In Urk wordt nu Barramundi gekweekt. (Telegraaf) Straks kan je in het IJsselmeer op Barramundi vissen. Wie opperde eerder dat het een verrijking van de hengelsportmogelijkheden was.
Beste Henk, het klopt natuurlijk dat er ook in de kleinere afgesloten wateren minder vis zit. Daar zitten n.l. andere beroepsvissers, aalscholvers genaamd. Juist op de door jou genoemde HSV wateren (vaak klein, relatief ondiep en met weinig beschutting) kunnen deze enorm huishouden en complete jaarklassen wegvagen.
De achteruitgang van de hoeveelheid vis op de grote wateren is m.i. in heel veel gevallen weldegelijk toe te schrijven aan de beroepsvisserij.
Ik verwacht niet dat die Barramundi het hier gaat redden, omdat het een (sub-)tropische vis is. Maar er zijn wel lichtpuntjes.In Australie zijn er wel land locked populaties, de vis leeft normaal voornamelijk op zout water en paait op zoet. Voorkeursbiotoop voor jonge vis zijn mangrovevelden, wat op zich wel overeenkomt met die staken van de beroepsvissers. De Waddenzee wordt steeds warmer, dus naar zee gaan zou kunnen. Maar: het arme beest gaat dood van de honger, want er zwemt hier gewoon niet genoeg prooivis meer.
Kunnen we niet beter gaan kijken naar een mooie rover die aalscholvers eet?
Verder moeten we ons niet blind staren op kreten als faunavervalsing. De grenzen worden voornamelijk getrokken door mensen, dieren hebben geen flauw benul waar het ene land op houdt en het andere begint. De gewone mus bv lijkt hard op weg in NL uit te sterven, maar in Duitsland wordt geklaaagd over een plaag. Die beestjes vliegen gewoon even verder weg dan voorheen.
In de Achterhoek broeden flamingos, er lopen hier wisenten, en vraag elke willekeurige vliegvisser maar na, overal zwemmen regenboogforellen ( oorspronkelijk uit VS).
En Sensor, idd, ook de mens zelf overschrijdt al eeuwen zijn natuurlijke grenzen. Er wonen mensen op Spitsbergen, de Zuidpool en op 5 kilometer hoogte.( zelfs al in de ruimte, al is dat nog tijdelijk). Alleen door aanpassingen van onszelf redden we het daar. Uitgezette dieren ervaren dat niet anders. Is de biotoop ongeschikt, vallen ze weg, is ie goed, leven ze verder. Zelf vinden ze dat niet vervelend, alleen de mens bemoeit zich met andere levende wezens en benoemd ze als ongewenst.
Is er trouwens ook een rover die amerikaanse rivierkreeftjes lust?
Beste Michael
Michael schreef: , het klopt natuurlijk dat er ook in de kleinere afgesloten wateren minder vis zit. Daar zitten n.l. andere beroepsvissers, aalscholvers genaamd. Juist op de door jou genoemde HSV wateren (vaak klein, relatief ondiep en met weinig beschutting) kunnen deze enorm huishouden en complete jaarklassen wegvagen.
0-0-0-
Neem hierbij nog het probleem dat tijdens/ na de paaitijd (4 maanden ), de factor helder dun water in combinatie met veel zon. 90 % van het kuit en het jonge broedsel het niet overleeft. Dus ook weer een oorzaak van het verloren kunnen gaan van een jaargang.
Hier zijn wij het denk ik wel helemaal eens Michael .
Michael schreef: De achteruitgang van de hoeveelheid vis op de grote wateren is m.i. in heel veel gevallen weldegelijk toe te schrijven aan de beroepsvisserij.
0-0-0-
Ik wil dit wel wat nuanceren . Als van een beroepsvisser met alle visrechten ( dus geen sport) het water in open verbinding centraal strategisch ligt binnen een vakwater met openverbindingen met gedeelde wateren sport/beroepvisserij beheert door een VBC ,kan deze beroeps visser inderdaad bij ondeskundige visserij de visbestanden uit de omringende wateren wel beheerde visbestanden aantasten .
Daarom is de regionale VBC ingevoerd door LNV voor een totaal visbeheer van de alle aanwezig visbestanden . Door de jaargangen van deze bestanden goed in de gaten te houden , kan er ook vooraf woorden bekeken welke visbestanden er geoogst kan worden en hoeveel . Op deze manier beheers je de visbestanden van het hele regionale gebied .
Voor de sportvisserij geen probleem, maar de beroepsvisser moet maar afwachten of die niet een mes in zijn rug krijgt van die sportvisserij . Medegezien sommige berichten door sportvissers zou ik ook niet persoonlijk als beroepsvisser hier graag aan mee willen werken . Dus verstrijken de jaren door deze patstelling.
Verder vraag ik mij af of er wel is, is nagedacht door de beroepsvissers weg voorstanders . Hoe de jaargangen van de visbestanden in groot open water dan vastgesteld moeten worden(ijsselmeer), en het eventuele overschot als pootvis gevangen vis weer moet worden uitgezet op een HSV water geplunderd door de aalscholvers zonder deze beroepsvissers ??..
Ben weer terug van vakantie en uiteraard hebben we nog steeds niets bijgeleerd. Nog steeds dom geneuzel en op helemaal niks gebaseerde meningen. Ten eerste is Barramundi een (sub)tropische vis.
Dus die moet wel heel snel gaan evolueren of voor mijn part muteren om hier in het wild te kunnen overleven. Verder basrt het hier van de uitheemse soorten. Dat is ook al van alle tijden en een fenomeen dat niet te stoppen is.
Vroeger zat hier bv ook geen snoekbaars, Roofblei en meerval (en nog wat soorten). Dus als die verdwijnen is er in principe helemaal niets aan de hand. Daarom begrijp ik niet dat er mensen die tegen barramundi zijn zitten te klagen over teruggang van snoekbaarsstand. Hier zou je in dat geval blij mee moeten zijn. En zelfs als die barra hier in het wild kan overleven dan is dat alleen maar mooi. Hebben we weer een interessante soort voor het beroep en blijven er automatisch ook een paar voor ons over en natuurlijk ook een paar snoekbaarjes.
Mooi toch ??
Ik wens iedereen, waarschijnlijk tevergeefs, een beetje verstand toe.
Beste Henk, het klopt natuurlijk dat er ook in de kleinere afgesloten wateren minder vis zit. Daar zitten n.l. andere beroepsvissers, aalscholvers genaamd. Juist op de door jou genoemde HSV wateren (vaak klein, relatief ondiep en met weinig beschutting) kunnen deze enorm huishouden en complete jaarklassen wegvagen.
De achteruitgang van de hoeveelheid vis op de grote wateren is m.i. in heel veel gevallen weldegelijk toe te schrijven aan de beroepsvisserij.
Ik verwacht niet dat die Barramundi het hier gaat redden, omdat het een (sub-)tropische vis is. Maar er zijn wel lichtpuntjes.In Australie zijn er wel land locked populaties, de vis leeft normaal voornamelijk op zout water en paait op zoet. Voorkeursbiotoop voor jonge vis zijn mangrovevelden, wat op zich wel overeenkomt met die staken van de beroepsvissers. De Waddenzee wordt steeds warmer, dus naar zee gaan zou kunnen. Maar: het arme beest gaat dood van de honger, want er zwemt hier gewoon niet genoeg prooivis meer.
Kunnen we niet beter gaan kijken naar een mooie rover die aalscholvers eet?
Verder moeten we ons niet blind staren op kreten als faunavervalsing. De grenzen worden voornamelijk getrokken door mensen, dieren hebben geen flauw benul waar het ene land op houdt en het andere begint. De gewone mus bv lijkt hard op weg in NL uit te sterven, maar in Duitsland wordt geklaaagd over een plaag. Die beestjes vliegen gewoon even verder weg dan voorheen.
In de Achterhoek broeden flamingos, er lopen hier wisenten, en vraag elke willekeurige vliegvisser maar na, overal zwemmen regenboogforellen ( oorspronkelijk uit VS).
En Sensor, idd, ook de mens zelf overschrijdt al eeuwen zijn natuurlijke grenzen. Er wonen mensen op Spitsbergen, de Zuidpool en op 5 kilometer hoogte.( zelfs al in de ruimte, al is dat nog tijdelijk). Alleen door aanpassingen van onszelf redden we het daar. Uitgezette dieren ervaren dat niet anders. Is de biotoop ongeschikt, vallen ze weg, is ie goed, leven ze verder. Zelf vinden ze dat niet vervelend, alleen de mens bemoeit zich met andere levende wezens en benoemd ze als ongewenst.
Is er trouwens ook een rover die amerikaanse rivierkreeftjes lust?
Beste Michael
Michael schreef: , het klopt natuurlijk dat er ook in de kleinere afgesloten wateren minder vis zit. Daar zitten n.l. andere beroepsvissers, aalscholvers genaamd. Juist op de door jou genoemde HSV wateren (vaak klein, relatief ondiep en met weinig beschutting) kunnen deze enorm huishouden en complete jaarklassen wegvagen.
0-0-0-
Neem hierbij nog het probleem dat tijdens/ na de paaitijd (4 maanden ), de factor helder dun water in combinatie met veel zon. 90 % van het kuit en het jonge broedsel het niet overleeft. Dus ook weer een oorzaak van het verloren kunnen gaan van een jaargang.
Hier zijn wij het denk ik wel helemaal eens Michael .
Michael schreef: De achteruitgang van de hoeveelheid vis op de grote wateren is m.i. in heel veel gevallen weldegelijk toe te schrijven aan de beroepsvisserij.
0-0-0-
Ik wil dit wel wat nuanceren . Als van een beroepsvisser met alle visrechten ( dus geen sport) het water in open verbinding centraal strategisch ligt binnen een vakwater met openverbindingen met gedeelde wateren sport/beroepvisserij beheert door een VBC ,kan deze beroeps visser inderdaad bij ondeskundige visserij de visbestanden uit de omringende wateren wel beheerde visbestanden aantasten .
Daarom is de regionale VBC ingevoerd door LNV voor een totaal visbeheer van de alle aanwezig visbestanden . Door de jaargangen van deze bestanden goed in de gaten te houden , kan er ook vooraf woorden bekeken welke visbestanden er geoogst kan worden en hoeveel . Op deze manier beheers je de visbestanden van het hele regionale gebied .
Voor de sportvisserij geen probleem, maar de beroepsvisser moet maar afwachten of die niet een mes in zijn rug krijgt van die sportvisserij . Medegezien sommige berichten door sportvissers zou ik ook niet persoonlijk als beroepsvisser hier graag aan mee willen werken . Dus verstrijken de jaren door deze patstelling.
Verder vraag ik mij af of er wel is, is nagedacht door de beroepsvissers weg voorstanders . Hoe de jaargangen van de visbestanden in groot open water dan vastgesteld moeten worden(ijsselmeer), en het eventuele overschot als pootvis gevangen vis weer moet worden uitgezet op een HSV water geplunderd door de aalscholvers zonder deze beroepsvissers ??..
Misschien weet u hier een antwoordt op.
Met vriendelijke groet,
Henk Slegh.
Heren, Heren, Heren,
Ben weer terug van vakantie en uiteraard hebben we nog steeds niets bijgeleerd. Nog steeds dom geneuzel en op helemaal niks gebaseerde meningen. Ten eerste is Barramundi een (sub)tropische vis.
Dus die moet wel heel snel gaan evolueren of voor mijn part muteren om hier in het wild te kunnen overleven. Verder basrt het hier van de uitheemse soorten. Dat is ook al van alle tijden en een fenomeen dat niet te stoppen is.
Vroeger zat hier bv ook geen snoekbaars, Roofblei en meerval (en nog wat soorten). Dus als die verdwijnen is er in principe helemaal niets aan de hand. Daarom begrijp ik niet dat er mensen die tegen barramundi zijn zitten te klagen over teruggang van snoekbaarsstand. Hier zou je in dat geval blij mee moeten zijn. En zelfs als die barra hier in het wild kan overleven dan is dat alleen maar mooi. Hebben we weer een interessante soort voor het beroep en blijven er automatisch ook een paar voor ons over en natuurlijk ook een paar snoekbaarjes.
Mooi toch ??
Ik wens iedereen, waarschijnlijk tevergeefs, een beetje verstand toe.
Nu stop ik er mee want ik heb beet.
moet je even corrigeren paddeke want een MEERVAL is wel degelijk een INHEEMSE vissoort.
erik