Roofvissen van A tot Z: Vissen met grote shads (deel 4)

Roofvissen van A tot Z:

Vissen met grote shads (deel 4)

Door Berthil Bos

We maken gebruik van grote shads 20 á 25 cm. en vissen deze ca. 15 meter achter de boot met een gevlochten lijn van ongeveer 22/00. De shads moeten wel de soepelheid en staartgrote hebben van eerder genoemde merken, al is wat verschil niet direct desastreus.

Liefst ook met gestroomlijnde loodkoppen en qua materiaal heb je dan aan de standaardeisen voldaan. Nu is het een eenvoudig rekensommetje om de gewenste diepte te bepalen. Per gram loodgewicht zal het rubber ongeveer 10 cm verder onder de oppervlakte verdwijnen. Wil je dus trollen op 4 meter, dan zal een loodkop van 40 gram je in de buurt van deze diepte brengen.

Je zult nu zeggen dat als je bij deze sleepafstand één meter onder de oppervlakte wilt vissen, een loodkop van 10 gram voldoende is. Dit is iets te gemakkelijk geredeneerd. Die 10 gram zal bij een gemiddelde sleepsnelheid deze diepte nog wel halen, maar de druk op de schoepstaart en het lichaam is bij deze snelheid te veel om de balans goed te houden. De shad gaat tollen en dus minder aanbeten uitlokken.

Tijdens het varen kan je uitproberen wanneer een shad gaat tollen. Bij een gemiddelde trolsnelheid van ca. 4 km./uur kom je vanzelf tot de ontdekking dat het gewicht bij dit soort rubber ongeveer 20 á 23 gram is. Ook dat is natuurlijk afhankelijk van omstandigheden zoals stroming en type shad. Wil je dus met bijvoorbeeld een goede Pro-Shad op één meter trollen dan moet je je aanpassen.

Nu komen we bij een foefje waarbij je met een zware loodkop tóch op ondiep water kan slepen. Door de sleepafstand te verkorten gaat automatisch de zwemdiepte omhoog. Het lijkt school wel, maar ook hier is een rekensommetje voor. Gemiddelde afstand tot de shad is 15 meter. Bij gebruik van een loodkop van 30 gram zal deze ongeveer 3 meter diep lopen. Door de afstand een derde in te korten, zal de shad ook een derde minder diep lopen.

In dit geval ga je dus terug van 3 meter naar twee. Ga je terug naar 5 meter achter de boot dan is één meter water jouw zoekterrein. Een wat zwaardere lood kop is sowieso aan te bevelen tijdens het trollen om de afstand van de boot tot het kunstaas voor de controle niet te groot te laten worden en het tollen bij een hogere snelheid tegen te gaan. Ik kom hier in een van de volgende delen nog op terug.

Vergeet ik nog bijna om even stil te staan bij hoe je de loodkop monteert op de shad. Gebruik, vooral als je nog niet zo geoefend bent op dit gebied, het liefst loodkoppen met een korte haaksteel. Deze korte haken krijg je gemakkelijker recht in het rubber wat de loop van de shad weer ten goede komt. De haakbocht moet ruim zijn om voldoende boven de shad uit te komen zodat deze goed kan penetreren.


Markeer de plaats waar de haakpunt eruit moet komen…


… de loodkop recht door het rubber halen en de haakpunt door de markering drukken…


… Goed aangesloten en gefixeerd met een druppeltje secondelijm…


… Genoeg ruimte over waar je wijsvinger tussen past.

Bij dit soort rubber is minimaal een vingerdikte noodzakelijk. Leg voor je de haak in de shad steekt, hem even naast het rubber en markeer met een stift de plek waar de haakbocht eruit zal komen. Als je dit hebt gedaan is het een fluitje van een cent om de loodkop in eenmaal goed te plaatsen.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Kleding voor de shad. ( Deel 6 )
Willem Moorman -
image description
Kleding voor de shad. ( Deel 4 )
Willem Moorman -