Is er een maatstaaf voor een goede roofvisser? (deel 3)  Jachtgebied

Is er een maatstaaf voor een goede roofvisser? (deel 3) 

Jachtgebied 

Door Berthil Bos

Het jachtgebied dat je bevist kan bepalend zijn, als het aankomt op afmeting of hoeveelheid roofvissen. Wil je redelijk succesvol grotere roofvissen verschalken, dan moet je je pijlen richten op wat grootschaliger water en het liefst in het bezit zijn van een boot. Heb je deze mogelijkheid niet, dan zal je minder in aanraking komen met deze reuzen.

Maak dit jou een minder goede roofvisser? Natuurlijk niet, want zolang je het beste uit je eigen jachtgebied haalt, verdien je net zoveel respect. Laat iedereen zijn of haar voldoening uit hun eigen visomgeving halen en relativeer de vangsten van anderen.


Dit schitterende snoekje op de streamer verdient alle respect en aandacht.   


Ik kom zelf uit, zoals ik het vaak zelf spottend zeg, visloze Drenthe. Natuurlijk is er in deze bos- en heiderijke provincie wel water te vinden dat roofvis bevat, maar de roofvistand in dit water is een stuk armer dan bijvoorbeeld de polders van bijvoorbeeld West Friesland.


In West Friesland is zelfs het kleinste slootje interessant voor de roofvisser.


Omdat je in deze regio om de paar meter mooie en voedselrijke kleisloten tegenkomt, is de kans tegen een snoek aan te lopen vele malen groter. Als ik nu niet de mogelijkheden had om dit soort water op te zoeken, waren mijn vangsten qua aantallen toch wel wat anders.

Toch kun je ook zeggen dat door de wat moeilijker omstandigheden in mijn eigen regio je veel meer moet in- en doorzetten, waardoor je je ontwikkelt en in een goede omgeving zeker je mannetje staat.

Hetzelfde geldt voor het vissen op grootschalig water wat je bij mij in de omgeving niet zo snel tegenkomt. Er zijn wel meren, maar die zijn ondiep en vaak troebel en echt grootschalig kan je ze ook niet noemen.

Op deze 'moeilijke' plassen heb ik wel leren vissen en daar heb ik zeker profijt van gehad. Tegenwoordig heb ik wel de mogelijkheid om de echte grote heldere wateren te bezoeken, wat je terug ziet in de afmetingen.


Peter houdt niet van autorijden en vist het liefst in zijn eigen omgeving West Friesland, waar hij zich heeft ontwikkeld tot polderspecialist.


Nu hebben ook deze snoekrijke wateren, zowel groot als klein, allebei hun voordelen bij je ontwikkeling als roofvisser. In de rijke polders vang je regelmatig een redelijk aantal snoekjes, waardoor je de hotspots sneller leert kennen.

Ook het nauwkeurig werpen leer je op dit kleinschalig water tot in de perfectie. En wat dacht je nog van bijvoorbeeld het drillen en landen van een rover? Je zult zien dat als je kleine snoek kunt drillen en landen, het een eitje is om een bak tijdelijk te arresteren.

Deze vissen zijn over het algemeen rustiger en beter in te schatten. Op grootschalig water leer je vaak dat je moet doorzetten om succesvol te zijn. Ook het investeren van tijd om die wat grotere groene torpedo’s te verschalken zal je vormen als roofvisser.


Omdat Arjan de mogelijkheden heeft en veel tijd investeert, kan hij tegenwoordig ook zijn geliefde vliegenlat meenemen naar de grote plas.


Ieder jachtgebied heeft zijn eigen charme, met ieder zijn eigen specialisme en aanhangers. Ben je in de mogelijkheid om in de verschillende omgevingen je hobby uit te oefenen, zal ik het zeker niet laten. Is dit niet zo, geniet dan van je eigen jachtgebied en ontwikkelt je automatisch tot een prima specialistische roofvisser.