image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip ( 19 )

Tekst en fotografie:  Geert Luinge

In de vorige afleveringen van deze Noorse vistrippen-evaluatie zijn we druk bezig geweest met het vangen van veel- en grote vissen.

Maar soms moet je het even rustig aan doen. Soms moet je even tot jezelf komen. Ontspannen. Onthaasten. Relaxen. Gewoon ergens op een rots gaan zitten en nadenken over het leven. Even uitblazen en je realiseren dat die dolle drukke waanzin in Holland nog steeds doorgaat, terwijl jij hier in de wilde Noorse natuur op een rots zit te genieten van de tijdloze rust.

 

Maar niet iedereen denkt daar hetzelfde over.

We waren een keer op visvakantie met een paar jonge jongens erbij en die ADHD-gasten konden geen genoeg krijgen van het vissen en vooral het vangen. Ze bleven (met haringpaternosters) aan de lopende band grote haringen binnenboord hijsen en de bodem van de boot vulde zich gestaag met klapperende haringen. Het was een hyperaktieve drukte, een gekkenhuis. De boot werd spekglad en alles zat onder de schubben.

Maar gaan we die allemaal meenemen en gaan jullie die vanavond allemaal staan schoonmaken ? Je zou ze eigenlijk meteen in een koelbox met ijs moeten gooien maar die heb je zeker niet bij je ?

Ja stop nu maar zo is het wel genoeg. Pak nu maar weer een groter kunstaas en probeer bijvoorbeeld een knappe pollak of koolvis te vangen. Daar heb je meer sport aan en als je die terugzet zwemmen ze tenminste weer vrolijk verder.

Je ziet hier trouwens duidelijk het verschil tussen de kleur en de zijlijn van een pollak (boven) en een koolvis (onder). Maar voor grotere vis (vanaf 80 cm) heb je een steviger hengel nodig en vooral een forse molen. In de loop der jaren zijn onze molens en reels steeds sterker en steviger geworden, met dikkere gevlochten lijnen op grotere spoelen.

We hebben nogal wat (te kleine- en te zwakke) hengels, molens en reels gesloopt. Er zijn visdagen geeindigd met geschroef en gesleutel aan kapotte beugels, gesloopte slippen, kromme assen, krakende lagers, ingesleten topogen en diverse gebroken hengels. Een boze heilbot die met zijn machtige staart klappert kan in de boot een ware ravage aanrichten.

Er waren mannen die hun evenwicht verloren en bovenop een bos hengels vielen, er waren gasten die even niet opletten en met hun lijn in de schroef van de motor belandden waardoor we stuurloos waren. En er waren gasten die zó fanatiek aansloegen, dat ze keihard tegen de hengel van hun vismaat aan knalden, waardoor er twéé hengels tegelijk gebroken waren. Die sukkel was ik zelf.  

Er zijn ook diverse ogen van hengels afgebroken doordat we teveel hengels in te weinig foudralen in de koker hadden gepropt. Op het vliegveld is die hengelkoker blijkbaar zo mishandeld, dat de geleide-ogen los uit de koker rolden toen we hem terplekke openmaakten. Lekker begin van je vistrip.

Dus op de paklijst staat ook altijd isolatie-tape en ducttape en secondelijm en 2 componenten-lijm en zelfs zacht-plastic lijm voor lekke waadpakken, regenkleding e.d. je weet nooit wat er kapot gaat.

Tijdens de visserij in Noorwegen krijgt je materiaal echt op zijn sodemieter. De subtiele molentjes waarmee je in Holland op snoekbaars vist zijn daar niet tegen opgewassen. We hebben het geprobeerd, maar die molentjes liggen nu in de prullenbak.

Dan is er nog een onderwerp dat we even moeten aansnijden : de keuze tussen groot en klein. Ik bedoel: de keuze die je altijd zult moeten maken als je in zo'n visrijk land als Noorwegen bent. Wat wil je ? Heel véél vis vangen en dat zijn dan meestal de kleintjes of wil je juist gróte vissen vangen ? Maar dat zijn er véél minder. Je moet kiezen er is eigenlijk geen tussenweg.

Wil je een ijzersterke heilbot in de boot krijgen ? Dan zul je met materiaal moeten vissen dat de ongelooflijke kracht van zo'n beest kan temmen.

( deze twee foto's zijn genomen om 02 uur 's nachts zó licht is het 's zomers ter hoogte van Trondheim)

Maar als je liever een andere byzondere vissoort wil vangen, dan moet je aan de gang met een lichter stokkie, subtiele onderlijntjes en veel kleinere haakjes. Maar aan een te lichte hengel krijg je een knappe heilbot niet omhoog, en aan een te zware hengel heb je weer geen lol van een knallende roodbaars.

Je moet steeds weer kiezen.

  • Ga je voor een kist vol kabeljauwen en koolvissen omdat je dan lekker veel kunt drillen ?
  • Ga je voor een partij platvissen om te fileren, om later thuis heerlijk van te smullen ?
  • Wil je die ene bakbeest-heilbot aan boord hijsen in een poging je persoonlijk rekord te verbeteren ?
  • Of ga je voor dat ene piepkleine pitvisje dat je nog nooit hebt gevangen, zodat je hem eindelijk mag bijschrijven op de soorten-scorelijst ?
  • Een kinderhand is gauw gevuld, maar welke vis vang jij het aller-aller-állerliefst ??  Blijft lastig.

Ik ben nog iets vergeten. Toen we in een van de vorige afleveringen bespraken bij welk getij je het beste zou kunnen gaan vissen ben ik iets vergeten te vertellen, wat in de praktijk namelijk is gebleken.

Volgens mij is er één bepaald moment waarop de vangsten op veel Noorse zeewateren echt het állerbest zijn. Dat is het moment van kenterend hoogwater. Ik zal je uitleggen waarom.

Stel je voor: de Noorse zee en de Noorse kustlijn met talloze (duizenden) eilanden voor de kust. Het is daarnet eb geweest ... en nu gaat het water weer opkomen.  Het stijgende zeewater stroomt tussen de vele eilanden door en zal op een gegeven moment de hoogste stand/vloedlijn aan het vasteland bereiken.

Maar nu komt het... Midden op zee is op dat moment het water alweer aan het afgaan maar door de weerstand van de eilanden voor de kust blijft het water veel langer hangen bij het vasteland. Terwijl het zeeniveau al flink gezakt is en komt dan bij het vasteland plotseling de kentering van hoogwater en daarna gaat het heel hard stromen, doordat het zeeniveau inmiddels nog verder is gezakt.

Die omkering van de stroomrichting plus de plotselinge harde eb-stroom die erop volgt maakt dat prooivissen ineens de weg kwijt raken en roofvissen juist dan toeslaan. Dat ene moment is volgens mij het allerbeste moment om te gaan vissen (aan de Noorse kust). Het beste halfuurtje van het hele getij. Elke dag zijn er twee van zulke momenten, waar je ook bent.

Zorg dat je op die momenten met een hengel op/aan het water zit/staat en wees alert, want dit is het moment-suprème om iets moois te vangen. Zeevissen is meestal een kwestie van goeie timing.

En dan is er nog de faktor: Hoe sterk is zo'n vis eigenlijk ? Hoeveel drilplezier kun je er aan beleven ? Het vangen van een zeewolf (zoals hierboven), met zijn gevaarlijke tanden, spreekt wel tot de verbeelding, maar als je weet wat een luie slome dweil dat is tijdens de dril (net als lom, die doen ook helemaal niks)

dan kun je toch echt meer plezier beleven aan een doodgewone makreel. Die knokken tenminste als een bezetene !  En wat dacht je van een vals-gehaakte makreel ... Sorry, dat was niet de bedoeling maar wel spectaculair !

Nog even wat anders: ik wil je nogmaals waarschuwen voor het Noorse weer. Als je pech hebt kan het (ook 's zomers) soms nog knap koud zijn. We kampeerden bijvoorbeeld op het eiland Hitra, waar de thermometer 's morgens 5 graden aangaf. ( trouwens, het lijkt ongelooflijk, maar de ruim 5 kilometer lange tunnel naar het eiland Hitra ligt maar liefst 264 meter onder zeeniveau !! Knappe jongens, die Noren !)

We reden in mei ter hoogte van Tromso naar onze visbestemming, maar toen lag er nog een halve meter sneeuw langs de weg. En we wilden in juni ergens in het zuiden aanleggen aan een steiger, maar die was 's nachts keihard bevroren en we glibberden over het spekgladde ijs.

Waarmee ik wil zeggen: neem altijd genoeg warme wind- en waterdichte kleding mee. Ook in de zomer kun je mazzel hebben en dan laat je die kleren gewoon in de kast liggen maar soms is het nodig om meerdere fleecevesten en een regenpak over elkaar heen aan te trekken, dus die moet je wel bij je hebben.

En je weet: slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel. Of het er modieus uitziet en of er reklame opstaat is helemaal niet belangrijk, zolang kleding maar kwalitatief goed, degelijk en funktioneel is. Ik bedoel een spijkerbroek met scheuren is tegenwoordig hip en cool maar dat slaat natuurlijk nergens op.

Vroeger kreeg je als jochie een draai om je oren of huisarrest als je tijdens het vissen ergens (perongeluk) met je broek in het prikkeldraad was blijven hangen, maar tegenwoordig betaalt de jeugd extra geld voor een expres gescheurde spijkerbroek. Waanzin.

Trouwens als je de hele dag op zee op je hurken heen- en weer zit te wiebelen in een boot, dan zit een rekbare- en sneldrogende  polyester/fleece broek véél lekkerder om je kont dan zo'n stijf knellende- natblijvende- koude- katoenen spijkerbroek. Mode is zelden nuttig.

Maar het kan 's zomers in Noorwegen ook goddelijk lekker zijn. Weldadig warm en heerlijk windstil. Met een spiegelgladde zee en een aangenaam zonnetje op het water.

Dan kun je tot laat in de avond bij een gouden zonsondergang (ook zonder hengel) samen heerlijk zitten relaxen op de steiger. Genieten van het leven. Dan is Noorwegen pas ècht een paradijs.

Volgende keer de laatste aflevering van deze serie.

Voor opmerkingen, reakties en/of vragen: g.luinge2@upcmail.nl