image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip (11)

De haken en ogen van een Noorse vistrip (11)  

Tekst en fotografie: Geert Luinge  

We waren bezig met het doornemen van een aantal problemen en uitdagingen die je kunt tegenkomen als je een vistrip maakt naar Noorwegen, het mooiste land van Europa.

Vandaag gaan we eens niet met een boot op stap en we gaan ook niet de zee op, maar wel lekker struinen door de Noorse binnenlanden, met een hengel, rugzak en schepnet, met een trommel kunstaas, een onthaaktang, een fotocamera en wat te eten en te drinken mee.

Te voet vanaf de kust het binnenland in, dus van zout naar zoet. Kijken wat we tegenkomen. 

Meteen als ik 's morgens de tent openrits sta ik oog in oog met een otter die ergens aan de oever (in de buurt van het visfileerhok) tussen de stenen scharrelt en nog voordat ik een hengel heb uitgegooid is mijn dag al goed.

Dit tableau van vijf verschillende soorten ving ik vanaf het campingterrein vlak voor de tent in zuid Noorwegen in een uur tijd met een piepklein pilkertje, dus dat was niet moeilijk. 

Geep is altijd een prachtige sportvis, ook best lekker om te eten maar hij zit vol groene graten. Geep is een goed aas om geep te vangen. 

Je hoeft (met kunstaas) maar één geep te vangen en dan heb je genoeg aas om de rest van de dag met een stripje vis onder een dobber te vissen, wat voor geep vaak beter werkt dan kunstaas (heel veel missers door dat smalle bekkie). 

Lipvis is een mooie- en sterke vechter die je vangt in de buurt van waterplanten en die aan licht materiaal leuke sport geeft, maar daar zit weinig vlees en smaak aan. 

Makreel is altijd welkom omdat het een geweldig goed aas is (voor alle vissoorten) en natuurlijk een delicatesse uit de rookoven. Kleine koolvis is meestal de eerste vis die je ziet als je in Noorwegen ergens in het water kijkt en overal barst het ervan. Ze zijn ideaal om getakeld mee te vissen op grote kabeljauw of heilbot vanuit een boot.

Forellen (mits aan de maat) zijn heerlijk op de barbecue, of uit je eigen rookoven. Goddellijk lekker! Dus de rookoven staat (als we met de auto zijn) ook op de paklijst, net als houtmot, zout, aluminiumfolie en een paar werkhandschoenen. Zo zorg je voor je eigen gezonde voedsel terwijl je in de vrije natuur kampeert. Dat kan en mag hier.

In Noorwegen geldt het zogenaamde 'Allemans-recht'. Dit eeuwenoude Noorse recht houdt in dat iedereen overal van de natuur mag genieten, zolang hij geen schade toebrengt aan het landschap, niet op bebouwde velden en akkers komt en tenminste op 150 meter afstand blijft van de dichtstbijzijnde woning of boerderij. 

En zolang je het kampvuur maar vlak langs de waterkant maakt (en ook weer dooft als je weg gaat) en zolang je geen afval achterlaat is het okee en kun je hier volop van een èchte natuur-vakantie genieten. 

Toch is het vaak handiger en verstandiger om gewoon op een echte camping te gaan staan. Omdat je dan meer luxe hebt qua slaapcomfort, sanitair, kontakt met andere mensen (vistips van de plaatselijke bevolking zijn goud waard) en je hebt meestal meer mogelijkheden en faciliteiten.

Op veel campings aan het water zijn stabiele Canadese kano's te huur waar al je zooi makkelijk inpast. Dan kun je dagtochten maken over schitterende meren, terwijl je trollend vist op snoek, baars en forel. Koelbox mee met eten en genoeg te drinken, grondzeil mee, een stevig mes en een handzaagje om wat (dood) hout te sprokkelen voor het kampvuur, een aansteker of een magnesiumstick bij je, dikke trui en regenjas in het vooronder, insmeren met olie tegen de muggen en gáán ... Op avontuur!

Maar hó. Nu moet ik even eerlijk zijn. In deze serie artikelen noem ik nogal wat voordelen en pluspunten van een visvakantie in Noorwegen, maar daar staat eerlijkgezegd wel wat tegenover. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn. 

Muggen en knoeten kunnen je visvakantie bederven en de sfeer verzieken. En niet zo'n beetje ook! Bij ons op de camping liep een vent met handschoentjes en zo'n imker-gaas hoed over zijn hoofd, en iedereen lachte hem uit omdat hij er zo dom uitzag. 

Maar die gozer was de slimste van ons allemaal. Hij stond heerlijk te vissen zonder last van de muggen en knoeten, terwijl wij gek werden van het gezoem en overal jeuk hadden. 

Muggen zitten vooral in de buurt van ondiep zoet water en zoals je weet zijn het alleen de vrouwtjesmuggen die steken. Maar het zijn vooral ook de vrouwtjesmensen die er het meeste last van hebben. Dat heeft te maken met hormonen en daar kun je weinig aan doen. 

Ja, insmeren met anti-muggen deet-olie. Maar dat geeft helaas geen garantie. Ik heb ze door een regenbroek heen zien prikken, die krengen. En ergens in een Noors bergmeer ligt nog een dure zonnebril op de bodem die ik zelf van mijn hoofd af sloeg, in een poging om die irritante (...)muggen weg te jagen! 

Knoeten zijn misschien nog wel vervelender, want ze zijn soms echt massaal aanwezig. Gek wordt je d'r van. Die irritante minimugjes zijn er aan zee vooral bij laag water, zodra de waterplanten droogvallen en natuurlijk vooral 's avonds. 

Dan kun je maar beter dicht bij het kampvuur of meer in de wind gaan zitten. Het omgaan met de constante ergernis van die irritante beestjes is zondermeer een minpunt van een visvakantie in de ruige Noorse natuur. Het paradijs ligt hier aan je voeten, maar in het paradijs leven ook muggen. 

Maar daar staat wel héél veel moois tegenover. Ik ben eens een paar weken met de kano op expeditie geweest door de Noorse binnenlanden, waarbij we niet alleen tenten, slaapzakken en kookspullen aan boord hadden in onze brede stabiele Canadese kano, maar ook een onderstel met uitklapbare wielen, zodat we over de weg van het ene maagdelijke meer naar het andere konden rollen. Het was een schitterende tocht.

Zodra je een paar kilometer het binnenland in gaat zie je vaak burchten van bevers. Wat een verdraaid ingenieuze dammenbouwers zijn dat met een ijzersterk gebit. Als je hier met je hengel door de bossen struint zie je overal omgeknaagde bomen met potloodpunten.

Maar blijkbaar hebben de gebroeders bever er ook geen moeite mee om een dikke boom om te knagen en zo kunnen ze een hele beek of rivier stilleggen en afdammen. Bevers zijn echte bouwvakkers.

En 's avonds, als het een beetje begint te  schemeren, peddel je muisstil in de kano langs de oever van het meer. En dan schrik je je te pletter omdat er vlak naast de boot een bever keihard met zijn staart op het water klapt. Misschien zie je dan ook een vos, een eland of een hert.

En dan nog iets. Het klimaat. Veel mensen denken dat het in Noorwegen altijd veel kouder is dan in zuidelijker landen, maar dat valt ontzettend mee. In Noorwegen is het 's zomers veel langer licht dan in het zuiden en daardoor is het 's avonds juist heerlijk lang aangenaam.

Niet dat drukkend zweterige gedoe van overvolle Turkse winkelstraten, niet dat gehang in de verzengende hitte van een gortdroog Grieks terrasje, niet dat opgefokte machogedrag dat je tegenkomt op Italiaanse dorpspleinen, niet dat slaapverwekkend saaie geluier op een Spaanse stretcher aan het strand, niet dat doelloze genietsnut in de brandende zon aan de rand van een Frans zwembad, niet dat gestress in de file op weg naar een dure attraktie, niet dat...niet dat...

Maar wel een heerlijk weids natuurzuiver fjord ergens in de wilde natuur van Noorwegen, waar een aangenaam mild zonnetje schijnt, waar het meestal windstil is, waar altijd een harmonieuze rust heerst, waar alles veilig is en vredig, waar nergens troep langs de weg ligt, waar niemand opgefokt doet, waar de natuur altijd de baas is, waar het barst van de goeie visstekken, waar het boven- en onder water krioelt van het wonderlijke leven en waar de mensen relaxed en tevreden zijn. Geef mij maar Noorwegen !

Vanaf de steiger van de camping kun je meestal van alles vangen en jong en oud vermaakt zich daar elke avond. Tip: ga ook eens snorkelen op zo'n plek waar veel gevist wordt. Moet jij eens kijken wat je op de bodem kunt vinden aan verspeeld kunstaas. Onder- en rondom deze steiger vond ik 12 stuks kunstaas in een half uur. 

Dat komt doordat de meeste campinggasten met te zwaar kunstaas staan te zwiepen (en een te dikke lijn op hun molen hebben en te weinig vulling op de spoel en een gebrekkige werptechniek en een slechte timing) waardoor ze gauw vastzitten aan de bodem en veel kunstaas verspelen. 

Met een piepklein spinnertje of een licht plugje lukt het al beter, maar het werpen blijft lastig. Het makkelijkst werp je dan met een klein dikbladig lepeltje. Die zijn in Nederland moeilijk verkrijgbaar, maar in de Noorse supermarkt verkopen ze lepeltjes van 3 centimeter van 3 gram met een dik blad. Dat is een klein kunstaasje waarmee je makkelijk ver kunt werpen en daar zijn al heel wat beekforellen ingetrapt. 

Zittend bij het kampvuur nemen we alvast de visplannen door voor morgen. We willen proberen een zalm te gaan vangen bij een paar woeste watervallen in het Noorse binnenland.

Dat avontuur zie je de volgende keer. Tot dan.

Vissersgroeten van Geert Luinge
g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK