image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip (13)

De haken en ogen van een Noorse vistrip (13)  

Tekst en fotografie: Geert Luinge  

We waren bezig met het doornemen van de uitdagingen die je kunt tegenkomen tijdens een trip naar de visrijke wateren van Noorwegen. 

Vandaag zullen we het eens hebben over de keuzes die je kunt of moet maken als je voor het eerst gaat zeevissen. 

Het afgelopen jaar gingen we op pad met een paar jonge jongens die erg veel enthousiasme, maar weinig ervaring hadden. En al gauw bleek waar de verschillen lagen tussen jong en oud.

We gingen deze week op pad met twee boten (maar daar pasten helaas niet alle hengels in die we bij ons hadden). In de ene boot zaten drie ouwe rotten met een schat aan ervaring, die inmiddels jarenlang in Noorse wateren hadden rondgezworven. In de andere boot zat een drietal jonge gasten die nog nooit hadden gevist vanuit een boot op zee. 

De jonkies hadden uitsluitend trommels met kunstaas bij zich. Die wilden het liefst vertikaal vissen op makreel, koolvis en kabeljauw en dan vooral zo veel mogelijk vis vangen, dus aantallen scoren. Nou, dat lukte wel. 

Zoveel dreunende aanbeten hadden ze nog nooit meegemaakt. Specto ! Zoveel succes hadden ze bij het vertikalen op de Hollandse snoekbaarzen nog nooit gehad. Ze stonden hardop te tellen en vaak hadden ze binnen tien tellen alweer de volgende kromtrekker.

De makrelen zwommen in grote scholen onder de boot door en al gauw bleek dat je hier geen zeshaaks paternoster nodig hebt om makrelen te vangen. Een simpel pilkertje van tien gram is al genoeg om er honderd te vangen, als je dat zou willen. Maar dan wel graag per stuk, dus geen zes tegelijk.

In de boot van de ouwe knarren werd juist wel met een (haring) paternoster gevist, want die mannen wilden liefst zo gauw mogelijk vers aas aan boord hebben. Ze hadden niet alleen kunstaas bij zich, maar ook een koelbox met zagers, zandspieringen, inktvis en diepvries garnalen. Ze waren van plan om zoveel mogelijk verschillende soorten te vangen. 

In de boot van de jonkies werden ondertussen een paar knappe gullen vastgetikt op shads en pilkers en hun (eigenlijk te-) zachte hengels gingen al maximaal krom op een gul van zestig centimeter. Maar zouden ze die tachtiger, laat staan die meter kabeljauw wel aankunnen? 

In de boot van de oudjes werd gevist met dunne stripjes verse haring, gepresenteerd aan een lange wapperlijn vlak boven de bodem. Daarmee vingen ze allerlei andere soorten, zoals bijvoorbeeld deze roodbruine zeedonderpad.

Wat mij betreft zou er voortaan wel eens wat vaker op platvis mogen worden gevist. In Noorwegen rammelt het van de mega-scharren, giga-schollen, kapitale tarbotten en andere gestippelde platterikken. Ik laat de heilbot nu even buiten beschouwing, want dat is een hoofdstuk apart omdat die zo groot kunnen worden. 

Platvis vang je vooral als je bereid bent om ergens op een ondiepe zandplaat (10 tot 20 meter) het anker uit te gooien en met stilliggend natuurlijk aas (diepvries garnalen of stripje vis) op de bodem te vissen. 

Platvis vangen vanuit een driftende boot is lastig. Meestal gaat het net effe te snel en dan krijgt de vis niet genoeg tijd om het aas naar binnen te werken. 

Dus het is nooit een slecht idee om een paar uur in een windstille baai voor anker te gaan. Dan kun je het hengeltje waarmee je in Holland verticaal op snoekbaars vist perfect gebruiken voor de platterikken. 

Zo'n schar of schol van 40plus geeft dan sport van de bovenste plank. Doet niet onder voor een snoekbaars. En meestal liggen ze gestapeld, dus heb je in een uur tijd zo een bak vol platten. 

Ze zijn (met een buigzaam mes) makkelijk keurig schoon te fileren en dan heb je als bonus een portie graatloze filets om thuis van te smullen. Krokant gebakken scharfileetjes (met viskruiden, tapiocameel, panko paneermeel en een dipsausje) liggen nooit lang op de schaal. 

In het komende jaar gaan we een week vissen in het zuiden (Tregde) en daarna een week in het noorden (Saltstraumen), maar nu wordt het de hoogste tijd om eindelijk eens een héle grote schol of tarbot te vangen! Die staat al zo lang op mijn verlanglijstje. Zo'n gespikkelde platjanus in kingsize formaat. Wordt aan gewerkt. Komt eraan. 

Bij de zeevisserij met natuurlijk aas is het topje van je hengel de beetverklikker en daarom hebben we vrijwel alle topjes van onze hengels voorzien van een felle oranje kleur, om de aanbeet duidelijk te kunnen zien afsteken tegen de achtergrond. 

Op de hengels waarmee we 's nachts vissen hebben we ook reflecterend tape geplakt zodat je die toppen goed kunnen zien als je er met je felle led-hoofdlamp op schijnt.

In de boot van de amateurs zat vriend Dennis helemaal uit zijn dak te gaan omdat hij zo geweldig veel vis ving, maar de ouwe rotten hadden geen goed woord over voor zijn veels-te-lichte hengeltje.

De kreet 'Dennis heeft een slappe' heeft tijdens deze vakantie nog vaak over het water gegalmd, maar de kritiek op zijn dweilhengel verstomde toch even toen hij een mooie pollak tevoorschijn toverde.

Toen de wind ging liggen besloten we om richting open zee te varen, om bij de meest vooruit stekende rotsen te proberen een paar kneiters van koolvissen te vangen. Maar toen we daar aankwamen bleek de deining zo enorm, dat in de boot van de beginners de kotszakken tevoorschijn werden gehaald.

De golven aan het oppervlak vielen eigenlijk wel mee en op de foto ziet het er kampjes uit, maar de deining van de zee maakte dat je met boot en al steeds een paar meter werd opgetild en daarna in een soort vrije val weer een paar meter naar beneden zakte, waardoor vooral de jonkies kotsmisselijk werden. 

Dat was voor ons het sein om terug te gaan naar de haven, want iedereen die wel eens zeeziek is geweest weet dat je je dan zo vréselijk beroerd voelt, dat je héél graag terug naar huis wilt. Gelukkig is zeeziekte meestal meteen over zodra je aan wal stapt. 

Vriend Arie (een ouwe knar met zeebenen) had eigenlijk helemaal geen zin om te nokken. Die was flink op dreef met een 10-grams Toby-lepeltje. Hij telde zijn inworpen en aanbeten ... en na 24 keer ingooien had hij 24 koolvissen binnenboord. Dus foutloos. Goed bezig! 

Bij zijn allerlaatste inworp (in de boot van de jonkies werd inmiddels hevig gekotst) liet hij nog even zien hoe het hoort, door op de valreep een goudkleurige forel te haken. Bingo! Terwijl ze in de ene boot stonden te braken van ellende, stonden ze in de andere te gillen van genot. Geluk is nooit eerlijk verdeeld.

Als je een dag op zee hebt staan hotseklotsen, sta je thuis op de kade nog steeds wankel te wiebelen. En moet je oppassen dat je niet naast de pot piest. Plassen aan boord van een wiebelende boot kan soms verdomd lastig zijn en daarvoor hebben we altijd een hoosblik, tegenwoordig zelfs een speciale zeikfles aan boord. Met een mooie naam: de urinette. 

Je mag me gerust uitlachen voor deze tip, maar als je bij de supermarkt een halve liter versgeperste sinaasappelsap koopt, heb je meteen een perfekte zeikfles die precies om je snikkel past. 

Ik presteer het zelfs om in de stromende regen te staan zeiken binnenin mijn eigen kleding. Dus dan ga je niet ingewikkeld je regenpak uittrekken of je broek laten zakken enzo, 
maar je gaat met die fles naar het aftappunt en je hangt gewoon je leuter erin. Wel even voorzichtig zijn met het terughalen van de volle fles, maar dan is dat probleem ook weer opgelost. Wat een opluchting. Pas dan kun je weer optimaal vissen. 

Misschien vindt je het een raar praatje, maar dit zijn dus de dagelijkse problemen die je in de praktijk van het zeevissen tegenkomt, en zo los je ze op.  Voor de grote boodschap zul je helaas ergens aan wal moeten, dus dan moet er worden overlegd met de vismaten, maar dat is meestal geen probleem, zolang je niet te ver buitengaats bent. 

Het wordt nu de hoogste tijd om terug te gaan naar huis. We hebben genoeg vis gevangen en er is nog een flinke klus aan fileerwerk te doen. 

Vooraf hadden we afgesproken dat we graag een zootje visfilets zouden meenemen om thuis in Holland een partij lekkerbekjes en kibbeling te bakken. Maar toen de jonge gasten hun kist vol gevangen vis omkeerden in het fileerhok en zagen wat ze allemaal nog moesten schoonmaken, stonden ze toch even te zuchten.

Een kist vol vis fileer je als amateur niet even in een kwartiertje. Voordat die filets allemaal keurig netjes schoon ingepakt in de vriezer lagen was het diep in de nacht. Hoewel het eigenlijk niet donker werd, kropen we toch maar even in ons mandje. Nee, van uitrusten komt niet veel tijdens zo'n Noorse vistrip. Ik waarschuw je alvast. De volgende keer gaan we ons nog meer uitsloven. 

Vissersgroeten van Geert Luinge
g.luinge2@upcmail.nl