**KLAAR**                Karperpassie                   82

Karperpassie 82

Door Co Sielhorst

9 augustus 2003.
Er komt niet veel uit mijn handen deze week. Het water waar ik graag vis is een soort openluchtbad aan het worden. Tot laat in de avond plonzen er mensen rond. Op de rivier, waar ik het ook wel eens naar mijn zin kan hebben, is het één groot pretpark.

Het wordt weer een dagje Waterweg. Ik kijk voor het eerst van mijn leven naar getijde tabellen. Het is hoog water overdag. Max heeft me verteld dat alles dan anders is. Ik wil het gewoon zelf zien. Max besluit ook mee te gaan. Het is grijs en kil als we over de gladde keien naar beneden klauteren. Een broek en een jasje zijn zeker geen overbodige luxe. Het is frisjes, wat een genot. Het water is al aan het stijgen.

Ik heb mijn materiaal aangepast. Alles is wat lichter. Er hangt ook een kleiner haakje aan. Vrijwel iedere aanbeet hangt. Allemaal kleine windes. Het water stijgt snel. De temperatuur ook. Ik sta binnen een uur al weer lekker in het water. Dan wordt het even oppassen. Een gigantisch zeeschip in de verte. Het komt dichterbij. Er wordt een enorme muur van water opgestuwd. Snel weg met al die spullen. Er doemen er nog veel meer op uit de mist. De verkeersleiding heeft kennelijk het licht op groen gezet. Het zal voorlopig wel een poosje blijven spoken. Er valt niet meer te vissen in dit geweld.

Verkassen? Ja, waarom niet. Ik kan er alleen maar van leren. Max springt bij zijn maat Theo in de auto. Ik ben met Bart gekomen. Op de volgende stek kan Bart beter met de feeder uit de weg. Er komt iets op gang bij hem. Grote voorns en af en toe een kanjerbrasem. Ik moet er even aan wennen. Kan me maar moeilijk concentreren op die top. Mijn hengel wordt bijna het water in gerost als Max me een mooie meun komt laten zien. Die had ik hier dus nooit verwacht. Ze blijken dus vanaf bergstroompjes tot aan het zoute water voor te komen. Het is zeker geen toevalstreffer weet Max te vertellen.Dan pak ik ook een nette vis. Een brasem van een pond of vijf. Mooie stevige vis.

Gelukkig staat er een pittig windje. Anders was het niet uit te houden op de kale stenen kant. Max houdt het eind van de middag voor gezien. Het is allemaal wat zuinigjes. Bart is ook al helemaal gaar van de zon. Eerlijk gezegd heb ik het ook wel een beetje gezien nu. Ik begin wel wat te voelen voor een uurtje in de airco. Die Volvo van Bart is binnen een paar minuten een koelkast. Onderweg bespreken we de dag. Toch wel een paar leuke vissen gevangen. Er is nog wel één vreemde gebeurtenis waar we nog niet helemaal uit zijn. Na een paar brasems hangt er iets aan de haak als Bart opdraait. Nee, geen aanbeet gezien. Het lijkt wel zeewier. Vlak voor de kant komt er een enorme dreun. Het water slaat over een paar meter kolkend vlak. Het gaat te hard en het komt te onverwacht. Haak weg. Wat zal dat nou geweest zijn? Ik probeer een opsomming te maken van het aantal vissoorten dat er op de waterweg te vangen is. We denken dat het een harder geweest is. Het is zeker een uitdaging om hier nog een keer terug te gaan.

Het blijft heet. Ik kan het de volgende dag niet opbrengen om nog iets te ondernemen. Zondagavond krijg ik ineens weer de geest. Zit te denken aan korstvissen. Niet zoals vroeger, jagen op zichtbaar azende vissen. Nee, ik ga een voerstek maken. Op het randje van de schemering ga ik weg. Eerder heeft niet veel zin. Veel te heet en veel te druk. Ik kies voor een stadswatertje. De zon is al van het water. De libellen zijn naar beschutting aan het zoeken. Een mooi groot zweefbeest laat zich rustig in al zijn doorzichtige schoonheid bewonderen. Op het water is het rustig. Geen eend te bekennen. Ik durf het wel aan. Een heel lelieveldje gaat helemaal vol met broodkorsten. Verderop ligt nog een mooi bedje drijfbladeren. Hier stort ik het ook flink vol.

                       


Laat zich in al zijn schoonheid bewonderen…

Ik zit midden in de stad dus ik krijg nogal wat aanloop. Mijn kennis van dit vergeten watertje is snel weer bijgespijkerd. Als het straks donker is gaat het gewoon gebeuren. Ik heb er een goed gevoel over. Plotseling komt er een overvalcommando langs de kant aan stormen. Het zijn gretige jonge eenden. Die zijn nog nergens bang voor en ontdekken al snel dat er iets te halen is. Ze laten zich niet bang maken en storten zich gulzig op het brood. Ik kan weer helemaal overnieuw beginnen. Ondanks het kabaal van de eenden zie ik overal deining van hoog zwemmende vissen. Af en toe maken ze enorme schuimplaten. Het wordt donker. Het wordt ook rustig. Ik heb opnieuw de plantenbedjes vol brood gegooid. Een kerkklok slaat iets onduidelijks. Hoe laat zou het zijn. Ik denk er niet te lang over na. Er weerkaatst wat licht op het water. Mijn korst zie ik niet. De gevlochten lijn glinstert tussen de bladeren. Verderop smakken kleine visjes. Er rolt een grove deining uit de kant. Ik ga een paar stappen verderop staan. Ik zie de vis. Hij is het hele veldje aan het omspitten. Heel voorzichtig leg ik een nieuwe korst aan het eind van het plantenbed. Spannend. De tijd zal me verder een zorg zijn. De vis speurt ieder gaatje af. Drukt daarbij heel lomp de bladeren opzij. Dit kan nooit lang duren. Vanuit het donker komt er ineens weer dat koppel eenden de kant afschuimen. Ze weten nog precies waar ze een uur eerder een vreetfeest tegenkwamen. De stoom komt uit mijn oren. Precies op het gouden moment wordt mijn stek om zeep geholpen. Een sluipmoord.

Ho nou even. Ik probeer voor mijn gemoedsrust het hele voorval te relativeren. Een karper is heus niet bang voor een eend. Ik wacht dus geduldig tot ze klaar zijn met brood slobberen. Ze weten toch niet beter. Er lopen de hele dag mensen eendjes te voeren. Het is de nationale sport voor oma’s met kleinkinderen. Uiteindelijk heb ik er zelfs voordeel van. Even pauze. Een slok water. Dan ga ik wat rondkijken. Toch kom ik weer terug op dezelfde plek. Die karper komt heus wel terug. Ik strooi weer wat brood tussen het blad. De muggen worden vervelend. Ik ben al zo vaak gestoken dat ik er helemaal immuun voor geworden ben. Ik hoor ze nog wel jengelen rond mijn hoofd. Voel ze ook wel steken. Het komt alleen nooit meer tot vervelende jeukende bulten. Ik merk er verder niets van. Heel voorzichtig wordt het blad naast mijn korst opgetild. Komt ie. Ik kijk nerveus om me heen. Er is niets in de buurt dat dit nog in de war kan schoppen. De volle maan komt me te hulp. De korst wankelt. Draait nu rond in het kleine gaatje. Ligt nu weer stil. Met een hoorbaar plopje wordt het brood weggegrist. Dan even niets. Ik doe ook niets. Schokje door de lijn. Langzaam kringelt de lijn over het blad. Ik bonk iets te pittig vast. Hij hangt! Davert het plasje over. Wat een genot. Hier ben ik even hard aan toe. De vis beult zich flink af. Gaat niet lang duren denk ik. Hij komt nog een keer voor me langs. We zijn het er over eens dat het plantenveldje niet gesloopt hoeft te worden. Hij probeert zich nog een keer naar de overkant te wrikken. Komt nog een heel eind. Ik voer de druk wat op. Dan is hij overtuigd en laat zich over het koordje trekken. Even in het zachte natte gras. De haak hangt al in het net. Het is een spiegel. Even in de twintig pond. Ik aai hem over zijn bol en zet hem terug.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -