**KLAAR**        Verticalen op snoekbaars deel 6 SNOEKBAARS

De Nieuwe uitdaging-snoekbaars deel 6

Door Dennis van der Noot & Pieter Kofman

Hengels en Molens
Dat verslavende gevoel, die keiharde aanbeet, die pijnscheut door je pols, dat kleine kriebeltje op je top, het continu moeten concentreren op die aanbeet en dit alles met… de verticaalhengel, het verlengstuk van je arm, het snaarstrakke onmisbare stukje gereedschap waarmee je alles voelt. Laten we eerst die verticaalhengel eens onder de loep gaan nemen.

                       


“Pieter met een plaatje van een vis”

Allereerst is het een vereiste dat dit stuk gereedschap overeen komt met de visserij die je beoefend. Met andere woorden, voor het verticaal vissen op snoekbaars moet je wel met een verticaalhengel vissen en niet met een spinhengel of baitcaster. Natuurlijk kan je ook met deze andere hengels de verticale visserij beoefenen en je visje vangen maar het is niet plezierig om de hele dag met een ‘verkeerde’ hengel te vissen. Deze hengels zijn bewust gemaakt voor een bepaalde visserij en hebben dus ook die kwaliteiten. Vergelijk het met een terreinwagen en een sportwagen. De een is gemaakt voor het ruwe werk, off the road, over grind- en modderpaden en de ander komt het best tot zijn recht op lange rechte snelwegen waar gas gegeven kan worden. Dit geldt dus ook voor het vissen, voor elke discipline een hengeltype.
De verticaalhengel moet het liefst kort (tussen de 180 en 210cm) en strak zijn, met een gevoelige top die alles registreert op de bodem. Of die bodem zacht is of hard, of dat je je shad op een mossel zet of op een vis……. Een vis? Jazeker, dat voel je wel degelijk wanneer je de shad op of tegen een vis zet. De hengellengte is te kiezen tussen de 180 en 210 cm lang. Bedenk wel dat hoe korter de hengel is hoe lichter, strakker en gevoeliger hij in de regel dan zal worden.

Een goede verticaal hengel is te koop bij de betere hengelsportwinkelier. Voordat je er één koopt laat je dan goed voorlichten er zijn namelijk vele soorten verticaal hengels. Een verticaal blank is gemaakt van koolstofvezels (carbon, grafiet, boron) en de kwaliteit van een blank heeft in eerste instantie te maken met de hoeveelheid carbon of grafiet die de fabrikant erin heeft verwerkt en hoe hij die heeft getaperd. (dwz. opbouw wanddiktes van de blank van dik naar dun). Daarnaast kan het zijn dat de blank is afgewerkt met kevlar wikkelingen of een titaniumcoating om de hengel meer power of een mooier uiterlijk mee te geven. Hierdoor ontstaan er zelfs grote prijsverschillen in fabrieksmatige gemaakte hengels. Dit geldt natuurlijk ook voor de handmatig gebouwde verticaal hengels bij de diverse hengelbouwers in ons land. Ga er maar vanuit dat die mensen de betere blanks gebruiken die er op de markt te vinden zijn.

                       


“Hengels en molens”

De componenten die de blank tot een hengel maken, zoals molen/reelhouder, geleidingsogen en kurk/foam handgreep wil je natuurlijk ook zo licht mogelijk houden. Hier zijn ook veel verschillen in te vinden. Bij de professionele hengelbouwer kan je uit diverse soorten molen/reel houders kiezen en uit diverse soorten ogen. Probeer in ieder geval geen extra toeters en bellen op je hengel te zetten wat dat is weer extra gewicht. Belangrijk is dus ook dat je van tevoren een keuze hebt gemaakt tussen het vissen met een molen of een reel. Wij gaan hier straks nog verder op in.

Verschillen in verticaalhengels zijn te merken wanneer je met diverse hengels vist of hebt gevist. Wijzelf hebben er nu meerdere geprobeerd en zijn tot de conclusie gekomen dat wij het beste af zijn met twee hengels. Een strak stokje met geringe topactie voor het diagonalen. En een gevoelig stokje voor het betere verticale peuterwerk. Zonder u nu meteen op kosten te jagen leggen we even uit waarom wij vinden dat je twee verticaal hengels aan boord moet hebben.

Tijdens het diagonaal vissen (bij b.v. een drift langs een taluud) komt er druk op de lijn en je kunstaas te staan. Hierdoor zal een verticaal hengel met veel topactie in de top gaan buigen. Hiermee is een deel van je gevoel en misschien nog wel belangrijker je inhakings vermogen verdwenen. Het is dus beter om dan voor een strakke hengel te kiezen die hier geen last van heeft. Zo is het, als er onder de top wordt gevist, dat de hengel met de topactie beter tot zijn recht komt. Men ziet en voelt dan immers iedere oneffenheid op de bodem en dus ook die kleine aanbeet van die hele grote vis. Natuurlijk speelt ook het loodgewicht waarmee u vist een grote rol in uw hengelkeuze maar toch is de actie van de hengel hetzelfde alleen kiest u nu voor een hengel met meer of minder body omdat u lichter dan wel zwaarder vist. Rest ons nog op te merken dat wij meestal met 10 of 14 grams loodkoppen vissen.

                       

                       


”De zogenaamde hengelgreep”

Dan moeten wij het nog hebben over het verticaal vissen met een molen of reel, wij zullen hier kort over zijn. Wij hebben allebei geen ervaring met het verticalen met een reel. Wat wij erover kunnen zeggen is dat diegene die begint met een molen meestal niet meer overstapt en die met een reel begint net zo. Voor beide is wat te zeggen, bij een molen hangt het gewicht onder de hengel, bij een reel is het makkelijker lijn af te geven. De keuze is aan u.

De molens voor het verticaal vissen zijn heel belangrijk. Het belangrijkste is echter dat de combinatie hengel/molen uitgebalanceerd is. Verticaalvissen vanuit een boot is een vermoeiende bezigheid wanneer deze combinatie niet klopt. Je pols, je arm, je nek en zelfs je rug gaan op het eind van de dag protesteren als je moe wordt. Houdt het daarom zo licht mogelijk. Je hebt tegenwoordig al heerlijke lichte molentjes vanaf zo’n 275 gram. Blijft natuurlijk wel dat deze molens een bijzonder goed werkende slip moeten hebben. En het liefst op de voorzijde van de molen. De één vist het liefst met een molen met dubbele slinger, omdat je dan snel de voet van de slinger in je hand hebt bij een aanbeet, en de ander vist het liefst met een klein (het kleinste) molentje om gewicht te besparen. Ieder zo zijn meug.

Ook belangrijk voor de keuze van uw molen is de manier waarop u de hengel/molen combinatie vasthoudt. Dat wil zeggen, er zijn vissers die de molenvoet met een pengreep vasthouden (zie foto 1) en er zijn vissers die de hengel met een gewone hengelgreep vasthouden (zie foto 2).Voor de pengreep heeft u een wat groter model molen nodig. Wij hebben ook een tijdlang met deze pengreep gevist, maar zijn hiervan afgestapt om 2 redenen. Ten eerste omdat er niet zoveel kracht gezet kan worden bij het zetten van de haak bij een aanbeet als bij de gewone hengelgreep en ten tweede komt het regelmatig voor dat de molenvoet afbreekt bij een harde aanslag. Dat is ons al 2 keer overkomen. De gewone handgreep verdient daarom volgens ons de voorkeur, ook al omdat je dan je vinger op de blank kan leggen voor extra gevoel. Tevens is het mogelijk om met de gewone hengelgreep een kleinere en daardoor lichtere molen te vissen.

                       

                       


”En de zogenaamde Pengreep”

Wat we verder nog kunnen vertellen over molens is de inhaalsnelheid van de molen. Bij het werpend vissen vanaf de kant of vanuit de boot is het lekker om een molen met hoge inhaalsnelheid te hebben om de terugvallende shad na een korte tik te kunnen controleren. Verstandig is het wanneer u zich hierover uitvoerig laat voorlichten door een vakbekwame hengelsportwinkelier.

Al met al, wanneer de combinatie hengel/molen afgestemd is op elkaar, is een dag verticalen ontzettend leuk om te doen. Vooral wanneer er dan ook nog af en toe een aanbeet komt.

Van de binnengekomen lezersvragen behandelen we deze keer die van dhr. J. de Wilde. De overige vragenstellers uit deze ronde krijgen een persoonlijke reactie.

Vraag: “Ik vis vrijwel altijd diagonaal (vanaf een brug in de lengte richting van het water). De enige methode waarop ik dan snoekbaars vang is het kunstaas (vrijwel altijd een twister op een loodkop) met kleine schokjes over de bodem te vissen. Er is nooit echt sprake van een felle aanbeet. Het is altijd net alsof je vuil pakt. De vis haakt zich daarbij zichzelf en de haak zit ook altijd aan de zijkant van de bek (voorin). Soms voel je aanbeten (zoals beschreven) maar laat de vis onmiddellijk los. Nu de vraag: hoe grijpt een snoekbaars meestal het aas? Doet hij dat dwars zoals een snoek en zou hij het aas eigenlijk moeten keren om het te slikken? Of zuigt hij het aas ineenkeer naar binnen. Als dat zo zou zijn verwacht je dat de haak veel dieper zit. Ik ga er dus van uit dat hij de prooi dwars grijpt. Als dat zo is - wat is dan verstandig? Gelijk aanslaan om de haak te zetten of de lijn vrijgeven zodat de prooi beter naar binnen gewerkt kan worden?”

Antwoord: Aangezien u niet het gebruikte loodgewicht van de loodkop vermeld is het voor ons even gissen naar de oorzaak van de zachte aanbeten. Toch denken wij dat u met een te zware loodkop aan het vissen bent. Onze mening is dat de snoekbaars het aas in een vacuum opzuigt. Als het loodgewicht te groot is zal de snoekbaars hier veel moeite mee hebben. Hij zal uw aas wel aanvallen, en dat voelt u ook, maar ziet geen kans de shad goed naar binnen te zuigen. Ons advies is, vis als u gaat werpen zo licht mogelijk d.w.z. dat u nadat u de hengel heeft gelift, u de shad weer zacht op de bodem voelt vallen. In de regel vist u met een 7grams loodkop op +/- 4 mtr. water, 10grams loodkop op +/- 6mtr. water en 14grams loodkop voor nog dieper water.

Vraag: “Jullie beschrijven het migratiepatroon van de snoekbaars tijdens de seizoenen. Verrassend voor mij was dat jullie beschrijven dat zij zich in de winter geheel terugtrekken naar diepere wateren terwijl ik mijn eerste snoekbaarzen juist ving tegen de tijd dat het ijs op het water kwam en anderen mij vertelden dat snoekbaars het warmere water van ondiepe stukken opzocht. Verder schrijven jullie terecht dat snoekbaars vandaag de dag in vrijwel alle grotere wateren voorkomen: meren, rivieren, kanalen, etc. Ik vis vaak op snoekbaars in een kanaal (Valleikanaal bij Amersfoort). Via een aantal sluizen is dat water afgesloten van de rivier de Eem. Het lijkt mij logisch dat de (jonge) snoekbaars via vistrappen terecht is gekomen in het kanaal. Het lijkt mij minder logisch dat grote vissen via deze vistrappen tegen de winter het kanaal verlaten om diepere plekken te zoeken. Het lijkt mij dat ze het moeten doen met de diepste plekken in het kanaal (hooguit 3 tot 4 meter). Enig idee?”

Antwoord: Inderdaad geloven wij ook dat jonge snoekbaars in het kanaal kan komen via zo’n vistrap. En ook wij vinden het minder logisch dat de grote vissen via deze vistrappen het kanaal weer zal verlaten, maar… vergeet niet dat snoekbaars ‘s nachts ondiep tot zeer ondiep (tot in het oppervlak) aan het jagen kan zijn. Mocht het zo zijn dat er ‘s nachts veel kleine vis door ondiep water of hoog in de waterkolom naar zo’n vistrap gaat, (en de meeste vissen maken hier ‘s nachts gebruik van) het niet ondenkbeeldig is dat de grote snoekbaars zijn prooi achterna gaat door diezelfde vistrap, bewust of onbewust. Hierdoor zou het mogelijk kunnen zijn dat de snoekbaars migreert op het beschreven kanaal. Tevens is het heel goed mogelijk dat er aan een bepaalde kant van de sluis op het kanaal er een paaiplaats is voor snoekbaars. Snoekbaars weet donders goed waar ze heen moeten als ze gaan paaien. Zo’n visstrap vinden ze dan vrij gemakkelijk omdat er nagenoeg altijd stromend water doorheen loopt. Dit stromende water is dan de leidraad voor die vis om naar de andere kant te komen. Het is inderdaad mogelijk dat de snoekbaars gewoon in het kanaal blijft en daar overwinterd, ook daar zitten dan hotspots in. B.v. rond bebouwing (huizen/ bruggen) is altijd veel prooivis te vinden maar ook in de diepste plekken van het kanaal en de snoekbaars is dus in de buurt van die vis te vinden. Natuurlijk nemen we de ideale situatie maar even aan om deze vraag uit te leggen. De echte situatie ter plekke kennen we niet, waardoor het heel goed mogelijk is dat de snoekbaars altijd op het stuk kanaal blijft dat tussen een paar sluizen in zit.

                       

Vraag: “Tot slot een vraag met betrekking tot de loodkoppen. Mijn ervaring is dat “versleten loodkoppen”, koppen waar de verf vanaf gebladderd is beter vangen dan nieuwe met een felle kleur. Hebben jullie daar enige ervaring mee?”

Antwoord: “Dit is een interessante vraag en over dit soort details hebben wij wel een aparte mening. Inderdaad kan het zo zijn dat een felle geverfde maar ook ongeverfde loodkop, die vele malen is geattaqueerd door een snoekbaars en een ruwe uitstraling krijgt, beter wordt. Naarmate de loodkop ouder (en dus ruwer) wordt kunnen de aanbeten toenemen. Ook een shad, opgeruwd door de vele aanbeten, wordt eerder beter dan slechter. Dit hebben wij al diverse keren mogen meemaken. Of dit komt omdat er meer trillingen of waterverplaatsing onder water plaats vindt weten we niet maar het zal er waarschijnlijk wel mee te maken hebben. Dat zou betekenen dat u niet gelijk u oudere shads en loodkop moet vervangen. Dat doet u wel wanneer de shad niet meer recht op de loodkop vast blijft zitten. Houdt wel de haak van de loodkop goed scherp naarmate deze ouder wordt.

Tot zover dit artikel… heeft u vragen stel ze gerust via info@totalfishing.nl Of u krijgt persoonlijk antwoord of ze worden in een volgend artikel meegenomen.