image description

Tips & Trics: Spinstreamer, “de gluiperige” ( Deel 2 )

Door Berthil Bos.

Deel 2

In deel 1 hebben we de spinfly en de mogelijkheden doorgenomen. Nu gaan we verder met de diverse materialen, die je goed kan gebruiken.


De spinstreamer, een bonte verzameling.

De onderlijn, waaraan de streamer wordt gemonteerd, is vaak een persoonlijke keuze. Toch moet je in sommige gevallen de omstandigheden of de te gebruiken streamer dit laten bepalen. Omstandigheden kunnen o.a. veel waterplanten zijn. Om door deze planten te snijden tijdens de dril, moet de onderlijn zo dun mogelijk zijn, maar wel voldoende trekkracht. Single strand Titanium is nu een goede oplossing, want deze is dun bij een hoge trekkracht. Zit er na een dril een knik in het single strand titanium, dan vervang je hem direct. Een nadeel van dit materiaal is namelijk dat je niet kan zien wanneer het verzwakt is.  Het is natuurlijk niet zo soepel als een onderlijn van 7X7 gevlochten staaldraad, die je weer kan gebruiken als de streamer veel bewegingsvrijheid moet hebben. Het liefst gebruik ik dit soort onderlijnmateriaal met een plastic coating. Hier kan je een mooie smeltknoop mee maken. Dit soepele materiaal is uitermate geschikt om te gebruiken bij de tubefly’s. Titanium en Fluorocarbon is eigenlijk te stug als de onderlijn door de streamer getrokken wordt. Het moet dan bij zijn bewegingen de gehele onderlijn meenemen, wat de actie beperkt. Bij dit materiaal kan je beter een spelt gebruiken, die als scharnier functioneert.


Bij de Tubefly gebruik ik graag het soepele 7X7 staaldraad.

Een ander materiaal waar ik graag mee aan de slag wil is het al eerdergenoemde Fluorocarbon. Vooral als het water helder is of als er veel gevist wordt, is dit materiaal aan te raden. Door zijn eigenschap dat het vrijwel onzichtbaar is onder water is het hierom goed aan te raden FC. heeft een nadeel dat het geheugen heeft, wat inhoudt dat het altijd terug wil naar de vorm zoals hij van de spoel komt. Ga je hem nu gebruiken, dan zal dit toch iets stugge materiaal tijdens het vissen gaat kringelen, wat de actie tenietdoet. Je moet hem dus eerst “strekken” om een rechte onderlijn te krijgen. Dit doe je boven kokend water, zoals ik al diverse malen in andere artikelen heb beschreven. Als ze eenmaal gestrekt zijn vervoer je ze in een buisje, waardoor ze gestrekt blijven. Opgerold zijn ze in no time weer in de oude kringelende vorm. Je kan een dunnere diameter FC nemen van onder de 75/00, die je wel met de hand kan strekken, maar dit is niet veilig.


FC. is bij helder water favoriet.

Probeer zo weinig mogelijk ballast op de lijn en onderlijn te hebben, om de spinfly alle ruimte te geven met zijn dansjes. Wartels en dergelijke zijn niet nodig en als het met een lus in lus verbinding kan, dan graag. Een ander makkelijk attribuutje is het spinnerkogeltje die je in verschillende groten hebt. Natuurlijk wil je weleens sneller, dieper of met een andere actie je streamer binnenvissen. De holle kogeltjes die je vaak ziet bij diverse spinners kunnen je hierbij helpen. Ik boor de gaatjes van deze metalen bolletjes altijd even uit, zodat ze makkelijk over de onderlijn en eventueel sleeves  geschoven kunnen worden. Je hebt ze in verschillende grote en dus ook gewicht. Natuurlijk krijg je nu, afhankelijk van het gewicht, een andere actie dan een gewichtloze streamer. Nu duikt de streamer meer naar voren en beneden en kan je zo ook op verschillende dieptes vissen. Wat ik bij deze verzwaring zo kan waarderen t.o.v. bijvoorbeeld een vast inhangloodje, is dat de het metalen kraaltje vrij over de onderlijn kan schuiven. Tijdens het binnenvissen van de streamer zal het kogeltje eerst tegen de streamer tikken, om vervolgens naar beneden te glijden bij het afremmen. Neem je nu twee kleine kogeltjes in plaats van één grotere, dan tikken deze ook nog eens luid tegen elkaar aan, waardoor de streamer goed waarneembaar is. Voor het meer opvallen van de streamer, bij zowel vlieg als spinstreamer bestaat er een nog veel betere manier.


Als je iets voor de streamer plaatst, is de actie anders, maar zeker niet verkeerd.

We kennen allemaal wel het kunstaasje de Miuras Mouse, die het eerste daglicht zag tijdens een wedstrijddag van Fly vs Jerk in Scandinavië. Dit harig kunstaasje, die ik steevast “mighty Mouse” noem, heeft veel weg van een spinstreamer en wist voor de camera een waterwolf van 127 cm. te verleiden. Naar mijn mening is buiten het grote harige profiel van dit beestje, vooral de platte stompe voorkant hetgeen dit aasje zo aantrekkelijk maakt voor Esox. Door de voorkant zo af te platten, zorgt dit kunstaasje voor een enorme waterverplaatsing, dat natuurlijk direct wordt opgevangen door het zijorgaan van de snoek. 

Tegenwoordig plaats ik graag ook een waterpush rubbertje voorop de streamer, om hierbij nog meer waterdruk te veroorzaken tijdens het binnenvissen. Juist op “stille” dagen kan dit net datgene zijn wat een aanbeet kan opleveren. Er zijn kant en klare waterpush producten te koop, maar een (kapotte) ronde twister kan ook. Je snijdt gewoon plakjes van een aantal millimeter van de twister en je hebt prachtige waterpush rondjes. Vaak zijn de kant en klare waterpush rondjes gemaakt van een hard materiaal. Deze hebben het nadeel, dat als de streamer bij de kop wordt gegrepen, dit rondjes het haken bemoeilijkt. Het harde schijfje zit klem en kan niet verschuiven. Een zacht rubberen schijfje kan dit wel, al zijn ze dan wel beschadigd. Het werpen van de streamer met een waterpushdisk d.m.v. een vliegenstok kan moeilijk zijn, omdat het windvangers zijn. Werpen met spinstreamers inclusief disk geeft veel minder problemen, aangezien deze streamer meer gewicht bevat.



Nog even als afsluiter het materiaal waarmee je de spinstreamer effectief kan vissen. Als eerste is daar de hengel. Aangezien we te maken hebben met zeer lichte aasjes, is het van belang dat je kiest voor een snelle hengel met een topactie. Het werpgewicht van zo rond de 40 gram is voldoende om wat over te hebben als dit nodig is. Top van de hengel fungeert als een snelle zweep en zal de halve kippen de nodige snelheid geven om zodoende een behoorlijke afstand te overbruggen. Neem de hengel ook niet te kort, want met wat lengte kan je streamer ook beter wegzetten en sturen. Rond de 240 cm. is een goed gemiddelde en als het iets langer kan zijn, zonder dat de hengel aan snelheid inboet, dan graag. Komen we bij de molen of reel. Iedereen heeft zijn eigen voorkeur en beiden hebben zo zijn voor en nadelen. Puristen buiten beschouwing gelaten, zijn dit de verschillen. Een molen is bij veel wind veel gevoeliger voor pruiken in de lijn dan een goed afgestelde reel. Met een molen kan je daarentegen lichtere gewichten makkelijker wegzetten, aangezien de lijn geen weerstand ondervindt van de spoel. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook reels waarbij de spoel zo soepel kan worden afgesteld, dat een gewicht vanaf 20 á 25 gram geen probleem is.

Een groot voordeel van de reel en dan in het bijzonder de low profiel reel, is dat je hem met één hand kan bedienen. Ook de onderhandse worpen gaan makkelijker en sneller, waardoor ik voor een reel kies. Nogmaals, ik ken molenpuristen die lachen om dit soort zaken en daarom moet iedereen dit zelf ondervinden. Op deze molen en/of reel komt een dynema lijn, omdat ik de actie van de streamer graag wil voelen. Om de lichte streamer`over een behoorlijke afstand weg te zetten, is een dunne dynemalijn je beste vriend, maar dit heeft ook zijn nadelen. Eigenlijk bepaald de situatie, aan en op het water, deze diameter. Hoe dunner de lijn, hoe minder de wind hier invloed op heeft en hoe minder wrijving de reel en geleide ogen van de hengel gaan geven. Maar bij veel obstakels en/of waterplanten, wil je ook genoeg power op de vis hebben, om hem of haar je wil op te leggen. De hengel en de streamer voor deze visserij vragen om een lichte lijn van rond de 18/00, maar soms is het helemaal niet verkeerd om een stuk dikker te gaan. Grote afstanden werpen is vaak onnauwkeurig vissen, omdat je meestal niet weet hoe het op deze afstand gesteld is met de onderwaterwereld.
 

Een spinstreamer met een kopje kan ook geweldig huishouden.

Ik ben in eerste instantie begonnen met het spinstreameren, om de “problemen” bij het vliegvissen te omzeilen en om met iets anders te jagen dan wat je normaliter op en aan het water ziet (dressuur}. Nu ik alles goed onder de knie heb, wordt het alsmaar moeilijker voor mij om over te schakelen naar zwaardere kunstaasjes. Het genot dat ik beleef aan de gehele dag werpen met de lichte streamers en vooral het subtiel terugvissen van het beestje, maak de keuze voor een andere soort kunstaas soms erg moeilijk. Ook de streamspinner is geen wonderaasje, maar onze hobby heet dan ook “vissen” en niet “vangen”.

Als laatste. Natuurlijk zijn er ook spinfly’s met ingebouwde verzwaringen, zoals ingebonden gewicht en kopjes die voorop de boel enig gewicht moeten geven. Deze kunnen zeker vriend Esox foppen, maar zoals eerder gezegd, heb ik streamers behandelt die {bijna) de vliegenstokstreamer kunnen nadoen.