**KLAAR**                In                 maart op riviersnoekbaars (deel 2)

In maart op riviersnoekbaars (deel 2)

door Piet Driessen
 
We gaan van de normale situatie uit in deze periode, en dat betekent dat het water sneller stroomt en de waterstand natuurlijk wat hoger is dan normaal. Vele malen heb ik vissers zien aankomen en na tien inworpen weer huiswaarts zien keren. De reden was altijd dat het te hard stroomde. Nu ik dit artikel aan het uittikken ben is de situatie hetzelfde. Eind februari is het; er is veel stroming op het water en een verhoging van de waterstand van maar liefst 2 meter. Maar de grote rovers zijn op dit moment toch vrij goed te vangen. De meeste vissers laten het echter afweten. Het materiaal. Wij pakken een hengel van 2.70 tot 3.00 meter, een mooie lengte voor deze visserij die we nu toepassen. Zorg voor een strakke actie. Een 40/45 grams hengel is prima. Natuurlijk nemen we lijnen met weinig rek (voor mij is dyneema daarvoor het meest geschikt) maar er zijn inmiddels ook enkele nieuwe nylon lijnen op de markt met zeer weinig rek. De keuze is aan jullie. De stalen onderlijn die we gebruiken is minimaal 40 cm. We gebruiken altijd een stalen onderlijn als we met kunstaas vissen, omdat ook onze vriend de snoek in deze periode kan toehappen. Zelf vis ik werpend altijd met de molen en trollend met de reel. Op deze manier kan ik beide technieken goed toepassen.

                       


Altijd een stalen onderlijn om vriend snoek tegen zichzelf te beschermen


Langwerpige pluggen

Welk aas we gebruiken in maart? Kort maar krachtig: pluggen! De aasvisjes blijven ditmaal thuis. Waarom? Omdat ik in deze tijd van het jaar nu eenmaal meer moet zoeken naar de snoekbaars, en met een visje als aas bestrijk ik gewoon te weinig water. De vangkansen zijn dus stukken lager dan wanneer ik met de plug het water ga verkennen. De keuze in kunstaas is snel gemaakt in deze periode. Langwerpige pluggen moeten we hebben. Deze keuze is er een uit de pure praktijk, een keuze die door het verzamelen van gegevens zo uit de computer rolt. Toppers in deze periode zijn de Deep Thunderstick en de Little Mack van Storm; de Deeprunner en Risto Rap van Rapala en de Bomber Long A. Deze pluggen hebben alle als goede eigenschap dat we ze snel naar de bodem kunnen brengen. Door de stand van de schoep lopen ze bovendien niet snel vast aan de bodem, omdat de schoep het eerste contact maakt met de bodem en niet de haken. De rest van onze kunstaasverzameling laten we gewoon thuis, omdat deze langwerpige pluggen samen met ons het werk moeten gaan doen.


De aanpak

Wie vaker mijn artikelen leest, weet dat ik veel in de nabijheid van havens, plassen en grintgaten vis. In maart komen er nog wat stekken bij en wel op de breedste gedeelten van de rivier. Op deze plekken staat de minste stroming. Net achter een binnenbocht is er ook altijd een rustig gedeelte waar minder stroming is en dat zijn de plaatsen waar de witvis in maart even uitrust om daarna verder te trekken. Natuurlijk reageren onze snoekbaarzen hier ook op en zullen op deze plaatsen de witvis opwachten. Achter een binnenbocht ga ik als volgt te werk. In deze periode van het jaar liggen de oevers bezaaid met takjes die zijn aangespoeld. Ik werp wat takjes net achter de bocht -om de tien meter- in het water en observeer hoe de stroming ermee speelt. Op deze manier kun je precies zien waar de takjes snel doordrijven of juist blijven liggen. De plaats waar de takjes blijven ronddrijven en waar dus weinig stroming is, is dan ook de plaats waar we onze pluggen gaan inzetten.

                       


We beginnen altijd met stroomafwaartse worpen

Nu we de plaatsen gehad hebben en de hengel hebben opgetuigd gaan we inwerpen. We beginnen altijd stroomafwaarts te werpen. Op deze manier kunnen de pluggen heel langzaam hun werk doen en vertonen ze de juiste actie die de snoekbaars tot aanbeten moet verleiden. De eerste worp moet altijd langs de oever zijn omdat dit de plaatsen zijn waar de snoekbaars kort in de buurt zit. Heel wat mensen die deze periode mee gingen vissen, waren verbaasd dat de snoekbaarzen zo kort tegen de oever stonden. Maar ja, de praktijk bepaalt nog altijd de vangsten op onze rivieren.

Na het inwerpen draaien we een paar slagen tot we contact met de bodem hebben, daarna blijven we heel langzaam draaien en proberen toch voorzichtig contact met de bodem te houden. Op deze manier kunnen we op elke visplaats een twintigtal worpen maken totdat we recht voor ons eindigen. Stroomopwaarts gooien valt af te raden omdat dit verspilling van worpen is en nagenoeg nooit iets oplevert in deze tijd van het jaar. Na dit ritueel verplaats ik mij weer een vijftiental meters en voer hetzelfde nogmaals uit. Dit doen we tot de eerste snoekbaars toehapt. Dan vissen we deze plaats natuurlijk goed uit omdat ze echt niet alleen staan in deze tijd.


Enkele tips

Omdat je in deze tijd ook grote snoekbaars kunt verwachten neem ik altijd een schepnet mee. Dat is veiliger om de vis te landen dan de kieuwgreep toepassen. Door onverwachte golfslag van boten riskeer je een nat pak en op de oever zitten de stenen vol spekgladde algenaanslag. Gewoon scheppen dus. Neem natuurlijk een fototoestel mee om de vis en de visser op de plaat vast te leggen, en denk ook aan de innerlijke mens. Soep of koffie is belangrijk om warm te blijven in maart.

                       


Een foto van de vis is een leuke herinnering

Ik hoop dat je succes zult hebben met manier van vissen die ik hier beschreven heb. Ik weet zeker dat je hiermee kansen krijgt om een leuk aantal snoekbaarzen te vangen. Neem de vis natuurlijk niet allemaal mee naar huis, wil je er eens eentje meenemen voor eigen gebruik kies dan bewust voor een vis tussen de 60 en 65 cm en zet de rest weer terug. Op die manier kunnen ook onze kinderen in de toekomst deelnemen aan een van de mooiste hobby’s: vissen op snoekbaars! (slot)