Is er een maatstaaf voor een goede roofvisser? (deel 4)  De manier van vissen

Is er een maatstaaf voor een goede roofvisser? (deel 4) 

De manier van vissen 

Door Berthil Bos

Bepalend voor de afmetingen en aantallen kan ook de manier van vissen zijn die bij je past. Je zult begrijpen dat als je helemaal verslingerd bent aan het vissen met de vliegenhengel op snoek, je in diverse omstandigheden qua vangsten gaat achterlopen op ander kunstaas.

Maar voor deze mannen is het vaak een uitdaging om onze onderwaterwolf op deze manier een loer te draaien.

Ook zijn er roofvissers en ik ken er één, die niets leuker vinden dan het vissen met 5, 7 of 10 grams spinhengeltjes, met aan de speld een klein streamertje of spinnertje. Dat ze hiermee niet die bakken vangen zou hun een rotzorg zijn en een plezier dat ze hebben!


Een bewuste keuze van Gerrit, ultra light stokje en streamer voor veel plezier met wat kleinere snoek.


De meeste roofvissers hebben wel een favoriete vistechniek of visserij. Bij mij is dat in bijvoorbeeld de koudere periode het vissen in de diverse polders. Hierdoor kies ik vrijwillig voor meerdere, maar over het algemeen kleinere snoeken.

Ga ik in deze periode de havens van het grotere water afvissen, dan zal ik zeker de grotere neefjes en nichtjes van de poldersnoeken tegen komen, maar dat is voor mij op dat moment niet het belangrijkste.

Ik vind het heerlijk om in de kou door een groenlandschap te banjeren, weg van de drukte. In de havens is het nu vaak een drukte van jewelste en ik erger mij teveel aan het territorium gedrag van sommige roofvissers.


Lekker de sloten afvissen in de winter en ook door dit soort snoekjes vergeet je voor even de kou.

 
Een ander voorbeeld van een manier van vissen. Ik was een tijd geleden uitgenodigd om eens te komen vissen op een stuk doodlopend water waar het in de winter zou barsten van de aasvis en dus ook van de snoek.

Bij aankomst bleek dat door de dressuur op dit water het speedtrollen veruit favoriet was bij de roofvissers die daar succes hadden. Snel het stuk water op en af, met snelheden van 10 kilometer per uur en meer.

Ik heb dit precies twee baantjes volgehouden en ben na het vangen van een niet al te grote vis van het water gegaan. Het was druk op dat stukje water en sommigen gingen wel zo hard, dat ik benieuwd ben wanneer het eerste geval van anabolengebruik zijn intrede doet, om de armen te versterken.

Als je dan ook nog wel eens leest over deze 'techniek' dat je om de paar visdagen het materiaal, zoals wartels en spelden, moet vervangen, omdat het door de aanbeten flink te voorduren krijgt, vraag ik mij af of men er wel bij nadenkt wat de vis voor klappen krijgt. Niet mijn ding dus, maar foto’s van de daar gevangen vissen liegen er niet om.

Voor dat ik nu ruzie krijg met alle speedtrollers, even het volgende. Natuurlijk kan je het speedtrollen ook op een meer verantwoorde manier beoefenen, door bijvoorbeeld de slip heel licht te zetten en met de vinger of duim op de spoel de haak te zetten en daarna direct de lichte slip weer zijn werk laten doen.

Op deze manier en dat hoeft echt niet met snelheden van boven de 10 km/u, kan je dressuur doorbreken en toch weidelijk bezig zijn, waardoor er een goede roofvisser in jou schuilt.


Dit soort machtige vissen haal je toch niet van extreme dieptes waardoor ze kapot kunnen gaan.


Ook sommige snoekbaarsfanaten gaan voor het vangen van aantallen bewust de fout in. In bepaalde perioden trekken deze glasogen graag naar de diepere stukken van het water. Hier is er over het algemeen een constante temperatuur of bijvoorbeeld bij helder water nog voldoende duisternis.

Afhankelijk van de diepte van het water zitten ze dan op 10, 15 of zelfs over de 20 meter. Ik heb eens met iemand gevist op een dergelijke plas, waar de bodem pas na de 20 meter in zicht kwam. Na eerst geprobeerd te hebben of we een visje konden vangen tot ruim tien meter, kwam het voorstel om nog dieper te gaan, omdat hier wel vissignalen op de dieptemeter te zien waren.

Blanken die dag was geen optie voor degene, dus gingen de loodkopjes richting 20 meter. Ik had er al geen goed gevoel over en na het eerste snoekbaarsje, die ik uit de diepte heel langzaam naar boven dirigeerde was het voor mij direct over en sluiten.

Door het drukverschil puilden de ogen als knikkers uit en kwam de zwemblaas uit de bek. Mijn vismaat van die dag, kon op het einde van de dag vol trots zeggen dat hij een behoorlijk aantal had gevangen, terwijl ik vol trots bij mijzelf dacht, "goede beslissing Berthil".


Op weg naar de visgronden om de twee belangrijkste facetten van de roofvisserij in praktijk te brengen, weidelijk vissen en veel plezier.


Begrijp mij goed, ik bepaal niet welke manier van vissen je moet gebruiken, want ieder heeft hierover zijn eigen gedachte en verantwoordelijkheid. Zolang de vis hier niet de dupe van is, moet je doen wat bij je past. Komt de regel van het weidelijk vissen wel in het gedrang, dan behoor je volgens mij niet bij het roofvisgilde.