Pas op voor Pieterman!

Met de feestdagen in het vooruitzicht, kunnen de lezers van het enige zoute magazine in de Lage Landen Zeehengelsport genieten van de laatste uitgave van dit jaar. Daarin veel aandacht voor de diverse wereldkampioenschappen die het afgelopen jaar warden gevist, maar natuurlijk staat dit 84 pagina’s dike magazine vooral weer boordevol zeer lezenswaardige bijdragen. Speciaal voor de bezoekers van Total Fishing het volgende artikel als preview.

Pas op voor Pieterman!

Door Berend Masselink

In ons land zijn naast Zwarte Piet nog twee andere Pietermannen actief: de grote pieterman en de kleine pieterman. Gewoon in kleine letters geschreven, want het betreft hier vissennamen. Zeevissen met name en dan ook nog eens visjes waar je normaal gesproken de schouders over ophaalt.


Gevreesd én begeerd.

Klein, onooglijk en niet echt wat je noemt ‘moeders mooiste’. Toch laten pietermannen bij een ontmoeting vaak een onuitwisbare indruk achter. Dat ze daarbij de hoofdrol van ‘bad guy’ vervullen, gaat echter een beetje voorbij aan de positieve kant van met name de grote pieterman.

Zomervakantie 2008. We visten langs het Deense schiereiland Hindsholm, dat als een blindedarm aan de noordoostkant van Funen uitstulpt vanaf het stadje Kerteminde. Bij de boeking voor een luxe gezinshut op de camping, zat als doorslaggevende factor een visboot bij de huur inbegrepen. Die deal was gauw gesloten.

Deze vakantieweek lieten we de zeeforel een keer links liggen en richtten we ons tussen de gezinsuitstapjes door op platvis en gul. Op nog geen 100 meter uit de kust speurden we  met de Terhi Nordic 6020 kriskras over het water op zoek naar zandplaten die hier en daar tussen de ‘leopard-skin’ bodem opdoemden.

De zichtdiepte ter plekke liet dat gelukkig toe. Hier zou de platvis zeker liggen. Met kleine sleeponderlijntjes en Aberdeens -gevuld met halve zagers kamden we de zandbodems af en kregen af en toe een mooie schar of felle bot te pakken.

Af en toe, want de meeste tikken die onze lichte hengeltoppen die middag te verduren kregen, kwamen op naam van een langgerekt bruingevlekt visje met stekels en prachtige blauwe neonstrepen aan de boven- en onderzijde van zijn lijf.

Op dat moment wisten we nog niet met wat voor vis we hier van doen hadden. Ja, een soort pieterman of ander stekelig beest dat je beter niet met de hand kon onthaken, zover strekte ons vermoeden. Met behulp van handdoeken en een lange puntbektang werden de stekelbeesten die middag door ons van hun haken verlost.


Met een Terhi Nordic 6020 op zoek naar Deense zandplaten.

Waar we ook ankerden op de zandbodems, op vijf meter diepte of 15 meter, het was die pieterman die ons aas wist te vinden, zelfs op half water. En hoe goed we ons best ook deden, bijna iedere op platvis gemunte zager verdween die middag  in de gulzige bek van Trachinus draco.

Een gegeven dat ons op dat moment niet echt kon opwinden; we gingen immers voor platvis. Typisch -gevalletje van ‘bad luck’? Hadden we het maar geweten! Achteraf kijk je een koe in de kont, zo luidt het gezegde. Want hadden we op die middag beseft dat we met de grote pieterman te maken hadden, dan was het wellicht anders gelopen.

In de eerste plaats zouden we -toen we eenmaal wisten wat pietermannen kunnen aanrichten- veel voorzichtiger zijn omgesprongen met deze exemplaren. Maar in de tweede plaats zouden we zeker ook enige vissen hebben meegenomen om in ons huisje eens lekker te bakken, daarover straks meer.

Dat was allemaal pas achteraf, toen we thuis in Nederland de vakantiefoto’s bekeken en er de visboeken op nasloegen. Gezien de ondieptes waarop we de vissen vingen, en de prachtige kleuren, kon er geen twijfel over bestaan dat we deze augustusdagen bij Hindsholm boven op de paaigronden hadden gevist van  een prachtige vis die de Denen ‘Fjæsing’ noemen.


Namen
- Grote pieterman (NL + B) - Trachinus draco (Lat) - Greater Weever (GB) - Grande vive (Fr)
- Pez Arana (Esp) - Petermännchen (D) - Fjæsing (DK) - Dragan (Kroatië) - Louhikala (Fin)
- Fjesing (Noor) - Fjersing (Zwe) - Ostrosj Drakon (Polen).


Foto: Berend Masselink.


Foto: Peter van der Sluis.

De grote pieterman (boven) en kleine pieterman (onder) zoals die zijn opgenomen in de superhandige Veldgids De Nederlandse Zeevissen. Beide vissoorten hebben zowel giftige stekels op de rugvin als op het kieuwdeksel.

Draak
Eenmaal in de boeken gedoken, kwam er steeds meer aan het licht over onze mysterievis. Vanwege hun overwegend nachtelijke leefwijze ligt de grote pieterman overdag meestal in het zand ingegraven. Alleen hun kop, soms zelfs alleen de ogen, en hun voorste rugvin steken er dan nog bovenuit.

In Nederland en België treffen we met name de nauw verwante kleine pieterman (Echiichthys vipera), een visje dat niet veel groter wordt dan zo’n 15 cm, maar qua leefwijze veel lijkt op z’n grotere neef. De kleine pieterman leeft niet ver van het strand tot aan dieptes van 30 meter in de Noordzee, Middellandse Zee en de Oost-Atlantische Oceaan en wordt meestal als een visje van gemiddeld 10 cm lengte aangetroffen.

Bootvissers die langs onze kust op de bodem vissen op schar en daarbij niet te grote haken gebruiken, vangen geregeld zo’n klein rovertje. De grote pieterman, die eerder een gemiddelde lengte heeft van 25 cm, vind je slechts sporadisch onder onze kust.

Hij zoekt het volgens de boeken verder weg tot dieptes tussen de 30 meter in de zomer en 150 meter in de winter. In Denemarken ligt hij ’s zomers echter tussen de 1 en 30 meter diep. Zijn verspreidingsgebied in onze regio omvat de Oost-Atlantische Oceaan, Middellandse Zee, Noordzee en Kattegat. De maximale lengte bedraagt in onze streken 40-45 cm.


Half ingegraven in het zand ligt de grote pieterman op de loer. Deze foto werd gemaakt in het Kattegatcentret aquarium in Grenaa (DK). 

De Latijnse namen Trachinus draco (grote pieterman) en Echiichthys vipera (kleine pieterman) wekken op zich al niet de spontane sympathie van de mens. Draco staat immers voor ‘draak’ en Vipera voor ‘adder’. Kijk je deze beestjes in de ogen, dan valt inderdaad hun drakenkop op.

De vergelijking met een adder heeft te maken met hun giftige stekels. Het zijn die stekels waar ze hun rol van ‘bad guy’ aan te danken hebben. Door de voorste stekel van de voorste rugvin wordt, zodra iemand op de vis trapt, gif gespoten dat al snel heftige pijn veroorzaakt.

Badgasten die aan zee op een pieterman zijn gestapt, eindigen dan ook meestal bij de dokter of het ziekenhuis. De wond zwelt op en zal pas na enkele uren weer slinken, maar in sommige gevallen blijft het slachtoffer er door infecties jaren last van houden, terwijl de kans op een shock, hartklachten of zelfs amputatie van het gestoken lichaamsdeel niet uitgesloten zijn.

Of je er aan dood kunt gaan? Er zijn enkele gevallen bekend dat pietermangif net als bijensteken voor mensen met een allergie of een zwakke gezondheid fataal kan aflopen. Gelukkig weten we inmiddels dat er een simpele remedie is om de gevolgen van het pietermangif te beheersen: hitte! Onder invloed van hoge temperaturen wordt het gif in rap tempo afgebroken.

Wie gestoken is, doet er dus goed aan zo snel mogelijk de steekwond lange tijd in zo heet mogelijk water te houden. Op deze wijze wordt het gif geneutraliseerd. Die tip had mijn vader goed kunnen gebruiken in de jaren ‘70, toen hij aan de Spaanse noordkust op een ‘giftig visje’ stapte en urenlang, zelfs na doktersbezoek, de pijnscheuten verbeet voordat zijn zomervakantie weer enigszins dragelijk werd. Hopelijk hebben de Spaanse doktoren aan de costa’s hun tegenmaatregelen vandaag de dag beter paraat.


Dit kaartje laat zien dat de verspreiding van de kleine pieterman in Nederland tegen de kust ligt en van de grote pieterman verder op zee. In de Deense Oostzee liggen de zaken anders.

Gode spisefisk
Is er dan verder niks positiefs te zeggen over onze pieterman? Toch wel. Mijn Deense visboek Havfisk og Fiskeri (de bekende ‘Muus’ van de auteurs Bent J. Muus, Jørgen G. Nielsen, Preben Dahlstrøm, die helaas niet meer in het Nederlands te koop is) waarschuwde mij al in de laatste regel over de ‘Almindelig -Fjæsing’ dat het een ‘Gode spisefisk’ betreft. Een prima vis om te eten!

Niet alleen de Denen, maar ook de Belgen blijken een bepaalde culinaire historie aangaande de grote pieterman te koesteren. De langste pieterman kun je niet alleen lekker bakken, maar ook stoven, frituren, in de vissoep verwerken of marineren voor de grill. Weinigen weten dat nog, maar vraag je het de oudere generaties dan blijkt de grote pieterman nog niet vergeten.

In België werd het visvlees vaak ongemerkt als vervanger van de tong gebruikt. Omdat de prijs een derde goedkoper was, werd hier nogal eens stilzwijgend de hand mee gelicht en bleken opgerolde pietermanfilets op de menukaart meermaals tot exclusieve tongrolletjes gepromoveerd…

Mocht er al een verschil te ontdekken zijn tussen die twee in de doorsnee keuken, dan viel het op dat het knapperig velletje van pietermans meegebakken werd, waar bij de tong het taaie vel werd verwijderd. Een mooier compliment dan voor tong versleten te worden kan het visje natuurlijk niet krijgen.

En alsof dat nog niet genoeg eer is: door de bekende Engelse tv-kok en viskenner Rick Stein wordt het vlees van de grote pieterman zelfs op dezelfde hoogte geplaatst als dat van zeebaars. 

Aanbevolen recept: Gebakken pieterman met tomaat

Benodigdheden:
• 600 gram filets van de grote pieterman • 500 gram stevige vleestomaten • 2 eetlepels maïsmeel
• 1 eetlepel olijfolie • 20 gram boter • 2 eetlepels kappertjes • beetje tomatenpuree • bloem

Bereidingswijze:
Leg de filets op een snijplank met het vel naar boven. Maak drie tot vier kleine insnedes in het vel. Bestrooi de filets met zeezout en peper, wentel ze in bloem en bak de filets op 5 tot 7 minuten op matige hitte op het vel in olijfolie. Snij een tomaat in plakken en wentel deze in maïsmeel met zout en peper.

Bak de tomaten kort in hete olijfolie, vul het aan met wat boter en kappertjes. Dien de vis op met de tomaten,  een beetje koude olijfolie, een citroenschijfje, wat vers gesneden sherrytomaatjes en een beetje tomatenpuree.


Niet alleen mooi, maar ook nog eens lekker!

Let op met fileren!
Een grote pieterman vereist grote aandacht om schoon te maken in verband met de -deels giftige- stekels aan kieuwen en voorste rugvin. Zijn die er eenmaal af, dan blijft er relatief veel visvlees over, want ondanks de geringe lengte van de vis kun je er mooie filets van snijden. Bekijk de wijze van fileren van de grote pieterman op de site www.visfileren.nl.

Merlaan
België heeft tot aan de Tweede Wereldoorlog altijd een flinke veilingaanvoer van grote pieterman gekend. Ofschoon het geen ‘doelvangst’ betrof, kwam de vis als bijvangst toch met enkele honderden tonnen per jaar uit de kustwateren en de zuidelijke Noordzee. De Vlamingen kenden de vis als ‘merlaan’, ‘arend’ of ‘grote puikel’.

De aanvoer na de laatste wereldoorlog aan de Belgische visveilingen zakte telkens verder in, waarschijnlijk veroorzaakt door de rigoureuze boomkorvisserij die een gat in de bestanden sloeg. Vanaf 1971 wordt de soort dan ook niet meer aan de veiling genoteerd, terwijl er tot de dag van vandaag nog steeds kleine hoeveelheden worden verhandeld. Ook in Nederland overigens.

Eenzelfde verhaal geldt voor Denemarken. Ook daar bestaat nog altijd een geringe aanvoer van grote pieterman die eveneens in schril contrast staat met de aanvoeren van weleer. Tot voor enige jaren terug waren er naast aanvoer door bijvangst nog twee – drie Deense trawlers die af en toe gericht op ‘fjæsing’ visten voor de Zuid-Europese markt, waar hij in de export met afgeknipte voorste rugvin een smaakvol tweede leven tegemoet gaat. 

De sportvisser die deze vis locaal nog in meerdere aantallen kan aantreffen, moet een keuze maken. Terugzetten of bewaren? In beide gevallen moet hij beslagen ten ijs komen; bij het onthaken de flink spartelende vis niet vastpakken en liefst een lange onthaaktang gebruiken.

Dat ook bij het fileren en bereiden van de dode vis alle voorzichtigheid is geboden, is ‘des lezers heil’. Zorg dus eerst dat niet alleen de voorste rugvin verwijderd is, maar pas ook op voor de stekels rond de ogen en de kieuwen. Is die hindernis eenmaal voorbij, dan ligt de weg vrij voor een tongstrelende culinaire sensatie. Wie durft?

Nieuwsgierig geworden naar

de andere artikelen in

Zeehengelsport?


Uitgave 8/2009 verschijnt

medio december en is

voor € 5,50 te koop in de

kiosk, boekhandel en

vele hengelsport-

speciaalzaken.

Voor aantrekkelijke abonnementsaanbiedingen kunt u terecht op www.hengelsporthuis.com