TotalFishing

Bij nacht en ontij.

Door Michel Dekker

’t Is weer voorbij die mooie zomer… Gerard Cox zong deze tekst een hele tijd geleden en zonder te weten wat voor hobby’s de beste man er in die tijd op nahield kan ik me indenken dat sportvissen er één van was. In de zomer zijn er immers zoveel leuke dingen te beleven aan de waterkant die er in de koude maanden niet zijn… Bovendien blijft het gedurende de zomermaanden lekker lang licht en is er tijd zat om na je werk nog even lekker te vissen. Lekker op karper met de korst, even een paar uurtjes zeebaarzen of op harder vissen. Of lekker aan je conditie werken door een avondje te turbospinnen op roofblei. Het zijn leuke bezigheden voor de zomeravond.

””

Vanaf het moment dat de temperaturen weer wat stijgen kijk ik uit naar de tijd dat het ‘s avonds tot een uur of half elf licht blijft, heerlijk! Het is een periode waarin ik na m’n werk snel naar huis fiets en m’n hengels grijp. Een periode dat het avondeten er wel eens bij in schiet en er regelmatig een “patatje majo” of een Mc.”Haring” genuttigd wordt. Een periode dat ik een regelmatig leven heb: slapen, werken, vissen, slapen, werken…

Zonder nu direct vol sentiment uit te wijden over de eerste woorden van dit artikeltje kunnen we inmiddels best stellen dat ze voor 100% kloppen. We zijn immers diep in de herfst, begin winter beland met alle bij behorende klimatologische ongemakken. Of ben ik misschien de enige die kou, wind en regen “minder prettig” vindt ? Een ander nadeel van de herfst is dat de dagen korter worden. Helemaal nadat de klok een uurtje is teruggezet wordt het belachelijk vroeg donker en valt er nadat je gewerkt hebt eigenlijk niet meer te vissen.

Alleen in het licht
Het was tijdens zo’n lekker avondje vissen aan het einde van de zomer. Een beetje rommelen met pilkertjes leverde aardig wat baars en af-en-toe een snoekbaars op. Na een kort intermezzo bij de lokale hamburgertent kwamen we vlak voordat de schemering intrad weer terug op onze stek. De baarzen zaten er nog steeds maar naarmate het donkerder werd, werden het er steeds minder. De snoekbaarzen werden echter steeds talrijker en nadat we onze pilkertjes verwisseld hadden voor shads begonnen we echt goed te vangen. Het was inmiddels stikdonker.

Alleen in het donker
De volgende dag werd ik direct na m’n werk opgehaald door m’n vismaat en we gingen uiteraard naar dezelfde plek. We zouden met shads wel even een zooitje snoekbaarzen vangen. In het begin viel dat wel tegen. De baarzen konden onze shads nog wel waarderen en regelmatig werden onze shads gulzig naar binnen gewerkt. Rond de schemering werd het rustig met de baarzen. En waar we in het licht geen enkele snoekbaars vingen, gingen ze in het donker compleet los!

“In het donker gingen ze soms compleet los zoals deze vis van Jacob”

Vissen in het donker betekend een extra spanningselement, je ziet je vangst immers niet aankomen. Je hebt natuurlijk wel een vermoeden, je voelt dat het sterk is maar wat komt er nu weer aan? Zeker na een hilarische dril van een vals gehaakte karper vroegen we ons dit regelmatig af. Toppers van snoekbaarzen, echte kastelen, kwamen er regelmatig uit het donker tevoorschijn. Vooral op ondiepe stekken.

Dat veel vissoorten de duisternis niet als beperking ervaren blijkt uit bijvangsten in de vorm van bijvoorbeeld snoeken en grote windes die vol overgave op onze shads doken. Dat paling in het donker actief is, is bekend maar dat ze ook shads pakken?

Verticaal, diagonaal en horizontaal
De plekken waar we vissen zijn makkelijk te vinden en talrijk: bruggen, kademuren, damwanden, steigers, aanlegplaatsen voor schepen, havens, etc. Op al deze plekken kan er in het donker naar hartelust gevist worden. Vaak wordt er verticaal gevist. Maar hebben ze een keer geen zin in een verticaal gevist shadje dan is kan werpend vissen ook erg effectief zijn. Na het inwerpen wordt de shad, net zoals bij het verticalen, met een korte, felle tik van de bodem omhoog getikt. Vervolgens houden we de top gewoon waar die is en zal de shad naar ons toe vallen. “Diagonalen” dus i.p.v. verticalen. De aanbeet komt, net als bij het verticalen, vaak als de shad naar beneden valt. Zorg er dus voor dat er contact met de shad blijft, ook als deze naar u toe valt.

Soms reageren de snoekbaarzen niet op al dat huppelend kunstaas. Gewoon langzaam binnendraaien kan ook erg goed werken. Of langzaam binnendraaien met regelmatig een stop. Een halve (of hele) slag binnendraaien, gevolgd door een rustmoment. De shad komt nu slechts centimeters los van de bodem en wordt meestal gepakt vlak voor óf op het moment dat deze weer stil ligt. De aanbeten zijn bij deze manier van vissen meestal heel rustig.

Juist het rustige vissen levert ons aardig wat vis op en zodoende zijn we nu aan het experimenteren met drijvende jigkoppen en twisters in combinatie met een drijvende kraal. Met dit systeem wordt het kunstaas dus net boven de bodem aangeboden (“horizontalen” dus…). Dit heeft als voordeel dat we minder vaak vastzitten.

Lekker lang donker
Het gedrag van de snoekbaarzen gedurende de donkere uren is volgens mij niet veel anders dan overdag. Op zich is dat niet zo gek natuurlijk want snoekbaars is een vis die bekend staat als zijnde lichtschuw. Soms vangt de ene kleur goed, soms de andere. Soms moet je een shad hebben met een grote beweeglijke staart de andere keer werkt een wat stijvere shad weer goed. Ook in het donker wispelturig dus.

’t is weer voorbij die mooie zomer begon ik dit artikel. “Gelukkig” zou ik bijna zeggen want aangezien we de snoekbaarzen voornamelijk in het donker vangen, is het nu een perfecte tijd. De avonden zijn immers lekker lang, lekker lang donker wel te verstaan!