Verticalen in Extremadura (deel 3)

Verticalen in Extremadura (deel 3) 

Door Thomas Sintobin

Ondanks onze succesjes waren wij nog lang niet voldaan. Vooral de snoeken schitterenden namelijk door afwezigheid, terwijl deze stuwmeren er toch om bekend staan dat ze veel en grote groene dinosaurussen voortbrengen.

Onze gidsen verstaan hun job en brengen ons op de vierde dag naar het stuwmeer der stuwmeren: Orellana. De naam van dit meer alleen al doet vele sportvissersharten in Spanje sneller kloppen, want er doen de wildste verhalen de ronde over de recordvissen die hier zijn gevangen: een karper van 34 kilogram, een snoek van 32 kilogram, een comizobarbeel van 21 kilogram, een blackbass van 4 kilogram...


The only way is back.


Helaas bestaat er geen officiële Spaanse recordlijst, zodat we afhangen van lang niet altijd even overtuigende beschikbare foto’s en beweringen online (een aantal daarvan is te vinden op www.dondepescar.es/recs/).


Stekken prikken.


Het gewicht van die karper wil ik nog wel geloven, maar dat van de snoek absoluut niet. Mijn scepsis over deze ene vis belet echter niet dat ik na mijn surfsessies via google wel heel zeker weet dat Orellana bijzonder grote exemplaren oplevert van de drie genoemde soorten.


Overweldigend.


In feite is Orellana zo’n beetje het Lac de Saint-Cassien (het Franse wondermeer dat in de jaren ’80 van de vorige eeuw werd ontdekt) van Spanje – maar dan nog niet overrompeld en kapotgemaakt door horden vissers. Zouden de hier levende giganten een verticalende bellyboater weten te waarderen?


Een blackbass van 54 centimeter.


We zijn van meet af aan helemaal wild van Orellana. Hoewel het enorm groot is (5084 hectare), krijg je er in je kleine bellyboatje toch nooit echt het gevoel dat je hulpeloos verloren midden in een zoetwateroceaan drijft.

Weliswaar is het meer tientallen kilometers lang, maar daar staat tegenover dat het op de meeste plekken niet heel erg breed is – een meter of 500 – en bovendien heb je om de haverklap idyllische baaitjes waarin je je kunt uitleven. De oevers bestaan afwisselend uit glooiende olijvenplantages, weilanden en rotspartijen.


Stevige lunch.

Soms heb je al vrijwel meteen negen meter water vlakbij de kant, maar vooral in de baaien zijn er ook ondiepere stukken met plantjes, eilandjes en richels. En er zit snoek. Veel. Gretig. Overal. Al binnen de tien minuten na aankomst heeft een groene dame Maikels bruinige Culpritje te pakken.

Er zullen er nog vele volgen... Ik bespaar u de details van elke afzonderlijk vangst, maar we vangen met z’n tweeën zo’n 100 snoeken in drie dagen. De ‘mothers of all’ zitten er helaas niet bij – die waren vast ergens in een of andere afgelegen baai gaan liggen in afwachting van de paai – maar dat maakte de lol er niet minder om.


Deze kwam van 9 meter diepte.


Waar we onze shads ook laten zakken, vroeg of laat knalt er wel een snoek op. We vangen ze op alle dieptes: zowel op 27 meter in de oude bedding van de Guadianarivier die zich door het meer heen slingert, als op 2 meter water!


Tot nog een keer.


Dé techniek om een aanval uit te lokken, is wederom het verticalen en ook nu weer blijkt Maikel – overduidelijk in topvorm – topscorer. Het is altijd lastig om bij deze specifieke vistechniek te zeggen waarom de een meer kansen krijgt dan de andere, maar in dit geval denk ik dat ik het antwoord uiteindelijk toch heb gevonden.

In de loop van de week zijn de temperaturen net iets zachter geworden, en allicht daarom leverde een vrij agressieve manier van verticalen (met hogere sprongetjes) nu meer vis op dan in het begin van de week.

Met mijn lichte, parabolische hengel lukte dat niet zo goed als met Maikels snelle verticaalstok. Toen ik de laatste dag met precies dezelfde hengel als hij aan de slag ging, gingen de vangsten plots gelijk op.


Met de 4x4 naar de waterkant.


Het mooie was dat de visserij ook nu weer gevarieerd was. Behalve de snoeken vangen we namelijk ook weer blackbass en, wederom, een roofbarbeel. Van beide soorten gaan kolossale exemplaren voor de bijl. Of wat denkt u van een blackbass van 53 centimeter (ongeveer drie kilogram) en een fenomenaal sterke comizobarbeel van 84 centimeter (we hebben hem niet gewogen, maar hij woog minstens tien kilogram)?


Deze comizo scheurde tientallen meters lijn van de spoel.


Beide vissen komen van op het talud van de oude rivierbedding... Onze resultaten tonen één ding glashelder aan: een beetje verticaalvisser kan hier gouden dagen beleven.

De vissen gedragen zich namelijk precies zoals onze eigen inheemse roofvissen: in het koude seizoen trekken ze zich terug in de bodemzone in de diepere stukken.


Blackbassjes op de Komodo.


En er is geen mens die erop vist – want de locale vissers geloven al jaren dat blackbass amper te vangen is in de winter en ze hebben het verticalen nog niet ontdekt. Sterker nog: de nochtans goed uitgeruste lokale hengelsportzaken verkopen er de noodzakelijke spullen niet eens voor (dunne gevlochten lijnen, loodkopjes van 21 of 28 gram, ultrafijn staaldraad...).

Onmiddellijk na mijn thuiskomst heb ik dan ook een verrassingspakketje op de post gedaan voor onze gidsen!

Heimwee
En nu zit ik hier, achter mijn computer, met uitzicht op een volgebouwd en mistig landschap, en ik heb heimwee. Ik mis alles. Het extreem lekkere broodje met vers gesneden Spaanse ham en olijfolie ’s morgens.


Vissen met een ruine op de achtergrond.


De eenvoudige hartelijkheid van de gidsen, die ons op een avond zelfs trakteren op een bijzonder authentiek maal: een door de moeder van Justo klaargemaakt stuk everzwijn.


De typische Spaanse stieren langs de snelweg.


Het was de eerste keer in mijn leven dat ik ‘roadkill’ at – hij had het dier van 80 kilogram per ongeluk aangereden een paar dagen voor onze komst –, en het smaakte verbluffend lekker!


Roadkill... maar dan anders
.

Het geklepper van de tientallen ooievaarsnesten op de kloosterruïne van het Convento de la Visitación in Talarrubias waar we elke ochtend langsrijden.


Ooievaars houden van ruines.


De vriendelijke cafébaas, die ons vol trots een foto laat zien van een zwarte ooievaar (Ciconia nigra): precies zoals onze ooievaars maar dan omgekeerd.


Zwarte ooievaars.


Hij schenkt dan nog Belgische biertjes ook in zijn dorpscafé, wat kan een mens meer wensen? De vele afbeeldingen van Don Quichote en zijn schildknaap Sancho Panza die werkelijk alomtegenwoordig zijn: als muurschildering in cafés, als kunstwerk in de huizen, zelfs in de vorm van graffitti in het straatbeeld.

De verbaasde blik van de otter die mij op geen tien meter van mijn bellyboat zit aan te staren vanuit een gat in de brugpeiler waarin hij zich verstopt waant.


Karpertjes tikken.


En natuurlijk de fenomenale visserij, die ons blij-verrast als kinderen maakte omdat ze zo gevarieerd was: verticalen, maar dan nóg spannender omdat je nooit weet wat je te wachten staat. De stoet van herinneringen aan deze reis is ongewoon lang en zal in de toekomst beslist nog langer worden, want hier kom ik terug, dat is heel zeker!

Praktisch
Wij visten met Craig Reid, een Brit die al twee decennia in Spanje woont, en zijn gids Justo van www.extremafishingspain.com. Klanten krijgen de beschikking over al het nodige materiaal: uitstekende bellyboats van het ‘Hi and Dry’-type, flippers, hengels en kunstaas. Waadpakken (al heb je die enkel ’s winters nodig daar) en Lowrance dieptemeters met kleurenscherm zijn te huur voor een gering bedrag.


Visgids-Craig-met-een-mooie.


Voor wie liever vanuit een boot vist, is er een volledig uitgeruste Carolina Skiff met een Mercury van 40 PK en een fronttroller beschikbaar. Je verblijft in een self-catering huisje of in een hotelletje ter plaatse.

Om er te geraken, vlieg je (eventueel met een low-budgetmaatschappij) op Madrid, alwaar een door Craig geregelde taxi je staat op te wachten om je, middels een rit van een uurtje of drie, naar Talarrubias te brengen.


Keuze te over.


Hij zorgt ook voor de vergunningen Voor het transport naar en van het water zorgen de gidsen. Voor meer informatie, prijzen, recenten vangstberichten kan je terecht op de website; mailen kan via Extremapredatorfishing@gmail.com

Deze bestemming vond ik verrassend goedkoop. Om je een idee te geven: een trip op basis van een self catering accommodatie van 3-4 nachten, met bellyboat, hengels en molens, kunstaas, flippers, reddingsvest, visvergunning, transport naar het water én de gidsen inbegrepen, kost 395 euro per persoon.

Wie 7 nachten blijft, betaalt 100 euro meer. En voor de snelle beslissers: momenteel loopt er een promotie via http://extremadurapredatorfishing.blogspot.com.es waardoor het nog goedkoper kan.
 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -