**KLAAR**                Vissen op Roofblei .....slecht                 voor je har

Vissen op Roofblei .....slecht voor je hart!

door Eric Marteijn

Het was een mooie zomeravond langs de Donau in Zuid-Hongarije ruim 10 jaar geleden… Met mijn Hongaarse collega en gids zaten we na een lange velddag in de ooibossen van Gemenc op een krib. We genoten nog even van de schoonheid van deze rivier voor we met de kano de terugtocht naar het stadje Baja zouden maken.


                       


“Prachtige kop van een Nederlandse roofblei”

Plotseling was er die enorme plons langs de ondiepe oever van het kribvak….. dat kon alleen maar een roofvis zijn, maar welke? Mijn gids sprak uitsluitend Hongaars en ik helaas niet. Maar we hadden de afgelopen dagen over vogels en planten uitsluitend met de latijnse namen gecommuniceerd en daar met het betere handen en voetenwerk voldoende aan toegevoegd om elkaar uitstekend te begrijpen. Echter in dit geval was zijn opmerking ” Aspius aspius” onvoldoende om bij mij een belletje te doen rinkelen…. Uit zijn handen en voeten beschrijving begreep ik dat het iets speciaals moest zijn: een vis zonder tanden, die algemeen was op de Donau en die met name in de avondschemer de ondiepte opzocht om met veel geweld daar kleine visjes te verschalken. Ik moest het die avond verder doen met nog een tiental grote plonzen en de wijsheid dat de Hongaren de vissen regelmatig vingen met een spinnertje.

Pas toen ik de volgende dag de visgids kon raadplegen bleek het om de Roofblei te gaan, een vis die ik uit Nederland echt niet kende. Later begreep ik uit de literatuur dat er in die periode slechts sporadisch een waarneming was van kleine exemplaren in Nederland.

Juni 1998 viste ik trollend op snoekbaars op de IJssel toen ik tot driemaal toe in de volle stroom een grote kolk zag bij de oever. Het was rond de middag en de kolk leek veel op een mooie snoek die een visje in de oppervlakte pakte. Alleen de plek vond ik wel wat vreemd. In ieder geval de moeite waard om er verschillende malen met ondiep lopende, kleine en grote pluggen, overheen te slepen. Daarna nog een kwartiertje op dezelfde plek gooien met allerlei soorten lepels. Helaas zonder resultaat…..

Beide gebeurtenissen waren allang vergeten toen ik in juni 1999 weer die grote kolken zag op exact dezelfde plaats als het jaar ervoor. Nu moest ik het toch weten…... Inmiddels had ik het vermoeden dat het roofblei moest zijn, mede op grond van regelmatige berichten over de toename van deze soort op de Nederlandse rivieren en met name de IJssel.

                       


“Eric met mooie roofblei van de IJssel”

Weer met allerlei pluggen over deze plekken trollen, aanvankelijk vooral in de bovenste waterlaag. Er stond daar echter op een aantal plaatsen 6 tot 8 meter water! Uiteindelijk kwam er bij toeval een dieplopende plug aan onze hengel te hangen….. en je raadt het al…terwijl je de plug gewoon voelde ” wervelen” in de sterke stroming op 6 meter diepte, sloeg de hengel van mijn vismaat Johan met een een ongelofelijke klap haast dubbel. Een korte maar felle dril volgde en jawel hoor een roofblei van 70 cm werd geland. Aanvankelijk toch nog twijfel…. is het geen Winde ? Maar de onderstandige bek (“centenbak”) en de kleur van de staart (donker tot zwart) bevestigde ons vermoeden.

We vingen er later nog een , nu “slechts” 59 cm en weer op die diepduikende plug. Om verdere misverstanden te vermijden….. het was een “gewone Rapala”, de Fat Rap Down Deep in dit geval. Gekozen om in de volle stroom toch te blijven zwemmen en een diepte van 6 meter te kunnen bereiken. Bovendien niet te groot om in de relatief kleine bek van de Roofblei te passen.

                       


“De Fat Rap Down Deep…”

We hebben daarna nog verschillende malen de stek afgevist op roofblei, maar met wisselend succes. Op 27 augustus vingen we dat jaar de grootste….72 cm. brute kracht, die met enkele runs steeds weer verticaal naar 7 meter diepte dook. Snel een foto van deze corpulente krachtpatser en vlug en voorzichtig weer terug in het water. Want een waarschuwing lijkt op zijn plaats; de roofblei is een krachtige vis, maar oogde ook zeer kwetsbaar en er treedt snel schubverlies op Onze vissen kunnen gelukkig weer groter groeien en ons en anderen nog veel visplezier bezorgen.