Dips

Dips

door Frans Vogels

Een in mijn ogen niet onbelangrijke schakel in onze pogingen om vissen te vangen, is het gebruik van lokstoffen. Lange tijd heb ik in wedstrijdverband aan de waterkant door gebracht. De laatste jaren vooral binnen de eigen club, maar ook in een onderlinge competitie van soms maar 20 vissers gaat het er lekker fanatiek aan toe.

Je gaat per slot van rekening alleen voor de overwinning naar de waterkant. Op één of andere manier wil je toch de beste zijn, ook van die 20 en daarbij kan dan het gebruik van een al dan niet ‘geheim’ smeerseltje soms nét het verschil maken.

Er zijn legio trucs om de vissen aan het azen te krijgen. Veelal zijn die in de winkel kant-en-klaar te koop, in potjes en flesjes met de meest schreeuwerige slogans en afschuwelijke kleuren. Ieder flesje of spraytje belooft netten vol vis. Ik weet het: ook ik ben er voor gegaan (ingetrapt is een beter woord). Soms wordt je ertoe gedreven als de vangsten achter blijven bij de concurrentie. Je hoort mij niet zeggen dat die middeltjes niet goed zijn. En met sommige heb ik ook wel eens goed gevangen.

Maar over het algemeen voegden ze op termijn toch niet echt wat toe aan mijn visserij. En zoals met alles, zeker in de wedstrijdvisserij: wat jezelf bedenkt, is toch beter. Want dat is natuurlijk waar het eigenlijk om draait in die wereld, zelfvertrouwen. Zolang je dat hebt in je materiaal, je voer en je aas, dan kun je goed meedraaien.

Wie niet waagt…
Om je te kunnen onderscheiden aan de waterkant, probeer je eens wat uit. Vaak werkt het maar even en verdwijnt je ‘uitvinding’ weer in de kist, om er na een paar jaar voorgoed uitgegooid te worden, als die kist weer eens te vol en te zwaar is geworden. En toch… soms lukt het wel en heb je leuke successen met een eigen trucje.
Soms zit het echt in van die kleine dingen. En één van die kleine dingen kan op een bepaald moment net het verschil uitmaken tussen wel of geen vis vangen.



Want wees nu eerlijk: de meeste vissers weten echt wel hoe ze en visje moeten vangen. Maar om nét op dat moeilijke moment als het er werkelijk op aan komt ook wat te vangen… dat is een kunst, dat is misschien zelfs topsport. En geloof me -ik kan het weten!- die moeilijke momenten zijn er meer dan je lief is. Juist dan is een goed werkend trucje wel makkelijk, zeker als het er eentje is die nog vis oplevert ook…

Hier komt zo’n trucje.
De benodigde ingredienten zijn alle vloeibaar en op basis van olie, zodat ze lang genoeg op je aas blijven zitten als dat nodig is. Iedereen kent waarschijnlijk het bekende lokvoeringredient Copra melasse. Een bruin restproduct uit de cocosnoot met een hoog suikergehalte, bestaande uit een lichtbruine cocosmeel, waaraan de stroperige melasse is toegevoegd.

Op deze manier is het makkelijk te verwerken in het voer. Die melasse wordt ook wel gebruikt om zo door het voer te mengen. Vooral brasem is verzot op deze zoete lekkernij, maar ook dikke voorns zijn er niet vies van. En om deze stroop gaat het nu, de melasse. Verkrijgbaar in flessen van 1 liter staan ze op de schappen van de betere hengelsportzaak. Soms zijn ze ook te krijgen in kannen van 5 liter. Eén ding mag je echter niet uit het oog verliezen en dat is: hoe verser hoe beter.

Ontberingen…
Mijn tactiek was altijd gebaseerd op grote vangsten. Of heel veel, of hele zware vissen vangen. En deze melasse heeft me daarbij heel goed geholpen. Het is een dikke, stroperige, zoete en zwartgekleurde brij, die als je het op je aas doet, een minuut of twee blijft zitten. In snel stromend water zal dat teruggebracht worden naar amper een minuut, maar zelfs dit is vaak al lang genoeg om in die tijd een goede aanbeet te krijgen. En daar is het toch allemaal om te doen.

Je kunt je haakaas in de pure melasse dippen, maar je kun ook nog een extra geur of smaakje toevoegen aan de melasse. Daar moest je in het verleden dan wel de nodige ontberingen voor over hebben. Want om melasse te mengen met een andere vloeistof is het eerst nodig om deze op te warmen, tot het kookpunt. Dan pas wordt de melasse nog dunner en is hij te vermengen met iets anders.

Voordat de magnetron was uitgevonden, gebruikte je voor dat verhitten dus het keukenfornuis.En ik kan je verzekeren: er komt een lucht van die melasse af als die warm wordt gemaakt…daar zal je wederhelft echt niet blij mee zijn.

Zelfs bij gebruikmaking van de afzuiging in de keuken bleef die penetrante geur nog wel een tijdje hangen…

Wat was de uitvinding van die eerder genoemde magnetron dan toch een uitkomst. Met een goede magnetron is de beoogde verhitting letterlijk secondenwerk en zonder vieze geurtjes.

Als je het spul daarna laat afkoelen wordt de melasse weer dik en heeft het de extra geur- of smaakstof die je hebt toegevoegd volledig opgenomen.


Het maken van een dip

Aangezien in mijn beleving geldt ‘hoe verser hoe beter’, gebruik ik een gemaakte dip niet langer dan een maand. Maar geloof me: meestal haal ik die termijn niet eens. Ik ga als volgt te werk.

Allereerst haal ik bij de fotograaf de lege hulzen op van fotorolletjes. Die plastic kokertjes worden in het digitale tijdperk steeds minder algemeen, maar zijn perfect te gebruiken om voerkorven te maken én als bewaarcontainer voor je zelfgemaakte dips. Zo’n kokertje is namelijk helemaal afsluitbaar en lekt niet. Ik vul zo’n fotohulsje zover met melasse dat er nog ruim 1,5 cm ruimte overblijft. Want vergis je niet: warme melasse wordt niet alleen dunner bij warmte, maar zet tevens ook uit.



En zelfs voor de magnetron geldt dat gemorste melasse niet makkelijk is te verwijderen dat de vieze geur dan lang blijft hangen. Zet je magnetron op 1.200 watt en laat hem ongeveer een seconde of 10 opwarmen. Blijf erbij en houdt je hand op de deur, want zodra je de melasse omhoog ziet komen, ben je nog op tijd. Ieder moet voor zich maar proberen hoelang je eigen magnetron nodig heeft. Bij 600 watt is dat logischerwijs iets langer dan bij 1.200 watt.

Nadat de melasse tegen het kookpunt is gekomen, haal je het kokertje uit de magnetron. En vergeet niet: die is heet - heet - heet. Het gebruik van een ovenhandschoen is veiligheidshalve dus een must. Zodra de koker uit de magnetron is, voeg je de gewenste vloeistof toe en meng je het met een staafje. Daarna leg je het dekseltje op de koker. Sluit deze niet af. De melasse geeft nog wat flink wat warmte af en dit zal bij een afgesloten koker een druk ontwikkelen, die je niet wilt meemaken.

Ook dit heb ik door schade en schande zelf mogen ervaren. En al ging het om niet meer dan de inhoud van zo’n fotokokertje: de keuken zag er niet uit, nadat de deksel er door de druk was afgeschoten. Maar ook als het dekseltje blijft zitten, de druk blijft… en dus zit je alsnog helemaal onder als je het dekseltje eraf haalt. Eerst goed laten afkoelen en daarna pas afsluiten.

Net die ene vis…
Zoals al eerder reeds aangehaald, kan een dipje in pure melasse soms al voldoende zijn om vis te vangen. Maar ook de vis heeft wel eens een totale offday en dan wil net dat ene speciale wel helpen om toch aanbeten te krijgen. In mijn standaard assortiment dips zit dus ook melasse met daaraan 5% Scopex toegevoegd. En wat te denken van chocolade, caramel en red bull? Deze vier smaken haal ik altijd bij de firma Berlok. Deze smaken zijn zo geconcentreerd dat ze puur niet te gebruiken zijn. Ze moeten altijd verdund worden, of versneden met broodmeel of paneermeel.

De vier genoemde smaken zijn mierzoet en goed te mengen met de melasse. En wel zo dat de vis ze ook nog eens lekker vindt. En zo zitten er in mijn viskist nu dus negen kokertjes met zelfgemaakte dips: Eén pure, vier stuks gemengd met 5% en vier stuks gemengd met 10% extra smaakstoffen. En geloof me: de vissen zijn maar wat  blij  met mijn kookkunsten, het levert mij bijna geen visloze dagen meer op.


 

                                                         
Dit interessante artikel en een keur aan andere zeer

lezenswaardige bijdragen kunt u terugvinden in Witvis Totaal no.

37 dat vanaf 10 mei 2008 te koop is in de

hengelsportspeciaalzaken en de boekhandel.





Klik hier voor meer informatie!

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Witvisperikelen: Weerzien
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Visser in de maak ( deel 1 )
Willem Moorman -
image description
Feederen op het Wantij
Willem Moorman -