Op Ierlandtrip met zwarte roofvissers (deel 4)

Op Ierlandtrip met zwarte roofvissers (deel 4)   

 
Door Bart Debaes  
 
Aan het ontbijt wordt beslist dat we opnieuw gaan opsplitsen. Wim wil niet mee naar wat hij de str….tput heet. Vorige keer raakte hij ook daar maar net aan één vis, en dat wil hij niet herbeleven. 
 
Het is inderdaad een meer waar het alles of niets is. Ik beleefde er al prachtige dagen, maar soms is het er ook heel moeilijk. Daar de weg er naartoe eindigt op het erf van een boerderij, bel ik aan om toestemming te vragen om daar te parkeren. 
 
Ik ben even van mijn melk als blijkt dat in de vervallen boerderij zo een knappe, diep gedecolleteerde Ierse deerne de deur voor me open schuift. Met een vriendelijke lach krijg ik toestemming, en op een wolkje keer ik naar de vismaten terug. 
 
Als ik voorbij een oude gocart wandel, roep ik de vismaten toe dat wie hier straks het meeste vangt hierop een ereronde mag rijden, net als vroeger bij de Romeinen.
 
Snel nog wisselen van testhengel. Er was nogal wat overtuigingskracht van doen om de kortere Opticast terug te krijgen van Tom. Hij gebruikte die nu al drie dagen als dood-aas hengel, en was zo tevreden erover dat hij hem liever verder had gebruikt. Dat is in ieder geval al een positief teken.
 
Het meer lijkt, van op het erf gezien, veel kleiner dan het is. 
 
Het meer lijkt veel kleiner dan het is. 
 
Van de hier typische donkere turfkleur in het water valt vandaag niet veel te bekennen, dus gaan we vol vertrouwen het water op. Opnieuw start het rustig. Ik kan als eerste mijn nul wegpoetsen, vijf minuten later hoor ik ook Frederik roepen dat er nu maar één watje meer op het water ligt. 
 
Mijn doel is het eiland aan de overkant met veel ondiep water er rond. Daar worden meestal zowel veel als grote snoeken geplukt. Ik mis er twee en vang er drie. Ik besluit het diepste deel traag te bevissen met een Seeker shad van Storm. 
 
De kuil van drie en een halve meter leverde me op die manier bevist steeds mooie vissen op. De prima Arca Opticast hengel geeft me perfect weer dat ik beneden lichtjes haper aan planten. Als bewijs hangt aan mijn haken waterpest, dus ik vis net wat te traag, en te diep. 
 
De derde worp start ik mijn kunstaas wat rapper. Het traag heen en weer kijkende kunstaas gaat net boven de bodem en daar is de beloning. Een droge tik. Nog net voor ik sla, voel ik de snoek al met zijn kop schudden. 
 
Zoals steeds met dit systeem zit de nepvis diep. Wat dat me echter verbaasd doet opkijken is de uitslag die de vis op zijn ganse lijf heeft. Snoekmazelen?
 
Snoekmazelen?
 
Het heeft zeker zijn vechtlust niet beperkt, maar gezond ziet hij er niet uit. De volgende vissen die ik vang hebben in minder of meerdere mate ook van dezelfde 'ziekte' last. 
 
De vlekken staan zowel op de huid als op hun vinnen. Eén vis heeft zelfs een doorlopende lijn aan zijn staart, of is dit nog een lidteken van het paaispel?  
 
Paailidteken? 
 
De volgende snoek komt van een ondiepere bult, is een stuk groter, en heeft van de vlekken geen last.
 
Gaaf baby huidje.
 
Na nog een paar zeventigers valt de beet in de diepte weg. De vismaten zijn ondertussen vanaf de andere oever in aantocht en blijkbaar levert de kant niet slecht. Ik peddel in hun richting terwijl ik nu ook de kanten afvis. 
 
In deze zonnige, windluwe zijde is het heerlijk om de oevers uit te pielen met een kleine lepel. Ik vis klein, in de hoop ook een paar van de baarzen te kunnen vangen die hier huizen. Het lukt me echter niet. 
 
Na een half uurtje monteer ik de baby-buster. Ik geloof sterk in de doffe rammel van dit kunstaas als het gevoerd wordt in een windluw water. Mijn vertrouwen wordt beloond. De snoek komt een paar centimeter hoger uit dan de maataanduiding negentig. 
 

Snel even nameten. 
 
Wat verderop ligt Frederik te roepen dat hij tussen de jagende snoeken ligt en hij ze niet kan vangen. De benenmotor wordt gestart, want ja, men moet de medemens toch helpen waar men kan. 
 
Inderdaad, in deze hoek spetteren regelmatig honderden kleine visjes weg, met tussen hen in grote kolken. Net als bij mijn broeder in Petrus komen op mijn eerste worpen niet de verwachte beten. Ik besluit van sneller, met kortere tikken, mijn baby-buster binnen te slaan. 
 
Ik probeer hiermee te bekomen dat de rovers denken dat mijn nep-aasvis hen probeert te ontvluchten. Halfweg de eerste worp een gigantische beuk. De vis gaat onmiddellijk het zwerk in, en uit twee monden weerklinkt gelijktijdig wahaaaw!!!! 
 
Frederik grijpt naar het fototoestel Ik grijp naar mijn tweede hengel om die binnen te draaien. Dan zie ik dat de dobber aan die hengel vertrekt. Eigenlijk hoop ik dat het vals alarm is en dat hij ergens aan de planten vastloopt. 
 
Als ik sla, voel ik echter onmiddellijk dat het ook hier om een mooie vis gaat. Frederik ligt in een deuk als hij me ziet sukkelen met beide vissen. Vooral als ze elkaar willen kruisen geeft dit vreemde beelden. 
 
Vooral als ze elkaar willen kruisen. 
 
De twee Opticast hengels hebben een stevige ruggengraat, dus moest de slip niet te licht staan. Door nu en dan een beetje op te draaien met mijn mond kan ik beide vissen behouden. 
 

Opdraaiend met de mond. 
 
Mijn gelukzalige lach, als ik met beide groenjassen poseer, behoeft geen acteerwerk. 
 
De lach is niet geacteerd.
 
Frederik monteert een zeebaarsplug met een sterke walk-the-dog gang, in de hoop ook hiermee een slag te kunnen slaan. Wat later kan ik hem ook op foto zetten. Gelukkig wordt hij al wat bedreven met de onthaaktang, want de lange slanke plug zit diep. 
 
Oef, toch gelukt.
 
De jachten houden op, teveel verstoord door de drils? Tijd voor een plasje. Als ik in de kant sta moet mijn camera aan het werk want, mijn God, wat is dit toch heerlijk mooi. 
 

Ook hier in de wind doet hij zijn werk goed. 
 
We deinen opnieuw uit en bevissen op de terugweg elkaars oevers. Ik monteer een spinnerbait om wat dieper tussen de stoppels te kunnen vissen. Het lukt, maar niet vlot. Als mijn dieptemeter aangeeft dat ik de ondiepere vlakke plaat binnen vaar, kies ik voor het open water. 
 
Dat is vandaag nog maagdelijk en omdat er ook hier al wat begroeiing staat moet het toch lukken. De wind is opnieuw opgekomen. Blijkbaar valt mijn kleine spinnerbait niet voldoende op. De blauwe buster, die hier al zo goed scoorde, mag opnieuw zwemmen. Ook hier in de wind doet hij zijn werk goed. 
 
Wat is dit toch heerlijk mooi. 
 
Ik beëindig deze vijf uurs sessie met juist 20 snoeken. Kurt maakte in het laatste anderhalf uur een snelle remonte, maar bleef toch steken op 15. Frederik was met z’n acht stuks al ruim tevreden. Hij wacht ons al op in de kant.
 
Nog voor we aan de boerderij zijn staat de eigenaar ons al op te wachten. Willens nillens moeten we met hem mee naar binnen om een kopje thee. Kurt zou veel liever snel verkassen. Ik vind het wel leuk, misschien zien we ook dat knappe meisje terug. 
 
We worden 50 jaar terug in de tijd gekatapulteerd. Een woonkamer en een keuken zoals ik die kende van bij mijn grootmoeder. Ook de bewoners zijn even supervriendelijk. Een verpakking koekjes wordt bovengehaald, je weet wel van die zachte cakejes met binnenin een vulling van aardbeienconfituur. Als ik er ééntje grijp blijkt de ganse pak aan die ene te kleven. 
 
Van zachtheid valt niets te bespeuren, noch in de koek, noch in de confituur. Ik moet ze eerst wat met speeksel laten weken vooraleer mijn tanden hun werk kunnen doen. Frederik zie ik dezelfde truc uithalen. Kurt was zo slim te weigeren, eeuch ……….vanwege zijn lijn, weet je wel.
 
Een half uur worden diverse items vergeleken vanuit beider landen, en dan komt de verlossing. Er komt ander bezoek, en wij willen verder niet storen. We zullen anderhalf uur te laat zijn op de volgende afgesproken stek, maar eerst moet ik nog de beloofde ereronde rijden. 
 

De ereronde.
 
Tom en Wim liggen hier al lange tijd te water. Op hun eerste meer vingen ze veel knappe vissen, waaronder ook 2 negentigers. 
 
Twee negentigers.
 
Hier lukt het wat moeilijker. Ze hadden al twee keren bijna het water verlaten, maar net dan kwam telkens een bijtmoment, waardoor ze toch bleven. Ook hier zaten er meerdere tachtigers tussen. De zilverkleurige Syclops kwam bij beiden als beste aas uit de bus.
 
De zilveren Syclops.
 
Ze vertellen ons dat ze overal rond op het meer vingen. Kurt ligt nog geen 20 meter uit de kant als hij al roept: “Waar liggen die watjes hier?” 
 
Waar liggen die watjes hier? 
 
Ik geloof heilig in de eerste witte boei. Heel vaak liggen hier gustjes en die moeten voorkomen dat ik zonder vis van dit water moet. Na twintig minuten klaart de Man’s Minus die job. Kort daarna is iedereen roze-watje-vrij.
 
Deze grote plas is ook nergens dieper dan 1,4 meter. Ideaal dus om met de streamerhengel aan de slag te gaan. Er staat behoorlijk wat wind, maar het werpen lukt nog wel. Kurt straalt met zijn mooie vis als hij op een kerstboom streamer een mooie mag vangen. 
 
Kurt straalt.
 
Wat later volgt nog een kleinere. Als het later nog meer begint te waaien plukt hij er op de shad nog 2 bij. Ik blijf beetloos op de vlieg. Wim en Tom zijn de enige die regelmatig een vis kunnen drillen. Tom vist met groot aas en vangt met zijn vijftiende opnieuw een negentiger. 
 
Opnieuw een negentiger voor Tom. 
 
Het valt me wel op dat ze steeds dezelfde stek opnieuw bevissen. Als Fredrik ook in hun buurt gaat liggen, gaat ook zijn teller naar omhoog, die rijst tot 5 stuks. Na anderhalf uur moeten we terug voor het avondeten. Op de terugweg kan ik op een plugje een tweede vis vangen, en zie ik Wim zijn veertiende vangen op deze plas.
 
Wim drilt nummer 14. 
 
Aan de auto’s staan de twee broers te grijzen. Het blijkt dat ze enkel goed vingen op één stek. Met hun verkeerd gegeven informatie hebben ze ons in de zak gezet. Dit als straf voor het eerder verdwenen kunstaas. Oei, die vuile pietoe’s, hoe durven ze! 
 
Mmm, lekkere entree.
 
Met samen 94 snoeken vandaag kan echter niemand echt klagen, en van het avondeten al helemaal niet.  

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -