De Magische Drie (deel 1)

De Magische Drie (deel 1) 

Door Berthil Bos

Buiten voorbereiding van een visdag en de beleving van op of aan het water zijn met diverse kunstaasjes, zijn er nog drie aspecten die voor mij de dag alleen maar mooier kunnen maken. Deze drie kunnen eigenlijk niet zonder elkaar, wat bijvoorbeeld de beleving op het water wel kan. Ik heb het over de aanbeet, de dril en het landen van een snoek: de magische drie.

Deze begrippen geven mij bij iedere visdag weer zoveel voldoening, dat dit drietal wat aandacht nodig heeft. Voor veel roofvissers is dit routine geworden en er wordt eigenlijk niet meer over nagedacht.

En ondanks dat een dril niet mogelijk is zonder aanbeet en een landing niet zonder het twee eerstgenoemden, kan het toch mis gaan als er fouten worden gemaakt bij één van de drie.


Voor een dergelijk plaatje moet het drietal goed uitgevoerd worden.

Eigenlijk ben ik hier op gewezen door een vismaat van mij, die regelmatig vis verspeelde en dan meestal direct na de aanbeet.

Aan zijn vistechniek en presentatie lag het niet, want hij verleidde net zoveel vis als ik. Er moest dus een andere reden zijn waarom hij vaak al direct na de aanbeet de vis loste of de vis zijn kunstaasje kon uitspugen.

Om eerlijk te zijn, tijdens het schrijven van deze reeks artikelen, kwam ik er ook zelf weer achter dat er voor het magische drietal meer komt kijken dan je in eerste instantie denkt.

Het verzilveren van de aanbeet, het succesvol en weidelijke drillen van de snoek en de juiste manier van landen zijn allemaal afhankelijk van de omstandigheden en het gebruikte materiaal.


De vlaggen kunnen uit, het drietal is intact gehouden.

Ik hoop dat je door deze reeks artikelen, de magische drie wat vaker met succes achter elkaar kunt uitvoeren, want we doen er veel moeite voor om Esox een loer te draaien.

We beginnen met het moment die vaak op een geheel onverwacht moment komt en die alle sirenes doet loeien: de aanbeet.
 

ANDEREN LAZEN OOK