image description

De haken en ogen van een vistrip: Vertikaal vissen ( deel 6 )

Tekst en fotografie: Geert Luinge

Hallo vismaat.

Vandaag gaan we het eens hebben over rare bijvangsten tijdens het vertikaal-vissen, want het gebeurt maar o-zo-vaak dat ons kunstaas (dat oorspronkelijk bedoeld is voor snoek, baars en snoekbaars) wordt gegrepen door een onverwachte andere vissoort. Dan krijg je geinige verrassingen, zoals daar zijn...

 

De schele pos (die je vroeger vrijwel in elk slootje kon vangen) is tegenwoordig vrij schaars, maar soms kom je ze nog tegen op plekken waar het water troebeler en/of de bodem zachter is. Dan tref je er eentje die zó veel honger heeft dat ie een shad grijpt die even groot is als hijzelf.

Je maakt tegenwoordig ook kans op een zwartbekgrondel, want die mormels hebben onderhand heel Nederland gekolonialiseerd, dus al-vertikalend kom je ze gegarandeerd ergens tegen. Waarschijnlijk zwermen ze rondom ons kunstaas zonder dat we het in de gaten hebben en dan is het maar net de vraag... of hun bek groot genoeg is om het naar binnen te werken? Ze kunnen 25 cm groot worden en dat is meer dan de eerstejaars snoekbaarsjes die je soms vangt op hetzelfde shadje.

Een andere bijvangst die je zomaar kunt tegenkomen is... de bot. Je vangt ze vooral op half brakke wateren zoals het Noordzeekanaal en de mondingen van de grote rivieren, maar botten kunnen zo ver landinwaarts zwemmen, dat ze zelfs in puur zoet water ergens op de bodem kunnen liggen en keihard jouw shadje te grazen nemen. Enne... die botten kunnen hard knokken! Door hun platte vorm hebben ze veel weerstand in het water, dus reken maar dat die spinhengel krom gaat. Da's nooit weg... af en toe een bot tussendoor.

In brakke wateren zoals het Noordzeekanaal kan het op sommige plekken barsten van de zeebaars(jes) en steenbolken, die in grote scholen heen-en-weer trekken. Vooral in de vroege ochtend- en late avond-uren gaan ze op jacht naar scholen prooivis, zoals haring, bliek, spiering, zandspiering, stekelbaars enzovoort. En dan kan het gebeuren dat jij er toevallig eentje vangt op een vertikale shad, maar die kans is klein. De scheiding tussen zoet- en zout water is soms moeilijk te bepalen, en in zulk groot water zou je in theorie zelfs een zalm of een zeeforel kunnen tegenkomen, maar die kans is èrrug klein.

In het zoete water is de kans groot dat je al-vertikalend zult stuiten op een school witvis. Blankvoorns en/of kolbleien die niet te beroerd zijn om een langszwemmend kunstaasje aan te vallen. Soms zie je het scherm van de fishfinder helemaal vollopen... en dan hangt er een grote school witvis onder de boot, die met z'n allen naast je kunstaas zwemmen en eraan knabbelen. En soms blijft er eentje hangen.

Qua dril stelt het weinig voor, maar bedenk wel dat ze meestal met z'n honderden of duizenden zijn, dus als jij de code weet te kraken en een kunstaasje in je trommel hebt waar de witvis op dat moment gek op is, dan is the sky the limit. Dan zou je vertikaal tientallen blankvoorns en bleien kunnen vangen op je allerlichtste spinhengel en dat is dikke pret. Ja, op het gebied van kunstaas voor witvis valt er nog een hoop te ontdekken en te expirimenteren.

Wat zou het mooi zijn als we vertikaal ook dikke brasems konden vangen met kunstaas. Dat je van een slechte snoekbaars-dag toch nog een goede brasem-dag zou kunnen maken, door een nóg kleiner en nóg subtieler kunstaasje te presenteren aan de brasems die je toch sowiezo tegenkomt tijdens je zoektocht naar roofvis. En als er in een bepaald water helaas weinig snoekbaars meer zit... dan zou het wel eens vol kunnen zitten met witvis... die je dan vertikaal zou kunnen belagen. Dus niet ergens een uitgebreide voerstek maken om witvis te lokken, geen maden, geen wormen, geen dobber, geen voerkorf, geen feederhengel enzovoort..., maar vanuit een boot vertikaal boven die school witvis gaan hangen en een piepklein kunstaasje recht voor hun neus hangen... dat moeten ze toch pakken ?! Of met de zogenaamde silver-dropshot techniek, met een subtiel nymfje aan een dun zijlijntje. Moet kunnen. Dus als jij wel houdt van een uitdaging... ga dan eens (al is het maar een uurtje) vertikaal vissen 'op de brasem'. Kijken of het lukt.

Op de stromende rivieren kan de bijvangst ook bestaan uit bijvoorbeeld een winde. En dan bedoel ik zo'n hele dikke sterke rivier-winde die gierend door de slip gaat. Dat zijn krachtpatsers eerste klas en ze zwemmen vaak in scholen bij elkaar, dus als je er eentje vangt zitten er op dat moment waarschijnlijk meer. Alleen... ze trekken de rivier op- en af... waardoor ze nooit lang op dezelfde plek blijven. In de praktijk betekent het dat je urenlang geen ene winde ziet... en dan opeens vang je er 3 achter mekaar ... maar een kwartier later is de hele school weer voorbij. Dus een winde is meestal een toevallig passerende voorbijganger. Maar wel blij mee.

En dan natuurlijk onze grote vriend de roofblei. Over sterke vissen gesproken. Zorg er maar voor dat de slip van je molen perfekt staat afgesteld vóórdat je zo'n ijzersterke roofblei aan de lijn krijgt, want ze gaan als een raket. Geen houwen aan. Helemaal als ze met de stroming mee zwemmen. Dit is een vis die gewend is om tegen harde stroming in te zwemmen, maar... als hij diezelfde zwem-kracht uitoefent terwijl hij met de stroming mee zwemt... dan staat jouw slip roodgloeiend en heb je hopelijk genoeg lijn op de spoel zitten. Nee, roofbleien zijn niet voor de poes.

Hoewel je vertikaal vissend sporadisch wel eens een roofblei vangt... is dat eigenlijk niet de beste manier om ze te vangen, want ze zitten vaak aan het oppervlak. Dan kun je beter gaan werpen met plugjes, lepeltjes, asp spinners endergelijke. Vooral op het moment dat er een grote duwboot langsvaart... en/of op het moment dat twee boten elkaar passeren, dan ontstaat er bij de punt van de strekdammen een zuigende kolking en een hevige hotseklots. Daar moet je wezen voor de roofbleien. Dit exemplaar ving ik op een piepklein plugje aan het oppervlak, terwijl we eigenlijk waren gekomen voor de snoekbaarzen op de bodem.

Het mooie van roofbleien is dat ze zulke vreselijk harde klappen op het water maken terwijl ze jagen op prooivis. Ik weet nog hoe ik met mijn meisje op een terras zat bij een restaurant aan de Maas, (op de menukaart stond snoekbaars in hollandaise saus, maar dit terzijde).

... dus ik wou net een drankje te bestellen, toen... vlak voor de kant...Plons-Kolk ! Een hele beste roofblei knalde wild spetterend uit het water en de mensen op het terras keken verschrikt op van die plotselinge plons. Nou... je snapt dat ik daar voorlopig bleef zitten... en een frietje bij bestelde... want hier kregen we een show van 80cm-roofbleien die twee meter uit de kant in het heldere water op speldaas jaagden en regelmatig in volle lengte uit het water sprongen. Kortom: absoluut gekkenhuis. Schitterend. Helaas was dit niet het juiste moment om een hengel uit te gooien, maar ik ben bang dat ik van het gesprek met mijn meisje op dat terras weinig heb onthouden... terwijl die jagende roofbleien onuitwisbaar in mijn geheugen staan gebeiteld .

In deze opsomming van rare bijvangsten mag zeker de polsdikke paling niet ontbreken, die op het Amsterdamse IJ pal achter het centraal station mijn shadje te grazen nam en ... man man...wat een sleurpartij was dat ! We waren blij dat hij na wat jutteren met een onthaaktang aan het oppervlak losschoot, maar we hadden hem duidelijk gezien... een héle dikke paling aan zacht plastic kunstaas. Kan zomaar gebeuren.

En dan is er nog de categorie 'overig wild' waarbij de wolhandkrab wel de minst geliefde- en meest verguisde engerd is die in ons viswater over de bodem kruipt. Een flink percentage van de aanbeten die we krijgen zou wel eens veroorzaakt kunnen worden door wolhandkrabben, want ze zijn tegenwoordig in overmaat aanwezig en ze hebben altijd honger.Je komt ze al-vertikalend regelmatig tegen en het zijn gasten die hardnekkig het kunstaas blijven vasthouden. De aanbeet van zo'n apparaat is best wel verrassend hard, maar de dril stelt weinig voor en het onthaken is een regelrechte ramp. Laat hem vooral niet vallen in de boot, want dan gaat hij rondjes rennen en kruipt weg in een hoek waar je hem lastig uit krijgt, dus dit zijn ongenode gasten. Zijn we niet blij mee. Weg met de wolhandkrab ! Maar... als je ze in een aquarium van dichtbij bekijkt zijn het toch eigenlijk best wel mooie- en in ieder geval wonderlijke wezens. Aquatic aliens.

En dan is er nog een andere wandelende weirdo die veelvuldig voorkomt, want de invasieve Amerikaanse rivierkreeft heeft inmiddels een groot deel van de Nederlandse viswateren in beslag genomen en... hoewel ze slechts zelden aan het oppervlak komen... zullen er daar beneden vast een heleboel kreeften zijn die jouw vertikale kunstaas voorbij zien komen.

Eigenlijk kunnen we ze missen als kiespijn, maar ja, we hebben ze zelf geimporteerd... en dat was niet zo slim. Nu zitten we met de gebakken peren, of beter gezegd... de gekookte kreeften. In een gaaskorf met een trechtervormige opening met een stukje vis erin (of een blikje kattenvoer of halibut pellets) kun je ze zelf vrij makkelijk vangen, want in een heeleboel slootjes barst het er tegenwoordig van. Dus als je nog een culinaire uitdaging zoekt... Hollandse kreeft. Best lekker om te eten (eerst een paar dagen spoelen in schoon water) en... gratis. Trouwens... het gekookte (gepelde) achterlijf van een zoetwater kreeft zou wel eens een geweldig goed aas kunnen zijn voor grote roofvissen, zoals bijvoorbeeld de meerval. Die is ook sterk in aantal toegenomen en op de grote rivieren zal er op een vertikale visdag vast wel ergens een meerval aan je shadje snuffelen.

Maar als je het echt serieus wilt aanpakken kun je voor de meerval beter overschakelen op lawaaimakende ratelpluggen en ratelende worm-skirt montages, want meervallen zijn nieuwsgierig en ze houden wel van herrie en drukte onderwater. In het nieuws zijn altijd de uitschieters, de enorme meervallen van meer dan anderhalve meter, maar het aantal kleinere meervallen is natuurlijk veel groter. Dus als die 'kleine' meervallen dan trek zouden hebben is een langszwemmend kunstaasje... zou het wel eens een zware dril kunnen worden, op dat eigenlijk-te-lichte spinhengeltje.

Tenslotte is er nog een bijvangst waar we zelfs nóg blijer mee zijn dan met de reguliere baars, snoek of snoekbaars. Wat dacht je van een karper ? We hebben er al meerdere gevangen op een vertikaal shadje. Hoezo gruwelijk drillen op dat spinhengeltje ! Niet te filmen joh. Mijn vismaat ving ooit een karper van 18 pond op zijn strakke vertikaal-stokkie met dunne gevlochten lijn en dat was echt een waanzinnig tafereel. Niet de bedoeling, maar wel een vette stunt.

Zo hebben we onderhand een stuk of twintig vissoorten gezien die je kunt/zult tegenkomen als je vertikaal vanuit een boot een kunstaasje laat zakken. Genoeg afwisseling en variatie dacht ik zo. Altijd kans op een verrassing. Blijft spannend.

Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Schotland, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via deze link 

Vissersgroeten van  Geert Luinge.  Email : g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK