image description

Roofvisperikelen

Door Glen Willems

Nu het najaar al goed van start is gegaan, haal ik vaker en vaker mijn hengels voor het vissen met dode aasvissen uit mijn schuur om de rovers te gaan belagen.

Deze zomer was ik geruime tijd bezig met leuke aasvissen vangen, om ze tot een bevroren lekkernij om te toveren totdat de tijd daar was om ze in te gaan zetten. Zo gezegd zo gedaan, het mocht gaan gebeuren.

We spreken hier over een circa 40 hectare groot water met een afwisselend diepteprofiel. Ik ken het water als mijn broekzak aangezien ik hier gedurende enkele jaren de karper belaagd heb. Die opgedane kennis kwam mij goed van pas toen het ging om het vinden van taluds, plateaus en dergelijke. De planning was om statisch te gaan vissen met dode aasvissen, wanneer er niet teveel wind stond met de dobber, deze bleef dan mooi zichtbaar in het water staan, en als het echt niet te doen was met de elektronische beetverklikker.

De eerste sessie stond in het teken van dobbervissen, dit doe ik het liefste. Een goed zichtbare dobber met een draagvermogen van 30 gram moest genoeg zijn, een ferme koude hap eronder van 20 cm lang. Aan een takeltje dat ik doorgaans zelf maak, met een enkele haak vooraan in de kop en een dreg in de rug; dit moest voldoende zijn om een actief azende vis te haken. De stek die ik voor ogen had, heeft een steil aflopend talud dat dicht onder de kant al de diepte in gaat naar zo’n zeven meter; ideaal naar mijn idee.

Het plan was om hier enkele uurtjes te vissen, wanneer er geen teken van leven was, zou ik meermaals verkassen die dag. Snel werden de aasvissen op de uitgekozen stekken geworpen en het wachten kon beginnen; een heerlijk najaarszonnetje liet het bevroren gras ontdooien en ik liet mij genietend wegzakken in mijn stoeltje. Plots zag ik een beweging bij mijn rechter dobber. Die ging schuin staan, dan weer recht, hop onder, na een tweetal seconden weer boven en er gebeurde niets meer. Raar, misschien een snoekbaars? Bij controle van mijn aasvis bleek het wel degelijk om een snoekbaars te gaan, aangezien er twee bijtwonden van zijn grijptanden in mijn voorn gedrukt stonden. Sluwe vis toch, die bij de geringste weerstand lost...

Na eenmaal de aasvis opnieuw op de stek geworpen te hebben, duurde het geen twee minuten of deze vertrok langzaam maar zeker onder water. Ik kon hem eventjes blijven volgen en vervolgens besloot ik om de haak te zetten, hangen! Na een relatief korte dril kwam er een mooie snoekbaars naar de oever, ik heb hem niet gemeten maar deze zal rond de 70 cm lang geweest zijn. Verder heb ik die dag nog een stek afgevist zonder resultaat, maar de dag nadien zou ik nog snel na het werk enkele uurtjes meepikken in de hoop tegen de avond succes te boeken.

Na een vermoeide werkdag kwam ik aan bij het water. Mijn aasvissen had ik de avond ervoor al aan de takels gehangen, dan hoefde ik niet teveel tijd te verliezen en daar ik toch niet ver hoefde te werpen vormde een al ontdooide aasvis geen probleem. Eenmaal te water gelaten viel me op hoe het weer omgeslagen was, vooral door een heel stevige zijwind die feller en feller kwam opzetten. Het was lastig om de dobbers op de plek te houden en plots zag ik een ervan tegen de golven ingaan. Dit kon maar één ding betekenen, vis! Na een vijftal seconden zette ik de haak en het herkenbare gevoel van een snoekbaars werd weer voelbaar. Zo te zien weer een goede vis dus heb ik deze toch eens gemeten, met zijn 74 cm mocht deze er zeker zijn! Aangezien ik uiterst tevreden was over de korte sessie, besloot ik vervolgens om huiswaarts te keren, het houtvuur aan te steken en de avond gezellig door te brengen met mijn vriendin.

Korte tijd later zouden we een tweetal nationale feestdagen hebben en kon ik weer op pad! Eindelijk waren die dagen aangebroken en ik besloot om voor het daglicht op pad te gaan, ditmaal met het plan een viertal stekken te bevissen; voorzien van een transportkar was dit een gemakkelijke klus om te verkassen. De stek die ik de dagen voordien met succes beviste werd als eerste bevist, na een tweetal uren zonder actie besloot ik naar de volgende stek te karren, een ondiepere zandplaat waar het talud naar een meter of dertien begon af te lopen.

Met in het achterhoofd de gedachte dat hier op deze strook vaak wedstrijden worden gevist, zou dit zeker een trekpleister voor de roofvis moeten zijn. Ik besloot om een hengel bij het begin van het talud te plaatsen en een hengel verder onderaan het talud, daar waar het zo'n vier meter diep was. De tijd tikte langzaam voorbij en een feedervisser nam wat verderop naast mij plaats. Een aangenaam persoon werd al snel duidelijk toen hij vol lof over zijn vissersleven vertelde, tussendoor met enkele tips strooide voor het feedervissen en zei dat hij hier met regelmatig zijn gehaakte voorn moest afgeven aan een snoek tijdens het binnenhalen.

Zijn woorden waren nog niet uitgesproken of tijdens het binnen draaien werd zijn voerkorfje aangevallen door een snoek. Hij maande mij aan om snel een hengel bij hem in de buurt te plaatsen, zo gezegd zo gedaan en een op half water hangende aasvis moest het gaan doen, zo dacht ik toch. Na geruime tijd zonder actie besloot ik dat het tijd was om de volgende stek aan te doen, een hoek die ondiep uitliep en duidelijk liet zien dat er witvisactiviteit aanwezig was, twee hengels op de bodem en vissen maar.

Na een half uurtje ging er iets wandelen met mijn aasvis, langzaam maar toch en eenmaal de haak gezet bleek het wederom om een snoekbaars te gaan; met 68,5 cm toch van een mooi formaat. Snel de hengel terug ter plaatse gelegd tot ik na enige tijd zag dat de feedervisser gebaarde dat zijn gehaakte voorn was achtervolgd door de snoek. Dit kriebelde om toch terug naar die plaats te gaan, aangezien ik toch nog graag een snoek zou verschalken die dag.

Ik besloot om mijn hengels binnen te halen, maar dit wel uiterst langzaam. Dit gaat bij mij als volgt, enkele slagen draaien, de aasvis terug laten zakken, eventjes wachten en herhalen. Na de eerste keer dat ik dit deed werd mijn dobber al bruut ondergetrokken en werd er snel lijn genomen, snoek dus! Na het zetten van de haak voelde ik het bekende kopschudden, de vis maakte enkele lange runs en eenmaal op de oever bleek deze mooie rover 74 cm te meten. Geheel tevreden zette ik koers richting de feedervisser om daar wellicht nog een aanbeet af te dwingen.

De man vertelde dat het gebeurde vlak voor zijn voeten. Er staat een meter water dat troebel is, dus besloot ik eerst om naar mijn montage te kijken. Eenmaal naar mijn zin haalde ik deze voorzichtig boven en toen de aasvis net onder het oppervlakte was werd deze bruut gegrepen door de jager! Wat een kick en zo dicht tegen de kant! Zowel de feedervisser als ik waren in hoera stemming, vooral omdat we alles konden zien gebeuren vlak voor de kant !

Na een stevige dril werd de snoek op de gevoelige plaat gezet en met de 83 cm was ik best tevreden. Ik besloot dan ook dat ik voldaan mijn visdag kon beëindigen, ik bedankte de feedervisser voor zijn informatie en ging op weg huiswaarts.

Tot de volgende sessie!

Groeten, Glen