Vliegvissen op snoek van A tot …? (2)
Alternatieven
Door Berthil Bos
Na het vliegvissen met droge, natte vliegen en die leuke nimfjes, heb ik nooit gedacht dat ook onze groene waterwolf goed te verleiden is met de vliegenstok. Ik was druk bezig met allerlei “gewoon” kunstaas en daar werd alle tijd in gestoken. Ook nadat ik kennis kreeg aan vliegende snoekvissers, ging ik niet direct met deze gasten mee. Die heerlijke baitcaster beviel mij zo goed, dat ik op zoek ging naar alternatieven.
Het viel mij altijd al op, dat als ik in een driftende boot samen met een zogenaamde vliegenier aan het vissen was, één van de twee zich niet happy voelde. Afhankelijk van het soort kunstaas ging het voor mij vaak niet snel genoeg. Ging de drift wel in een voor mij goede snelheid, dan kwamen de resultaten er ook weer. Ik was gewend om veel water af te vissen, om zodoende regelmatig snoek tegen te komen. Natuurlijk paste ik mij meestal aan, omdat ik dat wel kon met het harde kunstaas, maar de vliegvisser niet. Bij het vliegvissen moet de driftsnelheid aangepast (lees langzaam) worden.
Het trollen en werpen bracht echt meer vis in de boot, maar het plezier wat die zwaaiende malloten hadden, was wel erg aanstekelijk. Door het alsmaar groeiende roofvispeloton, werd het vangen van snoek er niet gemakkelijker op. Dressuur en negatieve conditionering staken steeds meer de kop op. Je moet tegenwoordig echt alles uit de kast halen en steeds voorop te lopen, om regelmatig je visje te vangen. Op dat gebied lieten mijn vliegende vismaten mij met hun gewapper regelmatig zien dat Esox er nog wel degelijk aanwezig was.
Dat beetje haar en glitters wordt graag door de groenjassen aangevallen.
Een streamer gepresenteerd aan een vliegenlijn heeft een totaal andere actie dan welk ander kunstaas dan ook. Het heeft iets natuurlijks, dat moeilijk is uit te leggen. Gelukkig is het experimenteren ook een hobby van mij en omdat ik wel altijd effectief wil vissen, begon ik met streamers die je middels een baitcaster kon werpen. Ik moet zeggen dat door al dat geëxperimenteer heel dicht bij de vliegenstok ben gekomen. Toch werd ik nog steeds niet voor vol aangezien door mijn vliegende vismaten. Dat ik veel sneller mijn streamer in het water heb, interesseerde ze geen bal. Dat ik veel meer meters afvis, zal ze echt een worst zijn. Ook dat ik bij slecht weer (veel of verkeerde wind) nog erg nauwkeurig mijn aangepaste streamer op zijn plek krijg, maakt totaal geen indruk.
Spinstreamers zoals deze maakten totaal geen indruk op de echte vliegeniers.
Nee, de beleving die die gasten hebben, lijkt wel onvoorwaardelijk. Maar buiten die onvoorwaardelijke trouw aan deze vistechniek, weten ze ook dat dit eigenlijk de beste manier is om een streamer tot leven te brengen. Ik heb het zelf diverse keren meegemaakt, dat mijn spinstreamer werd genegeerd, terwijl die streamer aan een vliegenlijn wel dankbaar werd verorberd.
Zelfs een dergelijk dikkertje op de spinstreamer maakte geen indruk.
Natuurlijk is het gelukkig ook weleens andersom, maar deze wetenschap liet mij maar niet los. De streamers werden nog meer aangepast aan de baitcaster. De dunne stalen onderlijn werd vervangen door het dikke, maar bijna onzichtbare Fluorocarbon, waardoor de afzinkfase iets meer werd vertraagd. Ook werd het dikke gedeelte van een 9# vliegenlijn in stukken van ca. 80 cm geknipt en met een leader voorop aan de hoofdlijn bevestigd. Dit alles om de presentatie van een vliegenlijn na te bootsen. Naar mijn mening kwam ik op deze manier steeds dichter bij het ‘echte’ vlieg/streamer vissen. Mooie avonturen en vangsten zijn er inmiddels gemaakt, ook op het zogeheten dressuurwater. Toch kwam het punt om mijn vroegere prettige verslaving, het vliegvissen, weer op te pakken steeds dichterbij. Deze keer niet op de goudstaven of andere witvissoorten, maar die met vele tanden bewapende mosrug.
Volgende week deel 3; toch om?
ADVERTENTIE
ANDEREN LAZEN OOK


