Tekst en fotografie: Geert Luinge
Hallo vismaat.
'Er zijn van die mannen die helemaal gek zijn van vissen'.
Met die zin begonnen de vorige afleveringen van deze serie, maar... daar had in plaats van mannen ook vrouwen kunnen staan. Er zijn natuurlijk ook meisjes die al vroeg in hun leven stonden te zwiepen met een hengel, doordat ze met hun vader of opa meegingen naar de waterkant, waar ze genoten van het fissies-fange. Zulke meisjes bestaan gelukkig wel, maar helaas zijn het er niet zoveel.
Dat is nou eenmaal zo gegroeid in duizenden jaren van menselijke evolutie, want de jacht en de visserij zijn in de oudheid altijd een mannen-taak geweest. Die kunnen nou eenmaal harder achter een konijn aan rennen, ze zijn sterker om een wild zwijn in bedwang te houden, ze zijn beter in het slepen met netten en ze kunnen grotere afstanden roeien in een boot, dus de mannen zijn de betere jagers en vissers.
Ondertussen waren de vrouwen druk bezig om het vuur gaande te houden (nog belanrijker dan visvangen), om het eten te bereiden, de kinderen te verzorgen, nieuwe (betere) kleren maken en allerlei andere nuttige- en noodzakelijke taken. Dus die genetische code, dat jacht-instinct, die behoefte om er-op-uit te gaan om wat-te-vangen, dat vissers-DNA dat door duizenden jaren evolutie is gevormd... dat zit van nature veel meer in mannen dan in vrouwen. Dat is een erfenis uit het verleden.
Maar... gelukkig leven we inmiddels in een tijd waarin de mannen- en vrouwen taken anders zijn verdeeld. Wij hoeven niet meer op jacht, we hoeven geen hout meer te sprokkelen en geen kleding meer te maken, dus in de 21ste eeuw zijn de mogelijkheden voor man en vrouw (in ons land) wat dat betreft gelijk. Ofwel: tegenwoordig zouden vrouwen nèt zo goed kunnen gaan vissen, als tijdverdrijf en als hobby. Tegenwoordig haal je voor een habbekrats een warm fleecevest bij de kringloop , waar vroeger zo'n vrouw wekenlang aan had zitten handwerken... en tegenwoordig haal je binnen een paar tellen een magnetronmaaltijd uit de vriezer, dus die jagende man kan ook op de bank blijven zitten.
Maar gelukkig zijn er tegenwoordig nog steeds meisjes en vrouwen die wèl gaan vissen. Die ook volop kunnen genieten van de natuur, de spanning en het trotse vangen van zo'n prachtig zilver glimmend visje. Altijd een wonder wat er nu weer aan je hengel gaat hangen.
En dan is kleding weer belangrijk... maar nu anders dan vroeger. Tegenwoordig moet (meisjes-) kleding vooral mooi schoon en netjes blijven, zodat tenminste niet meteen hun favoriete Tshirt naar de kloten is en ze niet voor schut staan bij de vriendinnen met vissenslijm op hun broek. Ja, de evolutie heeft de mensheid flink veranderd. Wat nu belangrijk is... was vroeger totaal onbelangrijk.
Wat tegenwoordig bij de jeugd ook een probleem kan zijn/worden... dat een groot percentage van de vis-tijd die ze doorbrengen aan de waterkant wordt besteed aan smartphone-tijd... en dat er dus helemaal niet wordt opgelet. Dan gaat die dobber opeens onder zonder dat je het in de gaten hebt en dan strekt de lijn zich...en dan trekt zo'n vis je complete hengel in het water. Voortaan toch maar wat beter opletten. En die dikke vette karper die haar vader laatst had gevangen... was voorlopig nog een maatje te groot.
Er waren ook meisjes die een beetje verliefd werden op de vrolijke bliepjes en de knipperende lampjes die papa op zijn hengelsteunen had gemonteerd. Want dan was het stil aan de waterkant... dan gebeurde er weinig en was alles lekker rustig... en dan opeens begon er keihard een pieper te gillen. Dan hadden ze een 'fluiter' en dan was er meteen volop aktie.
Dan moest ze gaan rennen met een schepnet en dan mocht ze helpen met scheppen, maar oei oei... pas op voor die bek met tanden ! Wat een indruk-wekkende snoek. Toen ze het hele avontuur 's avonds aan mama vertelde moest ze haar armen heel ver spreiden om aan te geven hoe groot die vis wel was. En zij had opgelet op de bliepers, dus eigenlijk had zij hem gevangen. Toch ?
Gelukkig zijn er nog steeds meisjes die opgroeien in de natuur, en langs de oevers van de grote rivieren. Meisjes die volop genieten van het ruige buitenleven, die tijdens het vissen lekker een kampvuurtje stoken op het strand, die schelpen verzamelen, stokken gooien, boompie klimmen enzovoort. Meisjes die niet bang zijn voor een lullig spinnetje. Ze bestaan nog.
Meisjes die het niet erg vinden als het gaat regenen, maar gewoon hun laarzen aan trekken en lekker gaan stampen in de plassen. Meisjes die blauwe plekken hebben van het klauteren over de stenen en pleisters om hun vingers van de scherpe rietstengels. Meisjes die meehelpen bij het zoeken van wurmen, die gerust een kreeft in zijn nek durven pakken en helemaal geen make-up nodig hebben om mooi en gelukkig te zijn.
Meisjes die verbaasd zijn... dat je alleen maar een mestpiertje aan een haakje hoeft te doen... en dan ingooien... en dan even rustig afwachten... en dan gaat de top van je hengel trillen... en dan hangt er opeens zo'n prachtige zilveren vis aan je lijn. Zomaar. Dat is toch een wonder ! Het is zo'n enorm grote rivier... en dan gooi je daar op een willekeurige plek één miezerig klein wormpje in... en dan blijkt daar tóch nog vis te zwemmen. Wat moet er dan ongelooflijk veel vis in die rivier zwemmen !
Die meisjes weten ook: als het straks donker wordt... ... dan komen helaas de muggen... maar dan wordt het pas ècht spannend. Dan komt er opeens een vos langslopen, of een uil overvliegen of een bever langszwemmen. Dan komen de egels, de vleermuizen en... de palingen.
Maar op paling mag papa niet vissen. Ja... nou... eh... hij mag er wel op vissen, maar hij mag ze niet meenemen en moet elke gevangen paling meteen terugzetten. Maar... daar snapt ze niks van...
Papa mag dus géén paling meenemen die hij zelf heeft gevangen, anders krijgt hij een bekeuring... maar hij mag wel bij de supermarkt een gerookte paling kopen... en die op een broodje doen... en die gerookte paling dan opeten terwijl hij aan de rivier zit te vissen.... dat mag dus wel ?? Ze snapt er he-le-maal niks van.... en papa eerlijkgezegd ook niet.
Wat ze ook zo leuk vindt... dat er zoveel verschillende vissoorten zijn die er allemaal anders uitzien. Dus dat je telkens weer wat ánders vangt. Soms een knalrooie rietvoorn, soms een blinkende blankvoorn, soms een hongerige baars of een vette kolblei, dan weer een dikke winde of een bak van een brasem.
En soms ineens een snoek of snoekbaars aan de wurmen, of als verrassing een meerval of zo'n flitsende roofblei. Maar... het kan nóg bijzonderder... wat dacht je van een Blauwneus (Vimba vimba). Die zullen weinig vissers op hun soortenlijst hebben staan. Die is vrij zeldzaam dus daar mag je best trots op zijn. Toppertje.
Okee... we hebben het nu dus gehad over meisjes die wèl enthousiast zijn over het vissen. MAAR... er zijn ook een heleboel meisjes en vrouwen die absoluut niet houden van vissen. Dat zijn er veel meer. Dus daar moeten we het ook even over hebben. Dat zijn meisjes die opgroeien in een familie waar wordt gevist, maar daar helemaal geen zin in hebben en/of vrouwen die zegmaar 'last hebben' van hun vissende partner.
Hun eerste kennismaking met de vis-hobby van meneer was waarschijnlijk de kleur van zijn jas (camouflage-groen), het opschrift op zijn pet (hengel-reklame), de modder aan zijn schoenen (gisteren nog gevist) en/of de troepzooi in de achterbak van zijn auto... en daarna is het snel bergafwaarts gegaan.
Dat zijn bijvoorbeeld ook de dames die ervan balen dat hun man telkens weer zijn laarzen aantrekt in plaats van zijn nette schoenen... en die zich soms doodschamen voor hun echtgenoot, als hij tijdens een zondagse wandeling zijn vis-jas aantrekt, met koeienletters schreeuwende reklame op z'n rug en aangekoekt vissen-slijm op z'n mouwen.
Dat zijn ook de naieve lieverds die samen een gezellige wandeling maken langs de bloembollen... en dan uitsluitend overal kleurige bloemen zien staan... terwijl hun man weinig oog heeft voor de blommen, maar langs de sloot loopt te zoeken naar karpers.
Dat zijn de vrouwen die tijdens hun vakantie meerijden in een auto vol met hengelzooi, met een achterbak vol hengels, molens, kunstaas-trommels, klapstoelen, waadpakken, schepnetten enzovoort... met een chauffeur die uitsluitend rijdt naar bestemmingen waar sowiezo viswater in de buurt is.
Dat zijn de vrouwen die misschien wel een beetje jaloers zijn... omdat hun partner een spannende date heeft... met een Noorse heilbot. Een vis waar hij naar verlangt en waar hij nachtenlang over droomt. Een geheimzinnige vriendin waarmee hij in zijn vakantie een afspraakje heeft. De engel uit zijn dromen, die hij ooit hoopt te ontmoeten... ergens aan het einde van de regenboog.
En dat zijn helaas ook de huishoudsters die not-amused zijn, die telkens weer vreemde vis-gerelateerde objekten tegenkomen op plekken waar dat helemaal niet hoort. Troeperige vis-zooi die overal rondslingert.
Hengels in de huiskamer, hengels aan de muur, opgetuigde hengels in de gang. Grote molens, kleine molens, vliegenreeltjes, klossen vislijn en haken op de keukentafel. Uithangende natte jassen op de kapstok, opdrogende waadpakken in de meterkast, en standaard een paar modderlaarzen in de gang.
Overal pluizen en draadjes en veertjes als meneer weer eens heeft zitten vliegbinden, overal stukjes nylon en kraaltjes op de grond als hij weer eens onderlijnen heeft zitten knopen, zakken met beschimmeld lokvoer in de gangkast, pluggen met gevaarlijke dreggen aan de muur, omgevallen blikjes zure mais in de fietstas, en telkens weer dat gruwelijk meurende schepnet, om maar wat te noemen.
Dat zijn ook de tolerante eega's die inmiddels wel gewend zijn aan... een groene tas met onduidelijke inhoud in de gang, zakken vol stinkende boilies en pellets in de schuur (wat dacht je van de muizen die daarop afkomen...), een lange rij pas-gelakte dobbers aan de waslijn, een paar roestige hengelsteunen in de paraplu-bak, zware pilkers en lood-bonken op de keukenweegschaal en irritant strandzand tussen de beddenlakens.
Schubben op de aanrecht en ingewanden in de gootsteen, volgepropte vriesvakken met scharren en wijtingen, een vette pan met vis-bak-olie in de keuken.
vroeger jarenlang levende aasvissen in de badkuip, tegenwoordig standaard een bak maden in de koelkast, (als je even wacht worden het bromvliegen)... en opgedroogde mestpieren in de groente-la ... om maar een paar voorbeelden te noemen.
Dat zijn de meiden die heel wat te verduren krijgen, die er behoorlijk last-van hebben, die uit liefde voor hun partner liters water bij de wijn doen en dagelijks geconfronteerd worden met de logistieke kant van zijn troep-makende hobby. Enne... dat hij het zo mooi en wonderlijk vindt dat die maden zich gaan verpoppen en dan een tweede leven beginnen als vlieg... daar heeft zij niks mee te maken. Allemaal vieze beesten.
Maar... gelukkig bestaan er ook levensgeniet-sters die met een spannend boek of glossy tijdschrift in een luie tuinstoel in het zonnetje gaan zitten mee-genieten van het landschap, terwijl ze toekijken hoe hun mannie druk bezig is met zijn hobby. De vissen die hij vangt zet hij weer terug, dus daar heeft ze weinig moeite mee en gelukkig komen die mestpieren uit de koelkast nu eindelijk wèl goed van pas.
Die vrouwen vermaken zich best wel, met de frisse lucht van het buitenleven, het genieten van de vogels, het kijken naar de scheepvaart, een filmpje op de smartphone, een muziekje in de oren, een puzzelboek op schoot of wat-dan-ook. Die vervelen zich heus niet. Dat zijn de schattebouten die op de achtergrond ook een beetje mee-genieten... en het eigenlijk best wel leuk vinden dat hun man zo veel plezier beleeft aan zijn hobby. Ja, die bestaan echt.
We sluiten af met de hoop dat er in de toekomst nog steeds meisjes en vrouwen zullen zijn die óók houden van het buitenleven aan de waterkant. Stoere meiden die niet vies zijn van een paar vuile handen.
Enthousiaste vrouwen die dat hele vis-gebeuren eigenlijk best wel geinig vinden... en die er ook volop van kunnen genieten.
Lang leve de vissende vrouwen !
Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Schotland, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via >deze link<
Vissersgroeten van Geert Luinge. Email : g.luinge2@upcmail.nl