Glimmen in de Glomma (deel 1)

Glimmen in de Glomma (deel 1) 

Tekst en fotografie: Nico de Boer 

Er zit een behoorlijk risico in om mijn Zeeuwse zeebaarsvrienden mee te nemen naar de Noorse rivier de Glomma. En ze daar - zonder enige kennis en ervaring - te laten vliegvissen op vlagzalm. Ook nog onder de vistechnisch moeilijkste omstandigheden met harde wind, regen en zelfs natte sneeuw. Het resultaat is verrassend: de mannen staan alleen maar te glimmen in de Glomma.

Zeven jaar terug ontmoet ik Wim op Bonaire als ik als fotograaf mee kan op de door hem geboekte charterboot voor een vistrip op groot wild. Hij is alleen met de schipper en zijn hulpje en vindt het plezierig dat ik meega. We moeten lang wachten op een aanbeet van een Wahoo en hebben uren de tijd om te kletsen.


Blik op Tynset.


Wim is Zeeuw, campinghouder en gek op zeebaarsvissen. Ik niet minder en we maken meteen plannen. Ik kom bij hem in Zeeland vissen en hij gaat met mij mee in Ierland vissen met de oppervlakteplug. Er groeit een vriendschap en ook met zijn twee vismaten Tono en Rob kan ik goed opschieten.

Sindsdien ga ik een aantal maar per jaar naar Zeeland om er te zeebaarzen en zijn we inmiddels met zijn vieren naar Ierland geweest voor een visvakantie. Ook weer op zeebaars! “We willen wel eens wat anders Nico”, klinkt het na afloop eensgezind. “Ik ga half september vliegvissen op vlagzalm in de Glomma”, zeg ik en meteen komt de vraag of dat ook wat voor hen zou kunnen zijn.


De Glomma in volle glorie.


“Eigenlijk niet”, zeg ik, want jullie moeten daar vliegvissen, iets dat je nog nooit hebt gedaan. “Is dat snel te leren?” vragen de mannen en als ik zeg “ik leer het je in een dag” beginnen hun ogen te glimmen. Om kort te gaan, we maken de plannen concreet.


Rob, Tono en Wim met hun droomforel.


Ze gaan met mij mee en ik kom een dag naar Zeeland voor een eerste werples en wat kennisoverdracht. Verder zullen ze het wel ervaren als ze eenmaal in de rivier staan. Alleen dat al lijkt Rob te gek. “Een visje vangen is een bonus”, vult hij aan.

Zeebonken meenemen die nog nooit met een vliegenhengel in stromend water hebben gestaan, is sowieso al een grote gok. Daar komt nog bij dat vlagzalmvissen rond half september vaak buitengewoon lastig is omdat je met kleine tot superkleine kunstvliegjes (haakje 18 tot 22) aan de gang moet en evenredig dunne leaderpunten moet gebruiken van 12/00 tot soms wel 10/00.


Wim en Tono in het water voor ons verblijf, een prima stek.


Aan en op zee gaat het wat ruwer en grover toe, terwijl juist nu subtiliteit het kernwoord is. In alles. Licht vissen, pielen met knoopjes met superdun nylon, kleine vliegjes en uiterst secure presentatie.

Als er dan ook nog veel wind staat tijdens ons verblijf, de temperatuur nauwelijks boven nul stijgt, het af en toe licht sneeuwt en de regen zich ook niet onbetuigd laat, vraag ik me soms wel af waar ik aan begonnen ben.


We hebben aparte slaapkamers en een grote woonkamer.


Dit zijn de moeilijkst denkbare omstandigheden om vliegvissen te leren, laat staan een visje te vangen.


Doorzicht van kamer naar keuken.


We hebben kamers geboekt in de prachtige vakantieboerderij Telstad Gård, maar kunnen er de eerste nacht nog geen gebruik van maken, aangezien wij op vrijdag arriveren en zaterdag de voorgaande groep vissers vertrekt.


Lichte sneeuw op het autodak.


Geen nood, want een nachtje slapen in een blokhut op de camping van Tynset is ook prima en eigenlijk voor de eerste training perfect.


Telstad Gård.


Onze hut ligt namelijk 50 meter bij de rivier vandaan. Ik mocht heel streng zijn, hadden mijn vrienden gezegd, en pak ze dan ook op deze eerste avond hard aan.


In de andere gebouwen verblijven eveneens vissers.


Het werpen met de uitrusting die ik voor ze had aangeschaft (Rob was de enige met een heel klein beetje vliegviservaring) gaat eigenlijk meteen best wel goed.


Schuilhut als het weer te slecht zou zijn.


Ver werpen is geen noodzaak en dat lukt ook nog niet. En het presenteren van de vlieg gaat meestal veel te grof. Ik leer ze opstrooms werpen met een droge vlieg en leg uit wat een ‘dead drift’ is. Ik laat ze stroomafwaarts parachuteworpjes maken achter een stroomversnelling.


Tono gooit al een aardig lijntje.


Leer ze een nimfje werpen en later twee, als we een beetje aan Czech nymphing doen en zij hun lijntje moeten volgen. Verder oefenen we binnenstripmethodes en hamer ik steeds op de details. “Backcast omhoog in plaats van naar achteren”. “Voorwaarts niet werpen, maar gewoon de hengel gelijkmatig naar voren bewegen bij de afworp, stoppen in de stand 10 uur en hengel neigen tot 9 uur”. “Vliegje volgen”.

En noem maar op. Ze worden soms wel gek van mijn commando’s, maar accepteren mijn dadendrang. “Je zult er morgen profijt van hebben”, roep ik steeds, “als het om het eggie gaat”.


Overal rendiermos op de berghellingen.


Als we zijn aangekomen in de Telstad Gård hebben we een afspraak met Hein van Aar, de beheerder van het ‘fly only’ stuk rivier dat bekend staat onder de namen Eidsfossen sone en de Kvennan Fly Fishing sone.

Hein (52 jaar) is van origine fotograaf en bezeten van vliegvissen. Met British Columbia en Nieuw Zeeland als favoriete bestemmingen en met de Glomma als zijn thuisrivier. Als er in 1993 niets meer is dat hem tegenhoudt om zijn droom te verwezenlijken, gaat Hein zomers werken op de beroemde Kvennan Camping en leert hij door te gidsen de rivier kennen als zijn broekzak.


Hein van Aar geeft ons tips over de rivier.


Maar dan bemerkt hij ook dat - onder andere door het veelvuldig meenemen van de grote vlagzalmen - de rivier aan reputatie inboet. Hij schrijft een beheerplan voor zijn geliefde rivier, een kwaliteitssysteem ter bescherming van de visstand, het water en de oeverzones. Maar ook een model voor de promotie en ontwikkeling van gecontroleerd toerisme van vliegvissers, een doelgroep die doorgaans wel iets te besteden heeft.

Hiermee stapt hij naar de ‘Elv eierlag’, de coöperatie van boeren die de eigendomsrechten heeft van het stuk rivier tussen Tynset en Tolga. Hij vindt gehoor en vanaf 2003 wordt Hein officieel aangesteld als ‘riverkeeper’.


De Glomma bij de Kvennan Camping.


De vergunninguitgifte wordt gereguleerd met maximaal 50 stuks per dag en het meeneembeleid aan regels gebonden, waardoor er binnen enkele jaren weer een constant vlagzalmniveau ontstaat met doorsnee vissen van 37-40 centimeter. En de grote vlagzalmen (50+) - waar dit stuk rivier beroemd om is - keren gelukkig weer terug.

Hein maakt een website en doet aan voorlichting en promotie  (lees de ‘fish reports’ op zijn website) en houdt dagelijks kantoor in Tolga, waar je hem tussen 9.00 en 11.00 uur vragen kunt stellen. Een bijzonder verhaal. Een Nederlander als ‘river keeper’. Mooi dat Hein dit voor elkaar heeft gekregen in zo’n gesloten Noorse gemeenschap.

Ik ga aan de slag met mijn vrienden. Hein heeft ons een stek opgegeven waar we ongehinderd door bomen en struikgewas achterwaartse worpen kunnen maken zonder steeds een vliegje te verspelen. En waar we makkelijk kunnen waden. Want ook dat is nieuw voor de mannen.


Uiterste concentratie bij Rob.


Tono en Rob zoeken hun eigen plek en ik neem eerst Wim onder mijn hoede. Hij vist stroomafwaarts en ik stroomopwaarts, ‘face to face’, zodat ik zijn verrichtingen kan gadeslaan. Ik vang al snel een aantal fraaie vlagzalmen en een knappe forel, maar Wim mist ze voortdurend.


Parende steenvliegjes.


Hij denkt dat het aan zijn ‘aanslaan’ ligt, maar ik weet wel beter: “Wim, die vlagzalmen stijgen wel naar jouw vlieg, maar negeren hem steeds op het laatste moment. Het lijkt dat ze hem pakken, maar ze stoten er vaak alleen maar tegenaan als ze onraad vermoeden. Jouw ‘dead drift’ is onvoldoende of je vliegje is net niet oké, een maatje te groot, net niet het juiste silhouet of de juiste kleur. Zo nauw luistert het!”


Hangen.


Met wat aanwijzingen en veranderingen, haakt mijn vismaat daarna meteen zijn eerste vis, maar staat vervolgens hulpeloos te kijken, want drillen had ik de mannen nog niet geleerd! “Wat nu?”, zegt hij, als hij knoeit met teveel ‘slack’ in zijn lijn en niet weet hoe hij moet binnenstrippen of dat hij eerst aan zijn reel moet draaien.

De vlagzalm wacht geduldig totdat Wim met mijn aanwijzingen alles onder controle heeft. Maar als Wim zijn hengel vervolgens te star in een te hoge vechtstand houdt - waardoor de te strak afgestelde slip van zijn reel niet werkt - heeft de vlagzalm zich na wat kopschudden snel van de haak ontdaan.


Een forse vlagzalm.


Een beginnersfout, net zo als Tono veel te agressief werpt waardoor hij steeds windknoopjes gooit. En Rob alles vanuit zijn pols doet in plaats van zijn arm, waardoor zijn ‘backcast’ voortdurend doorzwiept op het achter hem liggende water.

Ik blijf nog een dagje lesgeven, maar ben dolblij als alle mannen hun eerste vlagzalm vangen. Ze glimmen van oor tot oor, ook al zijn ze nu ook zelf kritisch op hun verrichtingen.


Tono met zijn eerste vlagzalm.


Gelukkig leren ze snel en kunnen ze de volgende dagen zonder mijn steeds dwingende aandacht. Het blijft een bijzonder verhaal dat zeebonken op hun eerste vliegvisdag meteen al een vlagzalm vangen!

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -