image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip: Deel 39 Tregde en Farsund

Tekst en fotografie: Geert Luinge

Hallo vismaat. 

Vandaag zal ik proberen een samenvatting te geven van de conclusies die we hebben getrokken... uit de fouten die we tot-nu-toe hebben gemaakt, bij het zeevissen in zuid Noorwegen. Ofwel... de lessen die we leerden, de verbeter-punten voor een volgende vistrip en de laatste puntjes op de i.  

Kort samengevat ziet zo'n evaluatie er ongeveer zo uit: 

- We willen voortaan niet te veel gokken op één specifieke vissoort, maar eerder aanpassen aan de omstandigheden en gauw overschakelen op een andere techniek of andere soort. Achteraf gezien... hebben we te lang doorgevist en te veel tijd verspild aan het zoeken naar 1 soort die helaas nogal dun gezaaid bleek te zijn, dus daardoor hebben we kostbare tijd verprutst. Kan beter.

- We zijn ook van plan om eens wat vaker aan het oppervlak, bijvoorbeeld op geep te gaan vissen. Dat komt er meestal niet van, omdat je voor geep met een piepklein aasje hoog door het oppervlak moet vissen, anders vang je ze niet. Dus wie een geep wil vangen moet meestal zijn hengel omtuigen en dat is toch een minpunt. Maar als je de moeite neemt, ergens aan wal gaat en op een rots een paar worpen doet met je lichtste spinhengel en een mini-pilkertje ... dan komt er zomaar opeens... uit het niets... zo'n zilveren schicht boven water. Op een plek die op het eerste gezicht totaal visloos leek. 

Gepen... die zitten er wel... aan het oppervlak... maar je ziet ze niet ! Ook niet als je met een dure polaroidbril heel goed in het kraakheldere water kijkt. Een truc die ik vroeger leerde van een oude geepvisser was: gooi een paar stukken hout of stokken of takken in het water... en de gepen komen daar op af. Ze gaan vaak zelfs óver die takken heen springen ... omdat zo'n tak in het water meteen garnaaltjes en speldaas aantrekt... waar die gepen dan weer op gaan jagen. ... en je moet ook niet gek opkijken als je op diezelfde stek een donders mooie zeeforel aan de lijn krijgt.

- Sowiezo moet je vooraf eigenlijk niet te veel vaste-plannen te maken en geen al-te-hoge verwachtingen hebben. Dat kan alleen maar teleurstellingen geven, omdat die plannen vaak niet door kunnen gaan (of uberhaupt niet realistisch waren) . Gewoon kijken wat er op je pad komt.  

Alles wordt bepaald door de weersomstandigheden en daaraan moet je je nou eenmaal aanpassen. Als het mooi weer is heb je pure mazzel, maar wie gaat zitten mokken vanwege het slechte weer bederft zijn eigen humeur en het weer wordt er niet beter op. In het leger zeggen ze dan:  adapt, improvise and overcome.  

- Zoals altijd hadden we weer veel te veel spullen meegenomen. Een grote achterbak vol tassen, kisten, kratten, koffers en trommels vol kakelbont kunstaas. Teveel om op te noemen. Terwijl je in de praktijk toch meestal kiest voor dat ene oude-vertrouwde kunstaasje waar je in het verleden goed mee hebt gescoord. 

Dus de kunstaastrommels mogen voortaan wel een onsje minder. Tenminste... wel meerdere exemplaren van hetzelfde kunstaas (vanwege verspelen), maar niet een trommel vol met honderd verschillende dingetjes, want uiteindelijk gebruik je toch er slechts een paar . 

- En gewoon zogenaamd ouderwets 'old-school' vissen met natuurlijk aas... is al duizenden jaren zeer succesvol geweest... dus ook vandaag, morgen en overmorgen. Met een lijn en een haak en een strip vis (of garnaal, zeepier, inktvis, zalmvel) kun je vrijwel alle vissoorten vangen. Dus... het vissen met kunstaas is leuk en handig en modern (en erg goed voor de economie), maar... het blijft toch altijd namaak en het smaakt nooit naar èchte vis. De kans dat een roofvis in de gaten heeft dat het kunstaas nep is... is best groot... maar de kans dat hij een verse strip makreel zal weigeren is ontzettend klein. Kortom: neppe namaak kan best goed zijn, maar echte natuur is nóg beter. 

- De volgende keer gaan we minder loodballen meenemen en als gewicht vaker een pilker-zonder-dreg gebruiken.  Dat scheelt in het totale bagage-gewicht en een glinsterende pilker trekt meer aandacht dan een doffe loodbal, dus daar komt sowiezo uit nieuwsgierigheid meer vis op af.  

En wat dacht je van een lichtgevende pilker, zonder dreg, als loodgewicht. Als je die steeds op de bodem laat neerploffen trekt hij gruwelijk de aandacht... en je aas hangt erboven... Kat int bakkie. Dus voortaan minder camouflage kleuren en op de bodem van de zee juist lekker veel aandacht trekken. 

- We gaan voortaan vaker vissen met een Bottom Bouncer (zie vorige aflevering), want dat werkt perfekt. Je komt nooit vast te zitten aan de bodem,  je kunt een groot gebied nauwkeurig uitkammen en je kunt er allerlei soorten (kunst) aas achter hangen. Super handig.  

- Voortaan willen we een goeie stek ook vaker op een dag bezoeken. Dus meer stek-hoppen van de ene stek naar de andere. Omdat zo'n plek dan weer een poosje met rust gelaten wordt en eventueel geschrokken vis de kans krijgt om terug te keren naar z'n oude plek.  

- Zodra de gelegenheid zich voordoet (dus zodra de wind zwak genoeg is) gaan we wèl naar open zee. Dan gaan we proberen op het diep andere- of grotere vissen aan de lijn te krijgen, want die kans krijg je niet vaak. Het is verleidelijk om te blijven vissen op de inmiddels-bewezen-stekken, maar achteraf ben je meestal toch blij dat je een nieuwe stek hebt uitgeprobeerd.

- We gaan voortaan nóg vaker in het fileer-hok kijken wat de andere vissers hebben gevangen. Daar kun je heel veel wijzer van worden. Stekken en tips zijn er gratis te grabbel. Meestal zijn de mannen in het fileerhok goed gehumeurd (biertje erbij) en vooral blij met- en apetrots op- hun vangst. Dus die zijn altijd lekker loslippig. Met een beetje slim doorvragen kun je bij zo'n gozer alle details lospeuteren over de manier waarop... en de exacte stek waar hij die vis heeft gevangen... en zulke stek-info-updates zijn natuurlijk goud waard. 

- Nog een plan voor de toekomst: elke keer als we hier in de buurt op vakantie zijn ... en we hebben een boot tot onze beschikking... dan gaan we toch óók ergens vanaf de kant vissen ! Dat geeft altijd een heel ander sfeertje, je komt er vaak bijzondere vissoorten tegen, en vooral als het op zee winderig is kun je maar beter ergens in de luwte aan wal staan. 

- Een les die we al eerder hadden geleerd (maar een beetje waren vergeten) bewees zich in de praktijk voor de zoveelste keer. Namelijk: als je (op zee) op een bepaalde stek binnen een half uur geen beet hebt gehad (of als je een paar keer hebt vastgezeten aan de bodem) dan heeft het echt geen zin om daar te blijven doorvissen.

Dan zit er gewoonweg geen vis (of ga je nog meer lijnen verspelen) en moet je akuut verkassen naar een stek waar je wèl binnen een half uur beet hebt. Langer blijven doorgaan en geduldig wachten op een aanbeet heeft meestal geen zin. Dan sta je je tijd te verdoen en dat is zonde. Dus voortaan blijven we nèt zo lang verkassen en uitproberen  tot we binnen een half uur wèl een aanbeet krijgen. Tenminste... dat is het plan. 

Hierboven zie je het verschil tussen een doorn-haai en een honds-haai. Ze zwemmen hier overal rond in het zuiden van Noorwegen (waarschijnlijk veel meer dan wij denken) maar er wordt weinig op gevist.  

Het zijn hongerlappen met een ontzettend goed reukvermogen en je kunt ze vrij makkelijk vangen. Maar... dan moet je dus wel met natuurlijk aas vissen. Dan gaat de kunstaas-trommel aan de kant en komt de snijplank met verse makreel tevoorschijn. Dan krijg je vieze handen, dan gaat het stinken, dan hangt er vers aas in het water... en daar komen de haaien opaf !  

Op teevee zie je bijna dagelijks docu's over het sublieme reukvermogen van haaien, dus je zou dom zijn als je daar als visser geen gebruik van zou maken. Haaien moet je lokken, met rubby-dubby of ander slachtafval waar veel olie en bloed in zit. Het probleem is meestal... hoe je dat lokaas zo dicht mogelijk in de buurt van het haakaas krijgt... en waarschijnlijk is dat lokaas ook binnen een paar minuten verdwenen, opgegeten.  

Op kunstaas kun je ze (als er heel veel zitten) ook wel vangen (bijv. met olie geimpregneerde shads), maar dan zul je nooit de vreet-orgie meemaken, die mogelijk is als je een portie verse makreel op de bodem van de zee legt. Een haai volgt altijd zijn neus. Heus.

Maar helaas... aan elke vakantie komt een eind, dus op de laatste avond van deze trip moesten we beslissen wat we zouden doen.  

- Zeg... we hebben nog een paar uur... en dan is dit avontuur afgelopen... Wat wil jij het allerliefst nog één keer doen ?  

- Nou... dan zou ik graag nog een dotje van die doornhaaien vangen ! 

- Dus weer naar Farsund rijden en daar vanaf de steiger een partij haaien vangen ? 

- Nouenof. Zekerweten. 

Zo gezegd, zo gedaan. Dus een uur later gooien we daar onze makreel-filets en zalmvellen te water en... dat was akuut vanaf de eerste minuut een gekkenhuis ! 

Meteen bij de eerste inworp haakte hij al een doornhaai... en toen wou ik even een foto maken van de dril,  maar... dat kan absoluut niet terwijl je zelf een hengel hebt uitgegooid ! Binnen een paar tellen hangt de volgende hongerige haai aan je aas. Even rustig een kiekje maken is er niet bij.  

Dus terwijl ik in het donker stond te klooien met m'n camera  hoorden we opeens de top van mijn hengel klapperen op de steiger... we zagen de lijn straklopen... de top naar het water buigen...maar... gelukkig greep hij in een snelle reflex die tweede hengel erbij en drilde 'perongeluk' twee haaien tegelijk. 

- Als een koning zo rijk... met twee haaien tegelijk !

Maar... het toeval wou dat de doornhaai die aan mijn hengel zat... uiteindelijk de grootste vis van deze trip bleek te zijn. Dus... op wiens naam gaan we hem nu bijschrijven op de scorelijst? Wie krijgt de punt voor de grootste ? Zonder mijn hengel had hij hem niet gevangen, maar zonder hem had mijn hengel waarschijnlijk op de bodem gelegen. Dus de conversatie aan het begin van deze vistrip (afl.35) over 'wanneer heb je een vis officieel gevangen ?' bleek achteraf helemaal zo gek nog niet.  

Gelukkig was deze doornhaai nog nèt iets kleiner dan het exemplaar dat we vorig jaar boven water haalden, maar... ze zwemmen hier vast nog veel groter. Ziterdikin. 

- Zeg...moeieluistere..  

- Wattisser ?  

- Keppenidee. 

- Lamaarhore.  

- Weetjewat... we maken er voortaan helemaal geen wedstrijd van !  

- Vinnikook.  

- Alles wat we vangen... vangen we samen... als team.  

- Jatuurlijk. 

- Niks geen prestatiedrang en egotripperij.  

- Neejoh. 

- Gewoon alle vangsten bij elkaar optellen en extra genieten als je maat succes heeft.  

- Zowissut.  

- Maar... wèl voor de gein de vangsten opschrijven en een soortenlijst bijhouden.  

- Goedplan. 

- Dachtikook.  

- Doenwe. 

- Zullen we dan maar afsluiten ? 

- Watjijwil.  

- Of had je misschien nog een wijze spreuk in gedachten ? ... iets over Noorwegen ofzo ? 

- Ehhh... nou... zal ik je vertellen...  

- Dit is een land om van te dromen... en nog héél vaak terug te komen ! 


Vissersgroeten van Arie en Geert : email:  g.luinge2@upcmail.nl

Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via > deze link <