Legaal wildkamperen (Deel 3)

Legaal wildkamperen (Deel 3)

Tekst, foto’s en film: Simon Torenbeek en Stef Jansens
 
Simon is ’s ochtends net wat eerder wakker dan ik en verbazingwekkend vrolijk maakt hij me wakker. Wanneer ik het tentzeil opzij duw snap ik waarom. Het is prachtig buiten, de zon kruipt langzaam boven de horizon en schijnt prachtig oranje licht over het landschap. Vandaag is het redelijk helder en het kleine briesje wat er waait vormt totaal geen probleem om goed te kunnen vissen op het Volkerak.
 
Vanwege de ideale omstandigheden willen we op de boot ontbijten, hoe eerder we op het water zitten hoe beter. Vandaag wordt de boot gevuld met twee jerkbaithengels en twee dobberhengels. Snel zetten we koers richting de sluis, onderweg varen we nog even langs de buren. Ze zijn al wakker en hebben een leuke verrassing voor ons; ze vangen namelijk erg leuk witvis en we mogen een stel voorns van ze overnemen.
 
Het zou een mooie dad worden.
 
Vlug zetten we koers richting de eens zo visrijke taluds. Wanneer we door het sluisje varen stoppen we even, een groepje van zes Schotse hooglanders kijkt ons beduusd aan. Vijf seconden lang kijken ze ons aan waarna ze hun schouders op lijken te halen en doorgaan met hun dagelijkse bezigheden. Ze waden met zijn alle een stukje door het water en hobbelen daarna de bossen in, supertof om te zien! 
 
Werpend het talud afvissen.
 
Vanwege de weeromslag denken we dat er wellicht weer vis tegenaan is gaan liggen, maar na drie uur werpen komen we terug van dat idee. We moeten echt even wat anders gaan proberen. Gelukkig kent Simon nog een aantal wat diepere stekken waar we met dood aas wel wat moeten kunnen vangen. Zodra we arriveren op de diepere stekken stijgt mijn vertrouwen enorm! Er ligt een gigantische school vis direct onder de boot. Simon oppert om markers overboord te gooien om deze school te markeren, vervolgens een stuk windopwaarts te varen en ons te ankeren. 
 
Als we ons dan met een slap ankertouw een stukje laten afdrijven moeten we deze school perfect kunnen bevissen met doodaas onder de dobber. Poging nummer één mislukt jammerlijk, ik laat het ankertouw teveel vieren waardoor we recht boven de school uitkomen. De school is verstoord en zoekt een ander heenkomen. Snel halen we de markers op en zoeken de school weer op. 
 
De vissen zijn gelukkig maar 20 meter verplaatst en hierdoor hebben we ze zo weer gevonden. Ditmaal gaat alles volgens plan en uiteindelijk dobbert de boot- geankerd en wel- op 20 meter afstand van de gemarkeerde plek. De dobbers worden op zes meter diepte afgesteld en richting het schooltje geslingerd. Simon ontfermd zich over de lunch terwijl ik de dobbers in de gaten houd. Het gasbrandertje doet hard zijn best om het blikje knakworsten op te warmen en af en toe kijkt Simon over zijn schouder of de dobbers echt zo stil liggen als ik doe voorkomen. 
 
"Hey, een aanbeet op links!", roept Simon schijnbaar uit het niets. "Nee joh, dat was gewoon een golfje", antwoord ik. Maar dan plopt de dobber weer onder en moet ik Simon echt gelijk geven. Snel draait Simon de brander uit terwijl ik de lijn zo slap mogelijk houd. Wanneer de brander uitstaat geef ik de hengel over aan Simon. Hij geeft de vis nog een klein beetje slack en zet dan de haak. Zwaar bonkend geeft de vis te kennen dat hij het niet eens is met de gang van zaken. Vervolgens laat het zich loom meeslepen richting de boot. Er wordt volop gegist in de boot. 
 
"Het voelt goed", zegt Simon. Maar met welke vissoort we van doen hebben laten we in het midden. Wanneer de vis zich onder de boot meermaals met korte stevige runs verweert zijn we erover uit: dit moet een snoek zijn. Wanneer een stekelkam het wateroppervlak doorbreekt is de verbazing groot, en de stress nog groter. Wat een unit, snel flans ik het schepnet in elkaar en leg het klaar. De snoekbaars doet nog een laatste poging om weg te komen, gelukkig lukt dit hem niet en ligt hij al snel in het net. De vis is keurig gehaakt en wordt in het net van de haak ontdaan. Simon gaat uit zijn dak, dit moet haast een nieuw PR zijn!
 
Een hele mooie voor Simon.
 
Snel meten we de vis, het lint stopt pas bij 82 centimeter. Een PR om trots op te zijn. Vol bewondering zetten we de vis terug. Om deze vangst te vieren worden de knakworsten weer op het brandertje gezet, een goede maaltijd gaat er nu wel in! Wanneer de knaks licht beginnen te borrelen suist de andere dobber de diepte in, wat een gekkenwerk. Ik geef de vis even wat ruimte om de vis goed tussen zijn kaken te nemen en sla dan aan. De dril verloopt gelijk aan de dril die Simon zojuist heeft gehad, daarom vermoed ik dat er een hele beste snoekbaars aanhangt. Wanneer ik de vis onder de boot omhoog wil pompen valt de druk weg… &@!#%&*! Ik baal enorm hard, deze vis zal me voorlopig nog wel even achtervolgen.
 
Karper
 
Naast al het vissen op roofvis hebben we ook nog drie nachtjes op karper gevist. De eerste dag zijn we in het bootje gestapt om de bodemstructuur om en nabij de vlotten goed te verkennen. Al snel vonden we enkele hotspots. De bodem is rondom de vlotten redelijk egaal, maar er loopt één geul met een ietwat hardere bodem en hier en daar een trosje mosselen. Als er karper huist op dit stuk water moet dit haast wel een trekroute van deze beestjes zijn. Om de eventueel aanwezige vis bezig te houden voeren we alvast wat voor vanavond. Anderhalve kilo boilies gaat verspreid over een strook van 150 meter het water in. Vaak zwemmen karpers in zulke grote waterstelsels in groepen bij elkaar, wanneer ze voedsel vinden stropen ze gezamenlijk een stek in no-time leeg. Vandaar dat ik ervoor kies om redelijk veel te voeren, als ze langskomen wil ik ze vasthouden en vangen ook! 
 
karperen 
 
Steevast wanneer we ’s avonds van het water afkomen, varen we de drie lijnen uit. Een hengel wordt middenin de geul geplaatst, de andere aan de voet van het talud en de derde hengel op een wat ondieper stuk net voor de geul. Omdat het vlot af en toe wat kan deinen door scheepvaart of golfslag van de wind hang ik mijn swingers voor in plaats van achter mijn piepers. Zo wordt deze beweging niet gedetecterd door de beetmelders en kunnen we – indien het een actieloze nacht blijkt te zijn- rustig doorslapen. We worden helaas steeds uitgeslapen wakker, de piepers hebben geen kick gegeven en alle montages zien er telkens nog keurig uit. Het is een gok die we nemen, er moet een schooltje karpers langstrekken anders vangen we niets. Ik vermoed dat de karpers, net als de grote scholen witvis hun heenkomen al hebben gezocht in het diepere en rustigere water.
 
 
 
Simon Torenbeek en Stef Jansens
 
Meer informatie over de kampeervlotten bij www.camping-raft.com