Rivier in het Vizier 206


Rivier in het Vizier 206

Door Yvo Bindels

4 december 2010
Zelfs de beste Friese ijsmeester zou er trots op zijn; de ijslaag op het wegdek van de doodlopende straat waarin ik woon! Vanwege de aardige hellingshoek die erin zit een perfect parcours voor een nieuwe aflevering van Te land ter zee en in de lucht. ‘Blij dat ik glij’ of ‘Met glans van de Schans’.

Met mijn auto en visboot op trailer hier omhoog? ‘It ken net!’ Nu ben ik normaal niet zo bang om het warme bed te verruilen voor de vrieskou, maar ik ga geen halsbrekende toeren uithalen en vragen of beter gezegd smeken om problemen. Ook mijn vismaten blijven thuis. Niet gek, want er ligt een aardig pak sneeuw en zelfs overdag blijven de temperaturen een heel stuk onder het vriespunt.

Amper tien dagen geleden liep ik nog lekker in het zonnetje met de jas half open wat vogels te fotograferen, nu liggen de gevoelstemperaturen bij de stevige noordoosten wind wel heel erg laag. Samen met mij zullen vele vissers noodgedwongen een weekje moeten overslaan. Knutselen aan kunstaas, wat loodkoppen gieten en onderlijntjes maken kunnen deze vrije uurtjes met gemak opvullen. Zijn we toch nog een beetje aan het vissen…


Drinkend sijzenmannetje in een beekje.

Natuurlijk wil ik wel nog even de natuur in, de buitenlucht opsnuiven! Goed ingepakt en het fototoestel om de nek. Op de stoep is het spekglad. Gelukkig kan ik al snel de verharde weg verlaten. Mijn adem dampt in de koude lucht en al snel verschijnt er een druppel aan m’n neus. Tussen de vele hoge bomen en weg van de paden is de ondergrond veel ruwer en de sneeuw vers. Hier kan ik op m’n gemak rondstappen.

Het stikt er van de vogels. Groepjes sijzen kwetteren boven in de toppen van de oude elzen. Ze doen zich te goed aan de zaadjes die ze met hun spitse snaveltjes uit de elzenproppen halen. Omdat de zaadjes heel droog zijn, zakken ze geregeld af naar het klein beekje om er te drinken. Vorige week kon ik er nog een drinkend mannetje fotograferen. Nu is er veel te weinig licht om uit de hand foto’s te maken waarbij een aardig stuk ingezoomd moet worden.

Dan komt de vijver in zicht. De ijslaag erop is bedekt met een laagje sneeuw. Het eendenwak zit behoorlijk vol. Ganzen, zwanen, eenden en natuurlijk meerkoeten. Enkele soorten ken ik niet, waarschijnlijk uitgezette siereenden. Als het zonnetje kort tevoorschijn komt maak ik snel wat foto’s. Een woerd denkt dat ik wat eetbaars bij me heb. Zijn kleurrijke verenkleed licht mooi op in het zonlicht. Vanuit de bosjes klinkt een herhaaldelijk gepiep. Het zijn staartmezen.


Het bonte verenkleed licht mooi op.

Vrolijke en ook behoorlijke tamme vogeltjes die zich in groepsverband snel verplaatsen tijdens het foerageren. Ze zitten letterlijk nooit stil! Springen voortdurend van tak naar tak. Moeilijk om ze de scherp op de foto te krijgen, want zelfs alleen al het scherpstellen duurt te lang, dan zijn ze weer verder. Ze hebben een dicht verenkleed waardoor ze redelijk goed tegen de kou kunnen. Ze bollen hun veren op om er warme lucht tussen vast te houden. Daardoor lijken ze pluizige bolletjes.


Deze staartmees bolt z’n veren op om er warme lucht tussen vast te houden.


Zelfs hun kontje is goed bevederd en beschermd tegen de kou.

Het groepje dat ik nu al een poosje volg telt zo’n vijftien individuen. Bij het verplaatsen nemen enkele vogels hierin de leiding en door gezellige pieptoontjes blijven ze bijeen. Het gaat allemaal volgens een vrij rechte koers. Daardoor kan ik ze enkele keren ‘opwachten’ en krijg ik toch een plaatje gemaakt. Hun route eindigt bij de verharde weg, daar steken ze over naar een ander bosje. Ik ben ondertussen dicht bij huis en zoek de warme huiskamer weer op.

 

ANDEREN LAZEN OOK