image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip: Deel 36 Tregde en Farsund

Tekst en fotografie: Geert Luinge


Hallo vismaat. 

We gaan verder waar we gebleven waren. Met 2 man en een heleboel hengels in een boot op zee, in het zuidelijkste puntje van Noorwegen, op zoek naar zo veel mogelijk verschillende vissoorten. Nou, dat lukte wel. Ik zal je laten zien wat we vingen.

Vanuit de beschutte haven van TregdeFerie was het ongeveer een half uur varen naar open zee. Maar dan ben je al een heleboel goeie stekken voorbijgevaren, want tussen de eilanden liggen dieptes tot 100 meter en dat vinden wij wel diep genoeg. Op open zee heb je sowiezo meer wind en daar kun je vanaf 150 meter diepte wel de grotere vissen vangen, maar wij vissen toch liever op een ondiepere stek (meter of 30) waar allerlei spannende vissoorten rondzwemmen. 

Als je daar zo in je notendop-bootje tussen de uitgestrekte eilanden ronddobbert... voel je je klein. Heel klein. Zó veel ruimte is er om je heen. Zo'n onmetelijk groot bevisbaar wateroppervlak, waar het overal barst van de vis. Dus... waar gaan we vissen? en welke soorten zullen we tegenkomen ? 

Laat ik beginnen met een dankwoord aan de vele makrelen die op ons kunstaas knalden. Die blauw-groen-roze bliksemschichten die onze lichtste spinhengels krom trokken en koppig bonkend door de slip gierden. Wat een prachtige sportvis is de makreel ! Hij dreunt vol overgave op het kunstaas, schiet keihard van links naar rechts heenenweer en komt altijd hevig klapperend aan het oppervlak. Als je hem onthaakt is het een trillende vibrator die je nauwelijks kunt vasthouden en als je hem gebruikt als aas (of in de rookoven)... is het een zeer gewaardeerde vissoort. 

Maar... voor het vangen van makreel geldt: niet met een onderlijn van 6 haken boven mekaar ! Niet doen. Ga je spijt van krijgen. Zodra er 2 of meer makrelen (of koolvissen) tegelijk aan 1 onderlijn hangen... gaan de krachten van die vissen elkaar compenseren en heb je uiteindelijk minder plezier van de dril. 

Bovendien is de kans dat een meerhaakse onderlijn totaal in de war / kompleet in de knoop / volledig naar de filistijnen boven water komt  vrij groot. En... aan zo'n 6haaks paternoster kunnen ook perongeluk 6 koolvissen van 50cm tegelijk gaan hangen en dan heb je echt een probleem. Ik ken een vismaat die aan één onderlijn maar liefst 2.40 meter aan klapperende koolvissen aan boord wou hijsen... en dat werd een puinhoop. 

Trouwens... dan wordt de kans dat je tijdens het onthaken van die 6 makrelen/koolvissen een scherpe haak in je klauwen krijgt ook aanzienlijk groter. Ik zeg het maar even. Ik heb het helaas al te vaak gezien en meegemaakt, maar geef je een goede raad: Pas op voor de haken tijdens het onthaken, vooral als er meerdere vissen tegelijk aan een onderlijn hangen !  Anders ga je straks roepen om een pleister.  

Datzelfde geldt trouwens ook voor de pitvis hierboven, die een gemeen stekelige rugvin heeft, en natuurlijk de poon, de roodbaars, de zeebaars en de doornhaai. Dat zijn vissen waarvoor je echt moet oppassen als je ze binnenboord haalt. Een verkeerde manoeuvre kan je een heleboel pijn en een bedorven visdag bezorgen. Vooral de pieterman is linke soep. Daar moet je echt voor oppassen. 

Dat gif in zijn rugstekels en op zijn kieuwdeksels doet gruwelijk pijn, dus... deksels goed uitkijken, absoluut niet vastpakken en met een tang onthaken ! Men zegt dat het gif sneller wordt afgebroken als je het gestoken lichaamsdeel onderdompelt in zo-heet-mogelijk water, dus die tip moet je onthouden, maar sowiezo ga je een hoop pijn lijden. Ze zwemmen ook bij ons aan de Hollandse kust en jaarlijks komen er honderden jammerende mensen bij de reddingsbrigade, die tijdens het pootjebaaien op een pieterman zijn gestapt, dus... oppassen geblazen voor vissen met dit signalement ! 

Mijn vismaat Arie (met wie ik inmiddels ruim veertig jaar op vispad ga) is niet alleen een meester in het super-scherp vissen met kunstaas, maar ook een buitengewoon vaardige vis-driller (veel ervaring met Hollandse karpers) en soms een tovenaar die allerlei wonderlijke vangsten bovenwater haalt. Je kunt hem rustig zijn gang laten gaan... dan laat hij je binnen 10 minuten weer een nieuwe vangst zien.

Bijvoorbeeld een pollak, die op half water zijn sandeel heeft gegrepen. Normaal gesproken laten we ons kunstaas helemaal naar de bodem zakken... draaien dan een meter op en vissen vlak boven de bodem, dus daarvoor heb je een relatief zware pilker of shad nodig. Maar...  zodra er op de fishfinder strepen verschijnen op halfwater... (dus konstant die fishfinder in de gaten houden! ) dan veranderen we meteen van taktiek. Dan draaien we zo snel mogelijk binnen... halen dat (te zware) kunstaas eraf... monteren bliksemsnel een lichter kunstaasje... werpen dat een flink eind weg... laten het een paar seconden zakken... en draaien dan langzaam binnen... Beng !  Vriend Pollachius. 

Die zwemt meestal hoger in de waterkolom en is een liefhebber van slanke, snelzwemmende andspieringen. We vingen er een paar achter mekaar, maar toen was de school alweer voorbij en werd het stil op halfwater. Dus dan maar wat dieper ? Weer een andere soort vangen?  Zo gezegd, zo gedaan. Hij laat op de volgende stek een 2-haaks verenpaternoster zakken (zelfgeknoopt met 60 honderdste en twee forse haken), waar niet alleen opvallend glinsterende veren, maar ook een stripje zalm-vel op de haak is geprikt... en... het duurt niet lang of vriend Schelvis komt op visite.

Dat is trouwens wel een tip die ik je wil meegeven. Op de markt of bij de visboer kun je voor een habbekrats een paar zalm-vellen kopen waar de zilveren schubben nog aan zitten. Of je koopt in de supermarkt een moot zalm-met-vel waarvan je de zalm zelf opeet... maar het vel bewaart als aas om mee te vissen. 

Als je daarvan met een heel scherp mes (want dat spul is super-taai) een aantal strips afsnijdt... die je (in kleine porties) los van elkaar oprolt in een plastic zak die je in de vriezer legt, dan kun je dus thuis in Holland vantevoren al een super taai, aantrekkelijk fladderend en heerlijk geurend aas klaarmaken waar je tijdens zo'n vistrip veel plezier van zult hebben. 

Je kunt je ogen bijna niet geloven als je ziet wat er gebeurt als je zo'n vettige strip zalmvel onderdoopt in zeewater. Er komt een overduidelijk spoor van olie uit dat zalmvel (veel meer dan uit een strip makreel) en op het wateroppervlak verschijnt een steeds groter wordende olievlek, die zó sterk is dat zelfs de golven er van gaan breken. Ongelooflijk, maar waar. En weet je wie ook gek was op dat zalmvel ?... een knallende roodbaars !

Maar goed, dat zijn de ukkies. Je wilt toch eigenlijk liever iets groters vangen... iets van een meter ofzo. Een kabeljauw van 100plus die je shad te grazen neemt bijvoorbeeld. Nou moet ik toegeven dat je daarvoor groffere materialen nodig hebt, dus zwaardere hengels, dus het plezier tijdens de dril wordt minder, maar soms (als het weer het toelaat) loont het de moeite, want er zwemmen hier wel degelijk hele grote kabeljauwen rond.

En... weet je wat we zagen hangen aan het huis van een oude beroepsvisser ? Een hele wand vol met staarten van heilbotten ! Dus die komen hier in het zuidelijkste puntje van Noorwegen toch ook voor. Dat is wel hoopgevend.

Wie ook erg groot kunnen worden: Lengen ! Die hebben we hier in Tregde wel in het fileerhok zien liggen. Joekels van anderhalve meter, gevangen door Duitsers met héle zware hengels met electrische reels, op 200 meter diepte. Je moet er maar zin in hebben. Wij zijn al heel gelukkig en tevreden als we op 50 meter diepte een leng vangen, die misschien niet zo zwaar, maar wel net zo mooi is. 

En dan nog die ene foto die ik ergens op internet tegenkwam, van een tarbot van 10 kilo, gevangen bij TregdeFerie. Daar heb ik 's nachts al een paar keer een natte droom van gehad. Helaas hebben we tot-op-heden nog steeds geen grote tarbot kunnen vangen, ...maar later... als ik in de hemel ben... en Petrus staat aan de poort... mag ik daar misschien wel een héle grote tarbot vangen? Je blijft toch hopen op een wonder. 

De allerdikste onderlijnen hadden we nodig voor de haaien, die bij Farsund ( 56 km ten westen van Tregde) in het fjord rondzwemmen. (zie ook mijn artikel Noorse vistrips deel 29), Want daar hadden we minstens 80 honderdste nodig, om te voorkomen dat de doornhaaien met hun vlijmscherpe  tanden onze onderlijn zouden kapot bijten. 

Nou was de doornhaai een vissoort die nog steeds niet op Arie zijn soortenlijst was aangekruist, dus toen zijn haaienhengel (z'n stevigste karperstok) voor de eerste keer krom ging...  galmde er een Hollandse vreugdekreet over het Noorse fjord. De duim ging omhoog en er stond een feestvierende visser ontzettend uit zijn dak te gaan. 

Nog even een belangrijk detail: die extra dikke haaklijn (met een hele forse haak) moet ook meer dan een meter lang zijn (langer dan de vis die je wilt vangen)... anders schuurt zo'n haai de lijn kapot met zijn huid van schuurpapier. Enne... donders goed oppassen voor die gevaarlijke doorn op zijn rug, anders heb je aan een pleister niet genoeg. 

Ze zijn niet supergroot, maar wel wonderlijk mysterieus. En ze hebben altijd honger ! Bij de visserij op doornhaaien hoef je meestal niet langer dan een minuut te wachten tot je een aanbeet krijgt, want als het langer duurt, dan zitten ze er gewoonweg niet. En als je er eenmaal eentje hebt gevangen, volgen er gegarandeerd meer.

Deze hongerlappen hebben een super gevoelige neus, waarmee ze het aas binnen een paar tellen hebben geroken (ook hier werkten de zalmvellen perfekt). Dan zwemmen ze er bliksemsnel naartoe... en in een kluwen van kronkelende haaien wordt er gevochten om jouw aas. Aanslaan is meestal niet nodig, maar het stevig vasthouden van je hengel wel ! 

Deze donderse doornhaai kostte me bijna een hengel, die ik even op de steiger had gelegd vanwege een bak koffie. Die haai stoof keihard weg, de lijn liep strak, m'n hengel gleed over de steiger en werd bijna het water in getrokken... maar gelukkig bleef de slinger van de molen haken achter het opstaande randje van de steiger... en kon ik hem nog nèt op tijd grijpen. Oei oei . Daar was ik bijna een haai èn een dure hengel kwijt !  Wéér mazzel gehad.  

Morgenochtend willen we vroeg uit de veren, want er is mooi weer voorspeld, dus vanavond gaan we het niet te laat maken. ( hoewel ik onder de steigers in de haven een school koolvissen zag jagen... en mezelf moest dwingen om naar bed te gaan).  

Morgen vangen we vast wel weer iets moois.  Tot dan.

 

Vissersgroeten van Geert Luinge : email:  g.luinge2@upcmail.nl

Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via > deze link