Witvisperikelen 84

Witvisperikelen 84:

Harde tepelvisserij

Door Leon Haenen
 
Een passendere titel kon ik even niet bedenken voor dit verhaal. Als slotverhaal van de avonturen die we afgelopen winter hebben mogen beleven, vond ik dit wel gepast…voor een keer. Alle andere sessies laat ik even lopen. Hierover is de afgelopen maanden al het een en ander verschenen op de pagina van witvisperikelen op facebook.
 
Deze dag heb ik zelf als erg speciaal ervaren en daarom wilde ik jullie deze dag niet onthouden.
 
Wellicht handig om de laatste column er nog een keer op na te slaan voordat je aan het onderstaande verhaal begint…enfin…kijk maar wat je prettig vindt. 
 
Een deegje om kopvoorns mee te vangen, gebaseerd op een sterke kaasgeur. Een geur die je door merg en been gaat. Een reuk die doet denken aan een paar zweetsokken die, na een paar weken opgesloten te hebben gelegen in een afgesloten plastic tas, tevoorschijn komen in een warme auto met afgesloten ramen…pfff, wat een penetrante geur.  Als we aan het water komen, start Tim direct met vissen met het deeg. De stank is echt vreselijk. 
 
Ik raak het deeg in eerste instantie niet aan, ik wil vanaf de start op barbeel vissen. Mijn geduld wordt niet lang op de proef gesteld. Ik voel al snel de eerste tekenen van leven terwijl ik de hengel in mijn handen houd. Niet veel later pak ik ook daadwerkelijk de eerste barbeel van de dag. Direct een heerlijke winterse barbeel op volle oorlogssterkte.
 
Nog half in het donker.
 
Met twee pellets aan een hair. Toch wel mijn vaste winterrecept van 2013. Halibut pellets, gedrenkt in een flavour van monstercrab welteverstaan. Ze staan er werkelijk waar al maanden in. Dit systeem werkt, zoveel is wel duidelijk. 
 
Een gouden koppel!
 
Niet veel later vang ik er weer een. Janssen die naast me zit, blijft volharden met deeg. Respect heb ik daarvoor. Ik kan dat niet. Ik heb te weinig vertrouwen in het aas, maar vooral te weinig vistijd. 
 
De nieuwe Victory hengel in de ideale positie.
 
Ik wil toch ook graag vis vangen. Die eerste honger moet worden gestild. Ik kan het maar beter eerlijk zeggen. Ik ben per slot van rekening 'op jacht'.
 
Nummer twee van de dag.
 
Het duurt echter niet lang voordat er verandering komt in de beproeving van mijn vriend. Terwijl we in een diepgaand filosofisch gesprek over aasgedrag verzonken zijn, krijgt hij een enorme beuk aan zijn fonkelnieuwe Korum stok. 
 
De hengel stond in de steun en hij is eigenlijk net te laat met reageren op deze magistrale aanbeet. Het aanslaan ziet er ogenschijnlijk stuntelig uit, maar hij haakt de vis wel. We gaan er beiden van uit dat hij een kopvoorn heeft gehaakt. Dat kan namelijk niet anders, want hij vist er gericht op……ahum…
 
Mocht nu blijken dat dit een kopvoorn is, dan gaat-ie de homepage van Korum wel halen, vrees ik. Dan is dit wel een bakbeest. De vis geeft enorm tegengas en spreekt zelfs een paar keer kort de slip aan. “Voor een kopvoorn lijkt het wel erg op een mooie barbeel”, fluister ik Tim toe. 
 
Er ontvouwt zich een mooi moment als we beiden naar het donkere water kijken en als eerste het zinklood boven water zien komen. Dan kan de vis niet veel ver meer uit ons zichtveld zijn. De tien tellen die het dan nog duurt voordat we echt zien wat Tim heeft gehaakt, trekken zich gevoelsmatig erg lang. Uiteindelijk krijgen we beeld bij onze fantasie.
 
Een kopvoorn. Groot genoeg om er 25 foto’s van te maken, aldus Tim. Er ontstaat een spannende situatie. Als de kopvoorn namelijk richting het schepnet komt, ziet Tim dat hij deze grote vis slechts in een 'velletje' voorin de bek gehaakt heeft. Voordat ik goed en wel bij hem ben met het schepnet lost hij de vis. 
 
Ik heb deze maar heel even gezien, maar aan de hand van de toon van de teleurstelling die ik te horen krijg weet ik wel genoeg. Zo emotioneel reageert hij niet vaak. Het is extra balen van omdat dit de eerste vis zou zijn met zijn 'wonderdeeg'. Lang blijft het stil op de stek. Dan krijgt mijn maat opnieuw een beuk aan zijn montage. Mis!!!
 
Een ding is nu wel duidelijk. Dit spul werkt. Ik ben 'om'. Hij heeft gelijk. Het deeg wordt aan een hair bevestigd en even later zitten we braaf naast elkaar gericht op kopvoorn te vissen. Ik heb makkelijk praten, mijn dag is al gered. 
 
We krijgen geen enkele aanbeet meer op deze stek en besluiten het de laatste paar uren op een ander stuk van de rivier te proberen. Ook daar start ik met het beproefde concept. Als we tien minuten aan het vissen zijn, hoor ik Tim tussen de bomen op me roepen: “Vis!!”. 
 
Als ik arriveer met het landingsnet zie ik nog net hoe de kopvoorn aan het wateroppervlak de strijd opgeeft. Niet veel later ligt de prachtvis op de mat. Een dikke vis van ruim een halve meter is als een blok gevallen voor de 'cheesepaste'.
 
Missie geslaagd, trots als een pauw!
 
De missie is natuurlijk meer dan geslaagd. Ik had al veel respect voor mijn jonge vismaat, maar nu is daar nog een paar kilo extra respect bij gekomen. Ik vind het knap dat hij zoveel vertrouwen heeft gehad in dit nieuwe product. 
 
Half van internet geplukt, half zelf aangevuld met eigen ingrediënten waarvan hij zeker wist dat ze er in moesten zitten. Het resultaat mag er zijn. Dikke vette pluim voor meneer Janssen. 
 
Hoe maak je zo’n super cheesepaste deeg en hoe ga je er dan mee vissen:
Je neemt een stuk of vier a vijf sneetjes wittebrood en verwijderd de korstjes. Afhankelijk van hoeveel deeg je wilt maken. Dan voeg je daar een flinke homp stinkkaas en een flink aantal snippers cheddar kaas aan toe. 
 
Alle onderdelen op de foto.
 
Echte stinkkaas gebruiken! Vervolgens neem je een stevige mespunt margarine en voeg deze er aan toe. Dan ga je het geheel kneden tot een homogene massa. De verhoudingen zijn:
 
35% stinkkaas
35% brood
25% cheddar
Een flinke messteek margarine
 
 
Alles in een grote bak bij elkaar voegen.
 
Niet te snel opgeven qua kneden, het moet echt een stevige bal worden. Afhankelijk van hoe kneedbaar de deegmassa wordt, kun je brood of kaas toevoegen, of wellicht zelfs nog een beetje margarine. Dat laatste voeg je extra toe als de deegbal te droog is en niet voldoende 'plakt'. Tot slot voeg je een extra scheut cheeseflavour toe. Deze zijn in verschillende merken te krijgen. Wij zweren bij de Sonubaits flavour.
 
Klaar is deeg.
 
Je kunt het kaasdeeg het beste verpakken in luchtdicht folie. Deze leg je vervolgens minimaal 24 uur in de diepvries. Maak hoeveelheden die je per sessie wenst te gebruiken, want goedkoop is dit niet. Houd er rekening mee dat het deeg ook tijd nodig heeft om weer te ontdooien. 
 
Maak een deegbal rondom het korfje en kneed het geheel tot een balletje waarbij het korfje volledig verpakt zit in het deeg.
 
Als je aan het water komt, dan monteer je een zinkmontage waarbij je aan het uiteinde van je lijn een korfje van Korum, de zogeheten 'paste sage' knoopt. In plaats van een lusje (zoals bij een hair) knoop je eerst het korfje aan het uiteinde van de lijn en bevestigd het geheel met een knooploze knoop aan je haak. Precies zoals je een hair maakt. Op het korfje kneed je vervolgens een flinke homp kaasdeeg.
 
Het eindresultaat.
 
Niet te zuinig zijn en vooral niet denken:”dat krijgt die vis toch niet gepakt”. Het mag echt een balletje zijn van 2 tot 2,5 centimeter doorsnede. Het deeg blijft op deze manier erg goed zitten, je kunt de montage gerust een half uur laten liggen. Je hoeft ook niet te twijfelen over een aanbeet. Als je een aanbeet krijgt, dan is het alle hens aan dek. Geloof me. Heel veel succes!