Chasing mighty winter Bluefin Tuna (deel 1)

Chasing mighty winter Bluefin Tuna (deel 1) 

Door Maurice Kerger

Het zal inmiddels bij de meeste mensen wel bekend zijn dat rondom de Ebro delta in Spanje goede vangsten van de blauwvintonijn mogelijk zijn. Bij de verhalen, zie je vaak foto’s van grote scholen jagende tonijn, die bevist worden door mensen in (soms zeer wink) korte broekjes.

Een vriend van mij, Erik Ouwens, guide bij Roned Fishing, heeft zo al vele succesvolle sessies gehad waarbij afgelopen seizoen werpend met kunstaas blauwvintonijnen tot ver in de 80kg zijn gevangen.


In het seizoen gaat het vaak helemaal los met jagende Bluefins


Maar wat niet veel mensen weten is dat deze blauwvintonijnen in de winter niet allemaal weg trekken, maar dat een groot deel van de vissen juist rondom de riviermonding van de Ebro blijft hangen. Dit is namelijk de plaats waar in deze periode veel aasvis samen schoolt en dat is nu exact hetgene waar deze krachtpatsers geen genoeg van kunnen krijgen.

Toen Erik mij in December foto’s stuurde van twee mooie Bluefin’s welke hij die dag zelf werpend met stickbaits had gevangen en we verder uitvoerig gesproken hebben over het samen najagen van deze vissen, was de afspraak voor een trip snel gemaakt.

Ondanks de vangsten van deze dag, was het voor ons beiden wel duidelijk dat de wintervisserij moeilijker zal zijn dan tijdens het seizoen waarin de vissen volop aan het azen zijn. Ik had dus geen verwachting dat we volop zouden vangen, maar de kans om juist in de winter zo’n schitterende vis te kunnen vangen, is natuurlijk waanzinnig.


83 Kilo afgelopen zomer gevangen aan een stickbait.

Een belangrijke factor is het weer en dan met name de wind, welke in de wintermaanden meer aanwezig is. Maar gelukkig ben ik wel wat gewend met het Nederlandse weer wanneer we de zeebaars achterna jagen! Het voordeel bij de Ebrodelta is, dat zodra de wind eraf gaat, de zee snel afvlakt.

We hebben nog wat zaken doorgesproken en het moest de derde week van Januari gaan gebeuren. Het meeste wat ik nodig zou gaan hebben, had ik gelukkig in de loop der jaren al samen met mijn broer bij elkaar verzameld (hobby bij een hobby….) en na letterlijk op het allerlaatste moment nog snel wat spulletjes bij Biggameshop.nl te hebben besteld, was ik er helemaal klaar voor!!

Bij aankomst op het vliegveld stond Erik mij al op te wachten en zijn we naar de plaats waar het allemaal moet gaan gebeuren gereden. Dit is Riumar, het laatste plaatsje voor de Ebro Delta. Vanuit de haven is het slechts ca. 1,5 kilometer varen naar zee.


Zoals ik al zei, foto’s in shorts en dikke Tonijnen.

Bij het huisje aangekomen zijn we onder het genot van veel visverhalen de materialen in orde gaan maken. (Erik heeft naast de vier jaar ervaring met het gidsen van deze tonijnvisserij, ook in Sri Lanka gegidst waar hij o.a. GT’s tot over de 60 kilo en grote Dogtooth Tuna’s heeft gevangen, dus genoeg om over te praten)


Klaar voor ons avontuur.


De volgende ochtend hebben we de spullen gepakt en zijn we naar de haven gereden.  Er waren tenminste nog twee boten, die het ook werpend met kunstaas gingen proberen en we spraken af elkaar op de hoogte te houden wanneer we de vis in een bepaald gebied zouden zien.

Als je dit op een goede manier doet en je allemaal aan bepaalde gentleman agreements houdt, helpt het je alleen maar om meer vis te vangen. We hoorden dat er de afgelopen dagen wel vis was gespot en dat er zes dagen geleden tonijn was gevangen.

We kozen ervoor om allebei met een ander soort kunstaas te starten. Ik koos voor een langzaam zinkende stickbait en Erik voor een drijvende stickbait. Zo konden we de vissen, die we hoopten te spotten in elk geval op twee verschillende manieren belagen.
 
Wanneer je door de monding de zee op vaart is de diepte ongeveer drie meter. Verder de zee op, loopt de bodem zeer geleidelijk af. Vaak houdt de vis zich op een bepaalde dieptelijn op en wanneer je ze vindt, wordt in eerste instantie het meest op die lijn verder gezocht naar meer vissen.

De laatste vissen kwamen uit het gebied waar het ongeveer 35 meter diep is. We gingen dus die kant op, maar na 1,5 kilometer, slechts een paar minuten varen, stopten we heel even om toch wat warmere kleding aan te trekken.

Plotseling zag ik op 30 meter naast de boot drie tonijnen door het oppervlak knallen. Erik was net zo verbaasd als ik, omdat het er slechts 11 meter diep is en hij zo dichtbij en ondiep nog niet eerder vis had gezien.

Even verderop zagen we uit dit groepje nog een vis boven komen en Erik stuurde direct de boot erop af. M’n hart klopte in m’n keel en ik kon een worp maken welke net iets te ver naar links terecht kwam. Vervolgens hebben we dit kleine groepje vissen niet meer gezien.

Wow, zo snel al tonijn gespot, dit gaat nog wat worden dachten we!! Ik had er meteen meer vertrouwen in en vond het al heel gaaf om ze zo te zien.

We voeren verder richting het gebied waar Erik de twee vissen in december had gevangen. Het water was vrij vlak. Op een gegeven moment krijg je een stroomnaad waar het bruine mondingwater tegen het blauwe zeewater aan komt.

De wind gaf na die naad toch af en toe een schuimkopje op het water, wat het spotten van vis een stuk moeilijker maakte. We focusten ons met name op kleine duikende meeuwtjes. Zag je ze zenuwachtig “biddend”, duikend en piepend bezig, dan zat er vis onder, ook al zie je de vis zelf niet.
 
We zagen in de verte heel even actie, maar toen we dichterbij kwamen, was het al weer voorbij. Maakt niet uit, we zijn net begonnen dacht ik. Vervolgens zagen we enkele uren weinig activiteit en zo ook een andere Spaanse boot waar we contact mee hadden.

Toch plotseling vanuit het niets zag Erik in de verte een aantal meeuwtjes zenuwachtig duiken. “Dat zijn ze, 100%!”, riep hij enthousiast en we scheurden erop af. Bij het naderen van de meeuwen zagen we een klein groepje tonijnen uit het water komen. Hun zilverblauwe flanken schitterden in het felle zonlicht.

Er was op dat moment niets wat ik liever had willen zien, op een kromme hengel na natuurlijk! Het leken vijf tot zeven vissen, die we schatten op 30 tot 40 kilo en nadat Erik de boot perfect had neergelegd, zodat de vissen op ongeveer 10 uur (voorkant van de boot is 12 uur) van ons waren, plaatste ik een worp precies waar ze zich lieten zien.

Ik begon de stickbait met een gemiddelde snelheid en korte pauzes binnen te vissen en verwachte elk moment de aanbeet. Ook Erik plaatste zijn stickbait dicht op de vis. Helaas bleef die ene keiknetterharde dreun, waar we zo op zaten te hopen uit en verdwenen de vissen alsof ze er helemaal niet zijn geweest. We zochten naar kleine schubjes in het water om zo te proberen te achterhalen op welk aas de tonijnen hadden gejaagd, maar zagen totaal niets.

De Spaanse visser kwam ook onze kant op varen en had wel wat vis gezien, maar geen goede worp kunnen plaatsen. Even verderop zagen we bij hun boot veel meeuwen duiken en vis door het oppervlak jagen. Ze voeren weg en ik begreep niet wat eraan de hand was.

Hij riep ons op en gaf aan dat het dolfijnen waren. Dolfijnen zien er natuurlijk schitterend uit, maar zien we in dit geval liever niet, want in tegenstelling tot de Yellowfin Tuna welke zich graag tussen en bij dolfijnen ophoudt, blijft de Bluefin Tuna er juist bij vandaan. Iets wat de 'locals' later ook nog eens bevestigden aan ons.

Het was inmiddels eind van de middag en na een korte tussenstop bij een oud vuurtorentje wat in het water staat, zijn we terug gevaren. Bij het vuurtorentje hebben we met een lichte spinhengel een paar worpjes gemaakt met kleine pilkertjes en vingen zo drie mini Amberjacks en twee kleine groupertjes. Helaas nog geen tonijn gehaakt, maar we hebben ze gezien en een goede kans gehad.


Op de Ebro vlak voor de Delta.


Voor de volgende dag werd een stevige wind voorspeld en dit zou dus niet makkelijk worden. We hadden ons goed ingepakt en besloten om er toch op uit te gaan.

Ik had hiervoor m’n zwaardere hengel klaar gemaakt met een zware langzaam zinkende stickbait, de BFP Mafia One, eraan. Een schitterende bait welke met de hand in Australië wordt gemaakt. Erik viste nog steeds met een drijvende stickbait, de Starwalker.

Er liep een flinke deining met regelmatig een breker en de wind nam gedurende de ochtend alleen maar toe. Maar heel anders als de vorige dag, waren er nu veel meeuwen in de lucht en het duurde niet lang, voordat we de eerste groep meeuwen zagen duiken op een groepje tonijnen.

Weer was dit op 11 meter en het groepje van drie tot vier vissen kwam er een paar keer goed uit. Het manoeuvreren van de boot was lastig door de hogere golven en harde wind, dus spraken we af, dat we er elke keer gewoon recht op af zouden varen en zouden starten met gooien.

De worpen waren dit keer niet perfect en de vis verdween weer zonder ook maar enigszins teken te hebben gegeven dat ze geïnteresseerd waren in ons kunstaas. Zo’n zelfde situatie hebben we die dag nog zeven maal mee gemaakt.

De helft van de keren waren de worpen goed, maar ook die leverden geen aanbeet op. De vis leek er goed te zitten en de volgende dag zou de wind eraf gaan.


Maurice turend naar de horizon op zoek naar activiteit.


Hoe anders was het water de dag erna. De zee was zo glad als een spiegel en op de lijn van rond de 10 tot 12 meter lieten meerdere kleine groepjes tonijn zich zien. De vis was echter niet 'los'. Oftewel leken niet te jagen, maar gewoon een beetje rond te cruisen.

We hebben de vissen die dag tot een meter bij de boot gehad en er zaten echt hele dikke tussen van richting de 50 kilo! Natuurlijk schitterend om van zo dichtbij te zien, maar we waren nu toch wel heel erg toe aan een hook-up. Net na het middaguur verdwenen de vissen en spotten we slechts nog een enkele vis.
 
Op 400 meter vanaf de boot komt er twee maal een tonijn het water uit. Deze leek in tegenstelling tot de vele vissen uit de ochtend, wel 'los' te zijn. We naderden de plek waar we de vis hadden gezien en maakten een drift met de motor uit.  

Na 30 seconden liet de vis zich binnen werpafstand zien en gooide ik in zijn baan. De eerste meters gebeurde er niets, maar plotseling voelde ik een tik en klapte een dikke vis, door ons geschat op zeker 40 kilo, volledig uit het water.

De adrenaline schoot door mijn lijf, maar tevergeefs, want hij miste m’n Orion Slider op een haar. “Nee, dit kan niet waar zijn” (en nog wat andere woorden) riepen we beide. We waren er even stil van, maar waren wel weer dichterbij gekomen.

We hadden nog 1 dag te gaan en, zoals veel vissers zullen weten, kan die laatste dag alles goed maken. “Zou het nog gaan lukken?” vroegen we ons af.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -