image description

De Allrounder 67   Op zoek naar “Poldergoud” (2)

De Allrounder 67   

Op zoek naar “Poldergoud” (2)  

Door Bart Debaes 

Het is natuurlijk telkens een ietwat moeilijk moment als je weer van hengel moet wisselen. Hoe meer je vangt, hoe sneller je weer wilt vangen; een oerdrift heeft ons compleet in zijn macht. 

Net na een wissel probeer ik daarom om zelf een soortgelijk iets samen te stellen uit een stukje bladlood, en een goudkopnimf uit mijn portefeuille. Die nimf zet ik wat verder van het lepeltje, in de hoop dat ik nog beter de aanbeten van kleinere visjes kan verzilveren. 

Het duurt een tijdje voor ik terug ben. Al gauw blijkt het dat het bijlange niet zo mooi dwarrelt als het origineel. Toch vang ik er soms eens een vis op. 


Vangst op de zelfbouw.

Als het dan weer mijn beurt is met de originele R2Sea TT-spoon, lukt het me om verticalend een bleitje te vangen. Dit kleine exemplaar is netjes voorin de bek gehaakt, dus de vis moet er zeker naar gehapt hebben. Tien minuten later komt een soortgenoot bewijzen dat dit geen uitzondering is.


Ook blei blijkt de actie te appreciëren.

De zon komt er helemaal door, en daar verderop lokt een groepje ringelende ruischers ons. Dries gooit ze aan met het kleine lepeltje. Hij doet al prima, dat is ook nodig, want tussen de kroos-plakkaten door is er soms niet veel plaats om juist te positioneren. 

Het geconcentreerde gewicht van het tungsten lepeltje, en het feit dat er weinig wind staat zijn natuurlijk een voordeel. Ik krijg een warm gevoel van binnen als ik hem goed bezig zie. 

Weer kunnen we onze lol niet op vanwege de vele aanvallende V-sporen die naar ons witte fladderding toe schieten. Nu en dan volgt dan een mini-tikje, maar waarschijnlijk is de haak net wat te groot voor de kleine ruisvoorn-bekjes. Dan is het toch opeens raak. Het eerste poldergoud wordt gevangen; yes! missie geslaagd.


Yes! missie geslaagd.

De stop lijkt dan wel uit de fles. Regelmatig worden tussen de vele baarsjes nu ook ruisvoorn gehaakt. Is het vanwege de oplopende temperaturen, of enkel aan deze stek, zeker zullen we het nooit weten. In ieder geval vangen we nu op meerdere plaatsen ruisvoorn. 

Bijna overal waar we azende exemplaren zien, worden er een aantal gehaakt; zeker bij de eerste worpen. Ze blijven niet allemaal hangen, en ik vermoed nog steeds dat dit wel zou kunnen zijn vanwege het haakformaat. 

Op die haakgrootte zal ik eens wat moeten op uitproberen. Voor een wat grote exemplaar poldergoud is dat haakformaat minder een bezwaar


Nog wat poldergoud.

Via een ander brugje komen we bij een nieuwe sloot. Het water is hier ook troebel, dus dat belooft niet veel goeds. Als Dries even in een aangemeerd bootje kijkt, ziet hij een vis zwemmen. 

Hoe is die daar in geraakt? Misschien omhoog gesprongen voor een aanvallende snoek? In ieder geval zal hij het daar niet overleven. Het kost wat moeite om hem bij de lurven te vatten. Bij het vereeuwigen van zijn vangst bedenk ik deze vraag: Is Dries nu eigenlijk een “bootvisser” of niet?


Bootvisser of niet?

Bij de brug onder de weg door, gaat het weer super. Als ze aan de voorkant van de brug wat op zijn, dan peuter ik weer wat dieper onder de brug door, en dan gaat het weer prima. 

Nu en dan kijken voorbijgangers wat vreemd. De vraag: “Wat is die daar aan het doen”, valt te lezen in hun ogen. Misschien is het ook wel een wat vreemd gedrag voor een volwassen man? Maar dat maakt me niet veel uit, ik amuseer me ten volle.


Diep peuterend naar de volgende baars.

Voorbijkomende kinderen bekijken het gebeuren dan weer helemaal anders. Zeker als er vis bovenkomt, worden de remmen steevast aangetrokken. Vaak volgt de vraag dan als ze de vis eens mogen aanraken. Het is dit keer niet anders. Dries heeft er lange tijd een toeschouwer bij, terwijl hij regelmatig vis “ter aaien” binnenbrengt.


Eens voelen als deze ook zo glad is.

Ondertussen ben ik wel nog ‘poldergoud-loos’. De dag is al behoorlijk geschoven, en bij mijn volgende “TT-spoon-beurt” moet het nu eindelijk maar eens gebeuren. 

Bart Debaes

(binnenkort afsluitend deel 3)