Snoekbaarsjager (9)

Snoekbaarsjager (deel 9)

Is er onderlinge communicatie tussen roofvissen en bestaat er een rangorde?

In de natuur heerst de wet van de sterkste. Snoek bijt niet alleen naar aasvis maar ook naar indringers om zijn territorium af te bakenen. Alleen voor en tijdens de paaiperiode vind je verschillende mannetjes en één of meerdere vrouwtjes kort bij elkaar.

Een snoekbaarsmannetje verdedigt zijn nest na de paai en bijt zonder schroom naar veel grotere indringers. Het aangeboden aas of kunstaas wordt dan veelal gezien als een vijand en wordt heftig aangevallen, vandaar de keiharde aanbeten op pluggen. Je vindt meestal vele snoekbaarsnesten bij elkaar.


Bart met een zwarte, mannelijke nestbewaker.

Baarzen jagen meestal in groepsverband. Tot voor de dag in de lucht is gebeurt er niets en plots als het daglicht echt doorbreekt dan begint het water te kolken van de jagende baarzen op jaarlingen. Een gehaakte baars wordt door soortgenoten gevolgd, soms tot in het schepnet!

Voedselnijd jaagt de andere baarzen op om de baars te volgen welke een aasvisje bemachtigde. Je ziet iets gelijkaardigs bij meeuwen. Zij volgen ook de gelukkige die een visje kon bemachtigen in de hoop het van hem af te nemen mocht dit uit zijn bek tuimelen.


Winterbaars.

Aasvisjes verplaatsen zich dikwijls in een gesloten, hechte groep. In deze wolk zitten de sterkste visjes midden in en de zwakkere visjes zwemmen noodgedwongen aan de buitenkant. De zwakkere broertjes vallen dan ook als eerste ten prooi aan de hongerige rovers. Roofvissen omsingelen de kooi aasvissen, zaaien verwarring in de gelederen en slaan dan toe.

Bij snoekbaarzen bestaat er een rangorde. De jaarklassen maken een school uit, aangevuld met een aantal grotere exemplaren van voorgaande jaren. De kleinere snoekbaarzen vallen de school aasvisjes aan. Ze eten maar doden of kwetsen ook nog een aantal andere aasvisjes zonder deze te verorberen. De grote en oudere snoekbaarzen pikken dan de gewonde of gedode exemplaren gewoon van de bodem.

Ik heb uiteraard nog nooit zo’n jachtspektakel met eigen ogen kunnen zien, maar heb het wel zo aangevoeld bij het bevissen van zo’n school snoekbaarzen. Vang ik bijvoorbeeld regelmatig een snoekbaars tussen twee waters al hangend of hoog boven de bodem met een drachkovitch takel, dan vang ik dikwijls de grotere glasogen liggend op de bodem met een vers gedode aasvis op diezelfde stek.

In diepe meren vind je kort bij de thermocline de grootste snoekbaarzen en ook dikwijls de grote snoeken in het late najaar. Deze spronglaag is de grens waar de koude en warme waterlaag tegen elkaar aansluiten net voor de winter en in die periode een bepalende factor zijn om snoekbaarzen en andere roofvissen te vangen. In de hogere, koudere waterlaag vang je sporadisch nu meestal nog kleine glasogen.


Mooie snoek al verticalend gevangen.

Ja, er is onderlinge communicatie. Vissen groeperen zich in functie van veiligheid, eenzelfde jaarklasse bijvoorbeeld sluit zich aan, of in functie van een activiteit zoals paai, winterrust, jacht naar voedsel. Dit ploegspel is er telkens volgens de natuurlijke omstandigheden zoals begin van de jacht bij aanvang van de stroming. Vluchten doet ook de andere leden van de groep vluchten.

Daar waar je bepaalde vissoorten kan observeren zoals springende of aan de oppervlakte rollende karpers zie je dit oppervlaktegedrag weinig bij snoekbaarzen. Heel uitzonderlijk zag ik eens op een zonnige dag een groep  grote rollende vissen tussen de waterlelies in de Kalenbergergracht in Overijsel.

Toen ik met een ondiepe dobbermontage mijn aasvis tussen deze lelies deponeerde ving ik verschillende vette snoekbaarzen die telkens weer gretig het aangeboden aasvisje onder water sleurden. Al mijn deducties zijn gebaseerd op ‘onderwater‘ ervaringen.

Naast de factor geluk, zijn het je aasaanbieding en/of je aasgrootte die je toelaten uit een groep de grotere exemplaren te vangen. Tijdens een zacht voorjaar, op goede zomer- en herfstdagen, als de snoekbaars ‘loopt‘, dan krijg je zeker op bepaalde tijdstippen van de dag doortochten van glasogen op een goede stek. Blijf gerust een paar uur liggen en verkas niet te snel.


Die dag net geen 100.

Waarom zijn er de zogenaamde ‘solitairs‘ of eenzaten? Wanneer de grotere exemplaren niet snel genoeg meer zijn of als het voedselaanbod verkleint dan worden ze als het ware verplicht de groep te verlaten. Bij het azen in groep hebben deze joekels het immers veel moeilijker om hun deel van de buit mee te pakken.

Deze vissen vang je veelal liggend aan groot dood aas (vijftien cm), en vergeet niet: ze nemen hun tijd, ze storten zich niet blindelings op een prooi. Rangorde is de macht van de sterkste: eten of gegeten worden. Snoekbaarzen zijn  kannibalen op hun broed van dat jaar.

De plekken waar grote snoekbaarzen in hinderlaag liggen worden weinig bezocht door kleine glasogen. De kleinere exemplaren bevinden zich dan wel in de nabijheid maar duidelijk op een andere structuur. Bijvoorbeeld in het Schelde Rijnkanaal links, voor de Kreekraksluizen, heb je een gebied met een diepe baggerput en enkele ondiepe platen.

De joekels zitten veelal tegen de rand van de putten op de met mossels begroeide richels en de kleinere glasogen bevolken de ondiepe platen. Snoekbaarzen stoppen hun jacht als hun ‘jachtvoordeel‘ op de prooivissen veel minder wordt. Dit ondervind je in de zomer, ‘s morgens na de vangperiode bij dageraad. Het stopt met aanbeten bij alle boten in je nabijheid. Zoek dan een andere stek op, meestal dieper.

**************************************************************
Een broeder van mij in Petrus: Jean

Een fenomenale snoekbaarsvisser! Hij was lange tijd mijn vaste vismaat en ik introduceerde hem op het Haringvliet. Daarna pionierde hij samen met mij en nog enkele andere visvrienden op het Zoommeer. Het Volkerak leerde hij als geen ander doorgronden. Voordien viste hij alleen in de Biesbos. We kochten beide dezelfde aluminium visboot en deelden al onze kennis.

 

Hij is de uitvinder van de speld en van het balletje, en samen met mij, van het hangend vissen. Over al deze systemen later veel meer. Ik ving met hem veel grove snoekbaarzen in Spanje en snoeken in Ierland. Voor er sprake was van gps was hij de specialist in gedetailleerde en juiste kruispeilingen.

Ik herinner mij één van zijn plekken in de Biesbos ergens in het midden van het water, en door geen mens bevist, waar enkele takkenbossen begroeid met mossels, telkens weer de nodige dikke snoekbaarzen opleverden! Hij alleen beviste die plek. Van ons allemaal ving hij zeker de meeste snoekbaarzen tot op vandaag. Hij heeft de snoekbaarscirkel rond op Haringvliet, Volkerak en Zoommeer.

**************************************************************

Volgende week deel 10!

Mocht u vragen hebben aan de auteur, dan kunt u die mailen via jan.van.de.linde@telenet.be


ANDEREN LAZEN OOK

image description
Snoekbaarsjager 26
Total Fishing Import -
image description
Snoekbaarsjager (25)
Total Fishing Import -
image description
Snoekbaarsjager (24)
Total Fishing Import -