image description

De Allrounder 131 : Pré-wedstrijd ( Deel 3 )

Dan moeten we voorbij een slotenstelsel dat we alle drie wel goed zien zitten. Hier kwamen namelijk al vele snoeken uit. Gedrieën gooien we nauwkeurig alle stekjes uit.

Het is ‘gelukkig’ Felix die aan de bak mag. Het is een aanval met behoorlijk wat kabaal en die trok dan ook natuurlijk ons aller aandacht. Bijna gelijktijdig klinkt bijgevolg uit drie monden een luide “YES” als we de hengel zien krom gaan. Nog zo een filosofische bedenking bewijst andermaal zijn waarheid: “hoe langer je moet wachten op een vis, hoe meer deugd hij doet.” Het is duidelijk aan Felix gezicht te zien dat dit een “deugddoener” is.


Daar is eindelijk die deugddoener

Daarna lopen we nog vele sloten af, doen nog vele worpen, zonder resultaat. De zon is al lang haar afdaling begonnen, als ik midden op een brede afwatering een aanbeet krijg. De vis hangt kort aan mijn haak, maar springt zich spectaculair los. Jammer, want die leek mij ook ruim de 70cm te halen.

Het moment van het gele licht breekt aan. Bij de fotografen staat dit bekend als het gouden uurtje. Ik kan erg genieten van dit licht. Om de één of andere reden valt me dit ook altijd meer op tijdens de winter dan in de zomer. Ik ben eigenlijk veel meer geconcentreerd op die vlammenzee aan baderkleuren aan de overkant, dan op mijn aasvoering.


Vlammende herfstkleuren

De knal die dan plots op de top door komt, doet me hierdoor extra hard opschrikken. Mijn achterste hersenen sloegen al eerder mijn arm reflexmatig naar achter, dan mijn voorste hersenen weten wat er aan de hand is. Het uit het water opspringend snoekje trekt me ten volle terug in de realiteit. Alsof het niet zeker is dat ik het de eerste keer heb gezien, springt het nogmaals het luchtruim in. Grappig toch, zo een klein snoekje dat zich zo sterk weert tegen de kracht van mijn hengel. Het baat hem weinig, even later ligt het op de kant. Veel groter dan 30cm is hij niet, maar ik vind die kleine snoekjes zo een prachtige wezentjes dat ik er altijd meerdere foto’s van maak.


Prachtig toch

Zeker in dit gele licht komt zijn schoonheid van zijn jonge kleuren nog beter naar voren. Ik ben blij dat ik op mijn Windex-shad-combinatie ook nog de kleintjes kan vangen. Ik vreesde al dat dit geheel wat te groot zou zijn, en ik zou het missen om geen kleine vissen meer te kunnen vangen. Eén nadeel aan het vangen van kleinere snoeken is dat ze met hun scherpe tandjes gemakkelijk de siliconen beschadigen. Mijn Double-body-shad had al behoorlijk wat sneden in zijn lijf, maar deze kleine rover scheurde hem helemaal van de loodkop. Ik zal bij de wedstrijd van volgende week best een paar reserve-shadjes in het bereik houden. Ik moet er niet aan denken dat ik mijn super vangende aasje nog eens zou moeten missen.


Bijna helemaal aan flarden

We springen weer de wagen in voor een laatste ritje. We trekken naar een gebied waar we nooit eerder visten, kwestie van wat nieuw water te leren kennen. Daar ligt er nogal wat van in de omgeving, en we besluiten om op te splitsen. Felix mag kiezen welke kant hij het liefste uit gaat, en als hij alleen wil vissen of niet. We wensen hem nog een mooi laatst uurtje toe als we de andere kant uitstappen. Kurt slaat bij zijn tweede worp al toe, de vis gaat er kort op de kant nog af. Die telt dus niet volgens onze ongeschreven wetten. Even verderop is het weer raak. Zijn Seducto jerkbaitje werd dit keer erg diep verzwolgen. Meerdere haken grepen vlees, dus de kans dat deze vis zich zou kunnen los schudden was erg klein.


Diep verzwolgen

Bij een smal water, dat naar een ‘vergaarbak’ loopt, mag ik nog eens. De aanval is prachtig te volgen in het enigszins helder water. Met heel veel overtuiging komt de rover vanaf de overkant van de beek aangestoven. Direct na het toehappen slaat hij fel met zijn kop opzij; de aanbeet komt hierdoor nog hard door op mijn hengel. Hij lijkt me tijdens dat showspel niet zo erg groot, en ik verbaas me enigszins over de kracht die deze eerder kleinere vis tentoon spreid. Als hij dan aan het einde van het gevecht op zijn zij komt te liggen, zie ik waarom deze vis zo sterk was in vergelijking met zijn lengte. Het is een gespierde brede vis die mijn shadje nog maar eens behoorlijk toegetakeld heeft.


Breed gespierd

Even later loop ik langs de brede vergaarbak. Op zo een stuk kan je nog wel eens de “mother of all” ontmoeten. Vaak zijn dat echter ook ondertussen de meest geleerde snoeken, en vang je ze erg moeilijk. Alsof het een wedstrijdje “om het verste gooien” is, schiet ik mijn Rapture-aasje bij elke worp richting overkant. De Windex is na zo een worp nog maar pas gevallen, als er bijna gelijktijdig een ruk aan de lijn te zien en te voelen is. Het tegengewicht dat ik ervaar bij de aanslag belooft een stevige dril. Dit komt ook uit, het duurt een tijdje voor ik de vis kan landen. De vis blijft lang diep, en doet regelmatig mijn slipschijven verslijten. Echt spektakel wordt hierbij niet geleverd, maar hoe langer het duurt, hoe liever ik hem eens een eerste keer wil zien. Het is weer een dikke zeventiger, en dit lijkt me een mooie “brochet d’adieu” zoals we onze laatste snoek van de dag graag benoemen.


Is dit mijn brochet d’adieu???

Onze ‘toegestane vistijd’ is namelijk bijna om, we houden ons graag aan de afspraken die we met de vrouwen maakten. Bovendien kan een kortere winkeltijd voor hen ook onze bankrekening voor een deel redden. We zetten de terugtocht in, maar lopen daarvoor via een evenwijdige weg waar ook water langs loopt. We kunnen dus evengoed hier en daar nog wat worpen maken. Het slootje loopt aan het einde erg smal uit. Met één goed gemikte worp kan je de ganse ‘breedte’ afgevist hebben. Kurt schakelde een tijdje terug naar zijn lievelingsshad: “het wafelijzer”. Deze lijkt een beetje een te groot stuk kunstaas voor zo een smalle sloot, maar een op de loer liggende rover beslist daar anders over. Een boeggolf rijst snel op terwijl hij het geel-rode ‘kwispelding’ aanvalt. De aanbeet kan niet worden gemist, en al heeft het snoekje niet veel plaats om zich hard te verweren, toch is Kurt blij met de komst van zijn brochet d’adieu.


Kurts brochet d’ adieu

We zullen ons nu toch wat moeten haasten om op tijd aan het hotel te staan. Ik beleefde best wel een mooi dagje, en voel me volledig klaar voor de wedstrijd van komende zaterdag.
Bart Debaes

Nawoord: De wedstrijd zelf liep niet even goed. Ik werd er ‘maar’ derde. Maar ik heb een prima uitvlucht, want als het niet loopt zoals verhoopt, dan ligt het aan het materiaal en niet de visser hé. De reden is namelijk dat ik te vroeg mijn chatterbait verspeelde aan een uit het zicht, onder water liggende balk. Ik had geen andere chatterbait bij. Ik was er wel even door van mijn slag. Al is dit natuurlijk niet de juiste reden, maar gewoon een makkelijke uitvlucht. Eender hoe, zonder deze chatterbait ga ik niet snel meer naar de polder, ik sloeg alvast al wat reserves in   . Euch, en voor diegene die na mij een leeg rek in de winkel vond, sorry hoor ………. Not...


De wintervoorraad is  ingeslagen