Een jaar is altijd weer zo voorbij en daarmee geldt dat ook dit visjaar weer bijna ten einde is. Veel gave momenten aan én op het water beleefd, prachtige vissen gevangen, veel gevangen, soms iets minder gevangen, veel bijgeleerd en ik kan nog wel even doorgaan.
Allemaal ingrediënten die nog eens extra zorgden voor het feit dat het jaar voorbij vloog. En dat is een goed teken, want de uitdrukking luidt niet voor niks: ‘Time flies when you’re having fun’. Genoeg zaken dus om over te schrijven voor dit platform. Door de verschillende perioden heen vanalles meegemaakt, de mooie sessies, maar ook de taaiere uren aan de waterkant, wat het bij elkaar een enerverend jaar maakte.
En zo’n jaar levert altijd weer wat hoogtepunten op die net boven het andere uitsteken. Daarom heb ik gekozen om in dit ‘deel 5’ wat vangsten uit te lichten en daar een ‘Top 5’ van te maken. En dat komt eigenlijk neer op een kleine reeks wat grotere vissen dan gemiddeld. In ieder geval, voor ons dan. Niet dat het daar om gaat, want als je het mij vraagt, maakt het formaat vis me vrij weinig uit, maar vindt ik juist het beet krijgen dát waar het om gaat. En het mooie is, vissen van wat groter kaliber komen dan wel tussendoor. En dat is dus ook het mooie van die ‘mindset’ in je visserij: het is altijd weer dat totaal onbekende en altijd weer die spanning van wat er uiteindelijk boven komt. Dat onbekende is volgens mij ook nog steeds één van de diepste drijfveren van het (karper)vissen zelf. Dat maakt het dus zo gaaf!
Aanbeten krijgen blijft het mooiste wat er is!
Maar eerlijk is eerlijk, het vangen van een grote(re) vis blijft altijd wel het gaafst en zoiets fungeert meestal toch wel als de zogenaamde kers op de taart. Zeker als er een verhaal en een soort van context rond zit én het echt een bepaalde beleving was als één geheel. Anyway, ik heb vijf verschillende scenario’s als hoogtepunten uit mijn visjaar die ik de moeite waard vond om met jullie te delen.
Koud wintergeweld
We schrijven eind februari, aan het eind van een ‘thuis-studieweek’. Want dat was wel datgene wat die periode (helaas) de boventoon voerde. Eind vrijdagmiddag en hoog tijd om even de laatste uren daglicht mee te pakken om wat lijntjes nat te gaan maken. Iets wat ik wel vaker doe, wat op zichzelf al lekker is na lang achter een beeldscherm te hebben gezeten. Zeker nu, een week waarin het net wat warmer was dan in de afgelopen periode en het net was of er al een voorzichtige voorjaarszon scheen. Niet alleen lekker, maar vis-technisch gezien ook interessant. Dat bleek eerder deze week wel toen ik in een korte ochtendsessie m’n eerste karper van het jaar ving en gezien de vangsten van wat vismaten, de vis ook gelijk wat losser leek te zijn. Dat zie je eigenlijk altijd wel, wanneer na een lange koude winter, de eerste, wat warmere dagen aanbreken en het metabolisme van de vis gelijk weer wat op gang komt en ze daarmee al wat beginnen te zwemmen. Iets waar je als (karper)visser op in kan spelen!
Een gegeven die nu dus zwaarder weegt dan het feit dat er al redelijk wat blanks in de vorm van korte wintersessies, achter de rug zijn. Die weerhouden me er dus niet van om m’n relatief compacte uitrusting opnieuw mee te nemen richting een mooi ‘winterstekje’ die ik al vaker aangedaan heb. Redelijk snel heb ik de hengels in, exact op de plek waar ik ze wilde hebben. Beide voorzien van attractief haakaas, single hookbait gevist, moet ‘the job’ gaan doen de komende twee uurtjes.
Deze manier van vissen heeft wel wat trekken van het stalkend vissen. Een paar hengels los voor je, ingeworpen op specifieke, kleine spots en single hookbaits dáár waar je verwacht dat ze zich op dit moment, op die plek zich bevinden. Vaak komt het voor dat, áls je beet krijgt, het niet heel lang duurt. Dan praat ik over een kwartiertje of misschien twintig minuten, maar dan moet er eigenlijk wel al wat gebeurd zijn. Dat is dan ook de reden dat ik drie kwartier en een keer verleggen later, mezelf al af begin te vragen of het überhaupt wel gaat gebeuren. Vrij bizar eigenlijk wel, realiseer ik mezelf. Het is toch wel gewoon ‘het’ karpervissen waarin soms sessies gemaakt worden van 24 uur, 48 uur, 72 uur of weet ik veel hoe lang. En dan na een klein uur al afvragen of het wel gaat gebeuren. Hoge verwachting van deze stek en gelukkig blijf ik toch genoeg vertrouwen hebben om het nog even een goede kans te geven. Ik had net zo goed al verkast kunnen zijn!
Dan zie ik de top van mijn linker hengel uit het niets iets krom trekken en mijn lijn wat strakker lopen. Een lijner of toch een aanbeet….? Zeker in de winter kan zo’n kleine indicatie al betekenen dat er zich iets gehaakt heeft aan de andere kant van de lijn. Dat is dus ook het geval, voel ik als ik de hengel oppak. Een nogal schokkerig ‘iets’ maakt bij mij de gedachte meester dat er een kleine vis zich heeft vergrepen aan het subtiele ‘snowmannetje’. De vis kan ik redelijk gemakkelijk blokken, sterker nog, het zwemt zelfs mee en het begint erop te lijken dat ik hem zo het net in kan loodsen. Iets dat soms wel vaker voorkomt bij wintervissen. Maar niets is nu minder waar, blijkt wel. Wanneer ik de vis voor me heb, schiet deze als een jekko naar rechts en begint runs te nemen die bijna een vonkende molenspoel veroorzaken! Nu begint de dril pas echt! De gedachte over een ‘kleintje’ begint steeds en steeds meer te verdampen. Wat eraan hangt begint ook steeds meer solide aan te voelen. Een kleinere vis zou dit nooit voor elkaar boksen, het zonder onderbrekingen het wijd opschieten en ellenlange runs veroorzaken. Als deze na een paar minuten langzaam stoppen en ik begin met het terugpompen van de vis, wat ook nog niet vanzelf gaat uiteraard, begint het me steeds meer duidelijk te worden dat het om een grotere vis gaat. Als hij één keer aan de oppervlakte flankt en direct weer een spurt neemt richting het wijd, is het me vrijwel geheel duidelijk dat het er één van het grotere slag is, wat wordt bevestigd tijdens de laatste fase van de dril wanneer ik een kop met daarachter een hoge knik zie. Dit is by far een brute spiegel! Als ik hem eindelijk in het net heb en de strijd gestreden is, is daar het momentje van realiseren wel even van in welk decor dit ook heeft plaatsgevonden. Een bak van een spiegel drillen bij een ondergaande februari-zon met een steeds duidelijker wordende volle maan erbij en dan iets erna zo’n winters kanon in het net hebben. Zo een vis als één van de eerste van het seizoen, je kan het slechter treffen. Een vismaat wil, na een telefoontje, graag naar me toekomen om een serie platen te schieten van deze gave spiegel. Zo gezegd, zo gedaan en op zo’n manier is het supermooi om zulke momenten met een goede vismaat te delen en de vangst te vieren. Een super-begin van dit visseizoen!
Massief wintergoud!
Lineaire beauty
We zijn een stukje verder, April, het voorjaar is in volle gang. Zou je zeggen. Dat valt nog vies tegen. We zitten nog steeds in net zoveel laagjes gehuld als in hartje winter, er snijdt een ijskoude noordenwind om de oren en met een beetje pech heb je ook nog een portie hagel op je dak. Veel meer ‘voorjaar’ kan het niet worden. Excuses, ‘winter’. Het is wel al duidelijk, het voorjaar liet lang van zich afweten dit jaar. Maar dat houdt ons niet tegen, want vis vangen is zeker mogelijk.
Ook nu, wanneer ik met een goede vismaat een ochtendsessie aan het vissen ben. Alleen onze zelfverzekerdheid slinkt wel een beetje wanneer we deze April-ochtend opeens overvallen worden door een niet te gematigde hagelbui, die ons dwong om maar snel even een brolly op te zetten. Meer dan kou lijden en naar geruisloos staande hengels staren zit er nu schijnbaar niet in. Met de nadruk op ‘schijnbaar’, want er zat wel degelijk wat in het vat deze sessie. Het hagelbuitje, van vrij buitengewone proporties(het zag compleet wit), blijft nogal fanatiek aanhouden. Maar na een kwartiertje begint het wat te minderen en vrijwel gelijk met dat feit krijg ik een paar piepen op mijn receiver, wat zich opbouwt in een serie piepen en uitmondt in een gematigde run. Helemaal geloven doen we het nog niet, gezien de stek waar de hengel in kwestie is gelegd en gezien het feit dat er net een pak hagel overheen gegaan is en het daarmee de watertemperatuur in korte tijd geen goed gedaan heeft. Maar hij loopt toch af, niets meer, niets minder. We moeten het nog even laten bezinken tijdens de dril zelf, maar dan worden we opnieuw met iets (gaafs!) geconfronteerd wat nog even moet bezinken daarna. Altijd weer het moment dat je voor de eerste keer een flank van de vis ziet, dat blijft bijzonder én vaak een voorzichtig antwoord op de altijd weer terugkerende vraag: ’Wat zal het zijn?’ Want dat is exact wat we nu krijgen. Een rij schubben achter elkaar, ‘apple slices’ zoals ze in Engeland zeggen, wat wel eens heel erg veel kan gaan lijken op een zogenaamde ‘rijen’. En geen kleintje ook! Als ook deze eindelijk in het net zit, is het wel duidelijk. Een perfecte rijen van een vrij groot kaliber ligt daar uitgeteld in de mazen van het net. Precies op dat moment verdwijnen ook de ‘naweeën’ van die hagelbui en breekt de zon door. Hoe mooi wil je het hebben!
Hoe mooi wil je ze hebben!
Knotsgekke spiegelsessie
Behalve het vissen van ochtenden, kunnen avondsessies ook zeer effectief zijn en dat is vaak genoeg gebleken. Dat is dan ook één van de redenen dat ik ook nu een avond de hengels uit de foudralen haal. Het plan om gelijk daarna mijn avondeten klaar te maken valt nagenoeg direct in duigen, wanneer ik direct een aanbeet krijg en gelijk weer een parel van een vis kan bijschrijven. En je gelooft het of niet, het is weer een machtig mooie rijen! Als ik in korte tijd daarna, nog een paar identieke, prachtige spiegels vang, kan mijn geluk al niet op! Uiteindelijk wordt het een avond met bizar veel aanbeten met als kers op de taart een dikke spiegel, waar ik uiteraard ook ontzettend blij mee ben. Als ik de vis eens goed bekijk, krijg ik een flashback naar een paar maandjes eerder dit jaar toen er net zo’n vis in het net lag. Na wat foto’s van toen te hebben bekeken, is het wel duidelijk dat deze vis dezelfde rakker is, die niet genoeg van het voer kon krijgen. Dit jaar al een dubbelvangst dus van deze vis, maar hilarisch genoeg, een paar jaar geleden ving ik deze ook al eens. Het kan soms gek lopen!
‘De vaste klant’
Frans karperavontuur
De zomer van dit jaar stond, onder andere, in het teken van het vissen in het buitenland. Een keer moet de eerste keer zijn en daarom was het hoog tijd om samen met een vismaat, de auto vol te stouwen en met een frisse dosis energie een paar Franse wateren aan te pakken. Na wat tips van goede contacten over de visserij daar, hebben we al een aantal strategieën opgesteld en een soort voerplan, waarvan wij denken dat deze succesvol moet worden. Het mooie is, ieder water vergt weer een beetje z’n eigen aanpak en strategie. Het water in kwestie, is een stuwmeer. Een watertype die het Franse land rijk is, mede door het feit dat deze wateren gebruikt worden voor de drinkwatervoorziening. Daarmee zijn het vaak wateren die ‘man-made’ tot hun laatste, huidige staat tot stand gebracht zijn. Op zo’n water hebben wij nu onze zinnen gezet. Een eerste blik en een eerste indruk van een nieuwe vislocatie is een mooi moment en na wat verkenning, oriëntatie en aardig wat kilometertjes lopen langs de oevers van dit mooie stuwmeer, hebben we een aardig beeld van de omgeving, maar ook van de stekken en weten we weer wat meer info over de visserij op het desbetreffende water. Wat praatjes maken met de aanwezige ‘locals’ loont!
Het meer ziet er bruut uit met de duidelijk aanwezige meandering, die de vroegere rivier, want dat was het, veroorzaakt heeft. Verkenning óp het water is ook niet onbelangrijk en daarom gooien we gelijk de rubberboot vol en bekijken we onze beoogde stek qua diepteverloop op de dieptemeter. Ook dat leert ons dat het in vroeger tijden een rivier was, gezien de oude rivierbedding die, zeker op deze stek, sterk aanwezig is. Plek waar we moeten zijn om te vissen!
Sfeer genoeg in het Franse land!
‘s Avonds beginnen we aan onze voer-ronde. Iets wat we heel de week routinematig gaan doen en wat later bleek, ook de basis van het succes zou worden. We hebben goede moed en bereiden alles voor om de volgende ochtend vroeg te starten met de eerste keer de lijnen nat maken op dit Franse water. Lang verhaal kort, als we dan na drie kwartier al een dubbelrun krijgen, is de toon voor de komende week wel gezet! Een week die eruit zag met elementen als: mega-veel voeren, veel vissen en veel vangen. Typisch een voedselrijk water met veel karper maar niet een extreem hoog gemiddeld gewicht. Iets wat ik ook helemaal niet hoog op m’n prioriteitenlijst heb staan, eerder vermeld in dit artikel. Volgens één van de sterk aanwezige ploeg van de vrienden van de ‘Le Garde Peche’, was het ‘Lac record’ wel een vis van 26 kilo. Maar om die in een week te vangen wordt wellicht een te grote opgave. Anyway, deze visweek was top, maar die ene bak liet maar verstek gaan en het zou toch wel héél gaaf zijn als we een dikke vis erbij zouden kunnen vangen!
Na een week volop gevist te hebben, waarin we ook andere stekken hebben aangedaan, zijn we aangekomen bij de laatste visdag. Een aangescherpte voerstrategie, waarin we een set hengels aangemerkt hebben als ‘de dikke vis-hengels’. Systemen met groot, lomp haakaas, met net zulk groot aas, compact bijvoeren en plaatsen buiten de grote, algemene voerstek waar het gros van de aanbeten al vanaf komen. Lang laten liggen en kijken wat er komen gaat. En geloof het of niet, het gebeurt ongeveer volgens het boekje.
Mooie dingen!
Aan het eind van de middag krijgen we op deze hengel een héle langzame oploper. Nu heb ik al een aantal wat grotere vissen mogen vangen en veel van deze hadden gemeen dat dat geen snoeiharde runs waren. Deze keer dus ook niet! Als ik de hengel oppak, lijkt het toch niet zo’n heel bijzonder exemplaar te zijn, want het komt wel heel gemakkelijk mee. Toch als hij dichter en dichter onder de top komt, begint het serieuzer aan te voelen en de focus waarmee ik dril, begint toe te nemen. Het zal toch niet, zo aan het eind van die visweek?
Als ik een langgerekte, kale en grote flank van een grote spiegelkarper zie (en de haak net door het velletje zie zitten…), kunnen we geen seconde wachten en steken het net eronder. Als we de vis goed bekijken, bekruipt ons een enorm gevoel van verlichting. Iets waar we dus stiekem wel op hoopten. Na een hele serie kleinere vissen vangen, op het eind van deze week vissen, zo’n gave bak als afsluiter vangen! Ja, beter wordt het eigenlijk niet! Blij dat we een bruut karper-avontuurtje, zo konden afsluiten!
Machtige afsluiter!
Nazomer-Gigant
Een lokaal water wordt bezocht, deze najaars-achtige nazomerochtend. Werpend vissen, het spomben van een voermix bestaande uit klein aas op een paar stekken, maar ook het vissen van een pop-up met wat hele 12mm-boilies erond. Echt een iets verfijndere aanpak, omdat het vrij lastig hier kan zijn. Met dat in ons achterhoofd, verwachten we ook niet in korte tijd direct een karper te vangen. Maar gebeuren kan het altijd! Al zijn het de veel makkelijker vangbare grassers, zeelten of brasems, die hier ook hun rondjes zwemmen.
Zoals ik zei, het is aan het einde van de nazomer, maar aan alles is te merken en het hangt gewoon in de lucht dat het najaar eraan komt. Zulke ochtenden waarin de zon langzaam opkomt en mistflarden boven het water en omgeving hangen, is altijd genieten, zeker met een goede bak koffie. Maar waar onze verwachting eigenlijk al naar uitgaat, het blijft gedurende de eerste uren stil, heel stil. We hebben wel goed vertrouwen in de ‘vallen’ die uitgelegd zijn, maar zeer actief is de vis niet. Ik heb net een hengel verlegd en minuscuul wat bijgevoerd en we zitten net als ik volstrekt uit het niets, een oplopende run hoor van de linker hengel. Als ik ernaartoe sprint, zie ik deze mega-krom staan en het is duidelijk dat het een goeie vis moet zijn, die niet van het pop-upje kon afblijven. M’n vismaat beweert direct dat dit één van de betere moet zijn, terwijl ik nog steeds geloof dat het ook nog wel een graskarper kan zijn. Als de vis geheel naar links zeilt en vervaarlijke pogingen doet om zich maar ergens vast te zwemmen, begint het toch wel te dagen dat het een slimme, dus oude vis moet zijn, die zijn territorium als z’n broekzak kent. Als hij in het vrij heldere water, onder de top komt ziet mijn vismaat het al gelijk. Eén van de topvissen! Nu wordt het spannend, want ook nu doet de vis verwoede pogingen om een rietkraag in te duiken en zich te lossen. Gelukkig gebeurt dit allemaal niet en kunnen we deze moeilijk vangbare gigant, moeizaam scheppen. En dat imago ‘moeilijk vangbaar’ heeft deze wel, want volgens de verhalen zitten heel wat mensen achter deze vis aan, maar blijft deze de dans ontspringen. Behalve nu dus, als we even een ochtendje op dit water komen vissen. Wat een vis is dit! Een superbrute schub, donker gekleurd, beetje two-tone, oud en wordt niet vaak gevangen. Toch wel even een vliegensvlug hoogtepuntje van een visjaar zo, super onverwachts, maar super welkom! Als we de oude strijder terugzetten en ondertussen de zon stevig aan het branden is, moeten we daarna snel opruimen. De klus is snel geklaard, om het zo maar eens te verwoorden. Zulk soort ochtendsessies gaan vliegensvlug voorbij, maar het zijn dan wel de sessietjes met de ‘gouden randjes’. De absolute pareltjes!
De oude strijder. Wat een vis!
Dat waren vijf anekdotes, vijf hoogtepunten uit mijn visjaar. Een jaar waar ik tevreden op terug kan kijken en me ook weer voldoende inspiratie geeft voor volgend jaar. Een jaar waarin we op visgebied ook weer lekker gas gaan geven! Ik hoop dat jullie hetzelfde ervaren en ervan hebben genoten. Iedereen een gezond én vangrijk 2022 gewenst!
Merijn Verhelst
Merijn is op Instagram te volgen via ‘Allroundanglers’.
Facebook: Merijn.verhelst