Zeevissen in het land der Vikingen (Deel 4)  Vissen op gul vanaf de kant

Zeevissen in het land der Vikingen (Deel 4) 

Vissen op gul vanaf de kant 

Door Ron Smits

Vissen op gul was voor mij ongeveer 40 jaar de mooiste visserij. Heel wat uren per week was ik in Nederland aan de waterkant te vinden in de maanden november, december, maart en april. Na het werk was ik bijna iedere avond aan de kust te vinden, in deze maanden. Mooie kabeljauwen gevangen vanaf de kant tot wel 11 kilo.

In april 1984 ben ik voor het eerst naar Langeland gegaan om daar de gul te belagen vanaf de kant en een paar keer vanaf de boot. Volgens de diverse magazines in die tijd zwom de gul zo je emmer in………………Maar wat een drama was dat. In Nederland stond ik bekend als een succesvolle gullenmepper, maar daar in Langeland was het een ramp.

Ook het bootvissen met een stuk blik (pilkers) was niet aan mij besteed. Ik ving slechts één gulletje aan dat stuk blik. De oorzaak was heel eenvoudig: verkeerde informatie en daardoor op de verkeerde plek en/of het verkeerde tijdstip (gul was voornamelijk in het donker te vangen) en/of het verkeerde (te lichte pilkers) materiaal.

Jaren later zag ik ook nog vele teleurgestelde sportvissers aan boord van de veerdienst Kiel/Bagenkop, die na een hele week vissen geen enkele vis hadden gevangen.


Een kabeljauw van 15 pond.


De jaren na 1984 was ik gelukkig wel heel succesvol in Denemarken. Ik heb voordat ik ging vissen het gehele eiland verkend. Overdag is er wel een gulletje te pakken, maar de plekken daarvoor zijn beperkt en heel erg afhankelijk van hoogwater. Meer kans heb je wanneer het donker wordt. Vaak al net voor het donker worden pak je de eerste gulletjes al.

Als het hoogwater en nieuwe maan dan ook nog ’s avonds valt heb je wel de meeste kans op gul. Rond nieuwe, maar ook volle maan is de stroming op zijn sterkst en komt het water hoger dan normaal.


Strib 1994 net iets rechts van de oude aanlegplaats voor de veerdienst. Er staat nu een monument op de aanlegplaats. Vele Denen komen hier hun lunch nuttigen, met hun gezin. In de 20 gullen liggen er op de grond. Een heel diepe stek met een zware stroming. Op dertig meter uit de kant ligt een plateau op een diepte van ongeveer acht meter. Hierop zit in het voorjaar leuk platvis. Na dit plateau gaat het de diepte in tot meer dan veertig meter.


Strib op het eiland Funen was een uitzondering waar je in de vorige eeuw regelmatig overdag een leuke klus gul kon vangen. Helaas is dit al weer vergane glorie. Enkel de foto’s zijn nog getuige van de mooie vangsten. Na 1994 heb ik enkel en alleen nog in het donker op gul gevist op het eiland Langeland. Favoriete stekken waren Botofte strand bij de schaapskooi, Hov, Stengade, Dovns Klint en Gulstav Klint.


De schaapskooi (zoals ik het noem) bij Botofte. Prima stek, wel ver lopen. In het hoge gras naderde op een avond mij een vos tot ongeveer tien meter.



De vuurtoren van Hov, auto parkeren op de grote P plaats aan de rechterkant van de weg bij het radarstation. Ook een prima stek voor de zeeforel.



Botofte strand vlakbij de vuurtoren met P plaats naar de schaapskooi is ongeveer 1,5 kilometer en naar de P plaats aan het strand van Botofte is het ongeveer 2,5 kilometer richting noord.


Denk niet dat je overal gul kunt pakken. Overdag de stek bekijken is een aanrader. Let op de muien en zwinnen (zie het eerdere artikel over platvis vanaf de kant). Bovenop een zandbank is de kans heel klein dat je gul vangt. In het zwin voor en/of na de zandbank en zeker ook de muien links en rechts van de zandbank, is de kans juist heel groot dat je gul vangt.

Kun je het zwin over de zandbank bereiken, dan is het raadzaam om daar met één hengel te vissen, terwijl de tweede hengel in het zwin ervoor of in de mui ernaast ligt.


Muien en zwinnen.


Bij Botofte kan ik mij een avond herinneren dat ik met beide hengels ver over de zandbank viste in het tweede zwin en daar een zevental mooie gullen (7 – 9 pond) ving, terwijl mijn vismaat de dertig gullen ruim passeerde. Zijn gullen waren kleiner, zonder uitzondering allemaal 2 – 4 pond.

Met kunstaas pak je de gullen vaak nog dichter op de kant. Ik weet dat ik op Gulstav een mis worp maakte en de onderlijn viel net na de branding in het water.


De stek rechts van de vuurtoren van Hov. Prima stek voor gul (donker) en zeeforel.

Nog voor ik de lijn strak kon draaien om hem weer in te halen, hing er al een mooie gul aan van acht pond. Vanaf de kant heb ik in Denemarken in de 23 jaar nog nooit een gul gevangen van meer dan 10 pond (Botofte strand).

Daarom zijn die zware Nederlandse gulstokken in Denemarken eigenlijk niet nodig. Een licht karperstokje van een meter of vier en ongeveer 70 gram werpgewicht, voldoet uitstekend. Het voordeel van zo’n hengel is dat je er ook heel actief mee kunt vissen en ook nog eens met een dunne lijn van 0.25 mm nylon.

Natuurlijk zijn de bekende strandhengels die we in Nederland gebruiken prima, maar probeer voor de gein toch eens een licht karperstokje. Wedden dat dit hengeltje voortaan altijd meegaat op visvakantie naar Denemarken?


De zuidelijke punt van Langeland.


Een gul heeft heel veel en goede smaak- en geurpapillen. Uw aas en de stroming zorgen ervoor dat de geur en smaakpapillen van de gul geprikkeld worden, maar de gul heeft nog een fijne registratie voor voedsel: de zijlijn op de flanken. Deze registreert druk verschillen in het water, die veroorzaakt worden door een zwemmend visje of zeepier.

Als u actief op de gul met natuurlijk aas vist, maakt u optimaal gebruik van de drie zintuigen van de gul. De gul zwemt stroomafwaarts en zodra een of meer papillen geprikkeld worden, draait de gul, om vervolgens stroom opwaarts het aas met uw haakte vinden.


Haak mustad 5/0 helemaal verdwenen.

De boekjes met stekkeninfo (in een eerder artikel over de platvis in deel 1, 2 of 3) kunt u ook goed gebruiken voor de gul. Ook kunt u thuis op Google Earth al heel veel informatie vinden. Zwinnen, muien en zandbanken zijn prima te zien. Vergeet ook zeker de mosselbanken en stenen (begroeiing) niet, hier zitten de zagers. Steile afgronden zijn ook heel goed, maar vanaf de kant zijn dit vaak loodkerkhoven.

De onderlijn, die ik gebruik is wel heel simpel. Een lange dwarrellijn (amnesia 15 Lbs of 20 Lbs) van een tachtig tot vijf en tachtig centimeter met een mustad (round beak) haak, 2/0 of 4/0 is prima. De lange onderlijn en het ongeankerd loodje aan de wartel bevestigen van de hoofdlijn. Wel de mustad haak slijpen, daar deze 'van nature' vrij bot zijn.


Boven een gemakkelijke hakenslijper.


Als aas zijn verse pieren, waar het zand al uitgespoeld is, mijn favoriet. De mustad haken met de twee extra weerhaakjes op de steel houden de pieren beter op de haak tijdens de worp. De pieren (soms wel vijf of zes) lekker over de haak op de lijn schuiven. De punt van de haak mag best zichtbaar zijn, want tijdens de worp worden de pieren over de haakpunt gedrukt.

Maar ook zagers, kweekzagers en verse vis zoals haring of makreel (maar ook een pas gehaakte kleine wijting) zijn prima aas. Daar het in Denemarken minder hard stroomt is het vissen met ankerlood niet nodig. Als er echter veel wind staat is het vissen met ankerlood wel noodzakelijk, daar de wind voor de stroming zorgt. In maart/april en november/december heb ik nooit last van krabben, dus het aas blijft mooi op de haak.


Mustad al heel lang mijn favoriete haken.

De molen mag niet een te lage inhaalsnelheid hebben. Er liggen in Denemarken immers veel stenen, een te lage inhaalsnelheid betekent veel vastlopers. Molens met een overbrenging van 4.6:1 zijn prima. Deze hebben voldoende power om een grote gul te landen. Als lijn kunt u nylon nemen van 0.30 mm. Nylon is wat beter bestand tegen de stenen dan dyneema.

Een ongeveer tien meter voorslag van 0.45 of 0.50 mm voorkomt dat de lijn tijdens de worp breekt. Het voordeel van deze dunne lijn is dat deze glad is en bovendien minder luchtweerstand veroorzaakt tijdens de worp. Bovendien ondervindt een dunne lijn minder zijwaartse druk door de stroming, zodat uw lood beter blijft liggen.

Een ander belangrijk voordeel van nylon is de rek. Deze rek vangt de klappen van de gul goed op. Aan de andere kant is de rek weer een nadeel. Door de rek komen de aanbeten minder goed door. Maar een gulletje zie je wel degelijk aanbijten als de lijn strak staat. Een grote gul trekt uw hengel helemaal krom. Nylon is ook wat goedkoper, dan dyneema.

Een hengelstandaard is aan het strand wel nodig. Ik viste altijd met een rvs-pin van 1.60 m lang met daarop twee dwars uitstekende steunen, waarop ik de hengel kon leggen. De stenen zijn voor deze pin wat lastig maar je krijgt daar vanzelf handigheid in. Een driepoot is superhandig, maar ook weer extra gewicht om mee te nemen.

Het vissen op gul is eigenlijk heel eenvoudig. U werpt uw onderlijn in het eerste of tweede zwin of mui in en wacht vervolgens op wat komen gaat. De gul komt vanzelf als deze naar voedsel op zoek is. Op het menu voor de gul staan zeepieren, zagers, garnalen, rondvis, krabben en platvis.

Terwijl u relaxed uw hengeltoppen in de gaten houdt, dwalen uw gedachten af. U hoort alleen de wind, de golven en het over elkaar heen rollen van de kiezelstenen aan het strand, het typische geluid van Langeland. En dan vanuit het niets die typische doorbuiger………………..gevolgd door een slappe lijn en na het strak draaien, de bonken op de hengel.

Tips. Voorzie uw hengeltoppen van reflecterende tape, zodat deze goed zichtbaar zijn in uw lichtstraal. Zo heb ik ook de hengelstandaard en allerlei belangrijke attributen gemerkt met deze tape (aan diverse zijden). Voordat ik weer naar huis ga schijn ik met mijn koplampje over de stek. Door de reflecterende tape zie ik mijn spullen direct. Een viskar is werkelijk ideaal. Hierin kunt u de blauwe vis kist in zetten. Vier pootjes aan de viskar laten zakken en u kunt prima zitten op uw kist op de viskar.

Van de trekstang van de viskar kunt u zelfs een hengelstandaard maken. Door de goede koplampjes met LED-licht is de petromax niet meer nodig. Vroeger ging ik altijd met drie petromaxen op pad, want de archillespees van de petromax is het koperen pijpje met krul.

Na ieder gebruik koekt er een laagje verbrandingsrest aan de binnenzijde aan, die je niet uit de krul kunt krijgen. Na verloop van tijd gaat de petromax sputteren en weigert dienst, vandaar dat ik er altijd drie bij me had. Wel een gesjouw hoor door het mulle zand, maar wat een luxe tijdens het vissen.


Ideaal viskarretje. Let ook op de reflecterende tape.

Het vissen met kunstaas is eigenlijk hetzelfde als op de zeeforel. Soms laat ik de wobbler wat dieper lopen om de gul te verleiden.


Dovns Klint. Gulletje op de wobbler. (Foto Lucky Luc Mom) De uitstekende landtong op de achtergrond is Gulstav Klint. Hier heb ik veel gul gevangen zodra het donker was. Let op de zijlijn op de flank van de gul. Deze bemerkt drukverschillen als gevolg van een zwemmende of springende vis feilloos op. Bij deze foto hoor ik de stenen weer over elkaar rollen……………Lucky Luc ving er hier overdag meerdere van aan natuurlijk aas. Op de achtergrond zie je zijn hengels.

De gul komt na het bemerken van de wobbler wel omhoog om het kunstaas te grijpen. De zeeforel wordt in een volgende aflevering besproken.
 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -