek voor woorden. Alle warmte die we de afgelopen periode gemist hebben krijgen we krijgen we nu in één keer over ons heen. Ik slof terug naar de auto. De lucht trilt boven het asfalt. Ik zet eerst even de deuren open voor ik instap. Af en toe komt er een zuchtje wind langs. Ik stap in en draai de sleutel om. Een droge klik, meer komt er niet uit. Even time out. Kan een computerstoring zijn. Af en toe leer ik wel eens iets in de garage. In de auto zonder koeling wordt het door deze schok nog veel heter. Staat die zwarte snelkookpan ook nog in de volle zon.
Ik stap uit en loop even de schaduw in. Na een minuut of wat nog eens proberen bij dit soort problemen heeft een monteur me eens verteld. Een minuut af wat later stap ik weer vol goede moed achter het stuur. Weer die droge klik. Er zit maar één ding op. Alarmnummer van de ANWB bellen.
Ik raak langzaam maar zeker doornat van het zweet. Redding komt snel en zeer efficiënt. Startkabel erop en karren maar weer. Accu wordt nog even getest. Advies: rij even een lekker stukkie om bij te laden, dan zal het probleem wel weer opgelost zijn.
Vrijdag haal ik fruit bij een bessenboer. Ook een paar andere boodschappen. Prop de auto schuin voor de oprit van de buren om uit te laden. Wil hem wat netter gaan parkeren. Mooi niet dus. Kom niet meer weg. Misschien zit er morgen weer wat leven in de accu.
De volgende dag bel ik de garage. Kan ik even langs komen als ik hem aan de praat krijg? Geen probleem. Het lukt me nog ook. Heel flauwtjes komt de startmotor tot leven. Op naar de garage. ‘Kutaccu,’ is het eerste wat de man zegt. Ik krijg ze aan de lopende band binnen. Meestal niet ouder dan één jaar. Hij laat de meetwaarden zien. ‘Nieuwe dan maar?’
Door de auto-ellende heb ik weinig aan voorbereiding kunnen doen. Ik haal voor de winkel dicht is nog snel een bak dikke dauwpieren. De combinatie speelt al langer door mijn hoofd. Ik knoop een zijdezacht onderlijntje met een stoere haak eraan. Tuig een pittige feeder op. Vis met een paar dikke pieren op de haak.
Met een paar dikke pieren op de haak
Een zwieper geven met een zwerfkei in een netje en lekker ongecompliceerd met mijn koppie in de zon zitten. Het is al lang niet meer zo heet. Mijn gedachten zweven terug naar een najaarsdag, ook op deze stek. Ook met een feeder, maar wel een veel lichtere. Na een paling krijg ik een beuk van een aanbeet. Ik denk dat ik vast zit. Heel langzaam komt er toch iets in beweging. Na een paar meter valt de boel slap. Teleurgesteld draai ik binnen. Mijn hele haak is helemaal verfrommeld. Hoe kan dat dan? Ik heb er zeker niet te hard aan getrokken. Kan ook helemaal niet met dat hengeltje.
Een trilling door de top. Nerveus graai ik naar de hengel en sla mis. Ga nog maar even door met dromen.