Het licht aan of uit?

Column: Bert Visser’s Visie…

Het licht aan of uit?

Als liefhebber van een lekker stukje vis kocht ik laatst wat gerookte zalm en kabeljauwfilet bij de lokale viszaak. “Zo dat is dan op de cent af 25 euro,” zei de eigenaar lachend.

Ik pakte het geld uit mijn portemonnee en vroeg waarom hij zijn winkel verkocht. “Ik verkoop mijn winkel helemaal niet,” zei de man verbaasd. “Oh, ik dacht dat je een aanbetaling vroeg met die 25 euro.” “Vindt u de vis dan duur,” vroeg de man? “Nou eigenlijk wel,” antwoordde ik. Nu, ik had beter niets kunnen zeggen want nu kreeg ik een heel verhaal over lege zeeën en vissersboten die steeds verder moeten varen om een beetje vis te kunnen vangen, kortom het bekende zielige verhaal.

‘Wil de laatste snoekbaars het licht uit doen?’, las ik pas ergens. Buiten het feit om dat ik niet wist dat de eerste het licht had aangedaan begreep ik het wel. De manier waarop we momenteel met z’n alle bezig zijn kan niet, we maken gewoon alles op.

Sportvissers die met boten vol snoekbaarzen het water afkomen, beroepsvissers die, al dan wel of niet toegestaan, de ruimen vol vangen met alles wat maar in de netten komt. Stropers, misschien wel de ergste, die ’s nachts het water onveilig maken met staand wand. We doen er allemaal gezellig aan mee.

Het feit is, we vinden allemaal dat we rechten hebben. Wij sportvissers hebben het schubrecht, betalen veel geld voor een vergunning en dus! De snoekbaars is van ons. De beroepsvisser is per definitie de zieligste, hij mag niets meer. De paling heeft hij al weggevangen, dus om zijn gezin te kunnen voeden zijn die snoekbaarzen nu ook van hem. Ze hebben er recht op, ze vissen meestal al generaties lang en trouwens vroeger? Toen kon het toch ook niet op!

Waar gaat het dan fout? Is het de beroepsvisser die, letterlijk en figuurlijk, steeds verder gaat om een paar centen te verdienen? Is het de sportvisser die onder het mom van sportvissen systematisch het ene wrak na het andere van zeebaars ontdoet en dan gaat klagen dat de vangsten enorm teruglopen? Of ben ik het die een visje koopt waarvan ik weet dat het bijna de laatste is? Of toch die vervelende aalscholvers, rotzakken zijn het!

Het antwoord is zo ontzettend eenvoudig dat we er allemaal aan voorbij gaan. We zijn namelijk “allemaal” schuldig. We doen het echt met zijn allen, we helpen met zijn allen de hele wereld naar de kl….. en geven andere de schuld. We wijzen altijd naar anderen. Zo zitten wij mensen in elkaar. Ook ik!

Verbeter de wereld en begin bij jezelf is het enige spreekwoord wat ons misschien nog kan redden. Hypocrisie is wat ons naar de verdommenis helpt! Er is namelijk, heren vissers, geen verschil tussen snoekbaars meenemen of zeebaars meenemen. Naar Noorwegen afreizen en kisten vol Kabeljauw vangen is net zo stom als hier kisten vol snoekbaars vangen. Alles kan op en op deze manier gaat ook alles op!!!

Het steeds moeilijker vangen van vis is misschien wel ons minste probleem. Ver voordat de laatste snoekbaars of zalm is weggevangen zijn de beroepsvissers al gestopt en heeft de sportvisser de moed al lang opgegeven. Op dat moment kan de visstand zichzelf weer een beetje op orde brengen. Misschien is de wereld echt wel beter af zonder ons!

Wil de laatste mens het licht uit doen.