**KLAAR**              Wat                 u moet weten van ELEKTROMOTOREN (2)

Wat u moet weten van ELEKTROMOTOREN (2)

Door Dick Langhenkel

Voor mijn eerste oriëntatie heb ik gebruik gemaakt van testrapporten uit de Waterkampioen. Hier worden een aantal belangrijke gegevens op een rijtje gezet. Niet alleen de kwaliteit en de uitvoering kwamen aan de orde, vooral het stroomverbruik in de verschillende vaarstanden is uitvoerig getest en in kaart gebracht. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen echt slechte elektromotoren zijn! Wel schelen ze onderling enorm in stroomverbruik en omdat dit gegeven ons aantal vaaruren bepaald heb ik daar kritisch naar gekeken. Nu was ik er nog niet, door even de verschillende grafiekjes door te lopen en het stroomverbruik te vergelijken.

                       


“Het stroomverbruik bij een vooraf bepaalde gemiddelde snelheid is het belangrijkste”

Bijna alle motoren hebben vijf schakel standen in de vooruit, een enkele heeft er vier. Door nu de grafieken van het stroomverbruik te bestuderen, ontdekte ik al snel dat dit stroomverbruik per schakel stand nogal wat verschilt! Daarnaast moet er ook nog gekeken worden, hoeveel kracht en dus snelheid de motor in een bepaalde schakel stand levert. Ook hier zijn de verschillen groot! In eerste instantie was ik geneigd aan de hand van dit testrapport uit te komen bij een Yamaha M15 of een Minn Kota Turbo 112, en ook de Truster T 33 is een uitstekende motor als het gaat om de verhouding tussen stroomverbruik en kracht/snelheid. Uiteindelijk koos ik tocht voor de Motor Guide ST 300. Deze motor is aanmerkelijk goedkoper, maar daar staat tegenover dat het een echte stroomvreter is! In de hoogste stand gebruikt deze motor 41 ampére. In combinatie met een semi - tractieaccu van 105 Ah, komt dat neer op twee uur varen, misschien een half uurtje langer, maar dan is het wel gebeurd.

Waarom koos ik dan voor deze motor, alleen om de aanschafprijs? De test leerde dat hoewel deze motor de meeste stroom gebruikte, hij ook de meeste kracht/snelheid leverde. Voor het vissen met kunstaas heb ik die hoogste snelheid niet nodig. Een snelheid van 4 km p.u. is immer ruim voldoende? In stand drie en vier gebruikt de motor dan 20 en 25 ampère, ik moet dan vijf of vier uur continue kunnen varen. De praktijk heeft dit sommetje volledig bevestigd. Een duidelijk voordeel is dat ik nog een behoorlijke kracht/snelheid over heb. Bij plotselinge wendingen is dat alleen maar een voordeel. U ziet er komt nogal wat voor kijken, het is iets meer dan inpakken, betalen en wegwezen. Als u denkt dat we er nu zijn, dan vergist u zich! Er is nog een overweging. U begrijpt dat op een licht opblaasbootje van drie meter en ander motortje kan dan op een visboot van 4.80 m. Om u bij uw keuze te helpen heeft de fabrikant de maximale stuwkracht in LB (Engelse ponden) aangegeven. Dat is leuk bedacht, maar we hebben er weinig aan, omdat er geen staatje bij geleverd wordt, bij welk gewicht boot, een bepaalde stuwkracht past. Je moet het dus zelf maar raden en in de praktijk testen. Dat laatste heb ik gedaan.

Een goed uitgangspunt is ook hier, de test uit de Waterkampioen. Daar werd een opblaasboot gebruikt en een polyester boot van 4.20 m. met een gewicht van 90 kg. Aan de hand daarvan heb ik een schatting gemaakt voor mijn eigen visboot. Ik gebruik een polyester visboot van 4.10 m.met een gewicht van 125 kg. Met de vlonders en de inventaris ga ik uit van een gewicht van 200 kg. Niet de lengte, maar het gewicht van de boot is de belangrijkste factor voor de stuwkracht bepaling. Immers het gewicht van de boot is tevens de waterverplaatsing? Hoe meer gewicht, hoe groter de waterverplaatsing, hoe meer stuwkracht er nodig is om aan de trol snelheid te komen. Natuurlijk spelen de lengte en de rompvorm ook een rol, maar hier laat ik dat buiten beschouwing. Voor mijn boot koos ik voor een 30 lb motor, iets zwaarder dan nodig, maar ik wilde in stand drie en vier de vereiste trol snelheid halen, de praktijk heeft dit volledig bevestigd. Aan de hand van dit voorbeeld, kunt u zelf schatten wat u nodig hebt bij een langere of kortere boot. Het feit dat ik koos voor een bepaald merk elektromotor, wil niet zeggen dat dit merk beter is dan een ander. Ik herhaal, onderzoek heeft uitgewezen dat er onder de bekende merken geen slechte motoren zijn, het is dus veel meer een zaak van prijs, uitvoering, energieverbruik en prestatie.

                       


“Een dagje met behoorlijke stroming de boot op zijn plek houden kost ook veel energie”

Toepassing en gebruik.
Een elektromotor, wordt meestal net als een verbrandingsmotor, op de achterspiegel van de boot geplaatst. Bij houten, stalen en aluminium boten, hoeft u daar geen voorzieningen voor te treffen. Bij polyester boten ligt dat anders. Wie hier geen voorzieningen treft zal binnen de kortste keren de achterspiegel van zijn boot kapot draaien met de bevestigings knevel van de motor. Net als voor de verbrandingsmotor moet er aan de buitenkant een plaat watervast hechthout en aan de binnenkant een r.v.s. plaat gemonteerd worden.

Dat hoeft uiteraard niet als u maar één motor achter de boot hangt, in dat geval maakt u gebruik van de aanwezige voorziening. Heeft u twee motoren op de achterspiegel, in combinatie met een draaistoeltje op een platte schijf, dan kunt u de schijf in een U-profiel op de boot bevestigen. In plaats van de schijf te bevestigen, monteert u een dubbel U-profiel van aluminium, waarin u de schijf over de breedte van uw boot kunt verplaatsen. Zo kunt u comfortabel voor uw verbrandingsmotor zitten en door de draaischijf te verschuiven ook makkelijk bij uw elektromotor. Het is maar een tip! De elektromotor, hoeft niet op de achterspiegel, maar kan ook op de punt van uw boot een plaats krijgen. De boot wordt dan niet voortgestuwd, maar voortgetrokken! Voor montage op de punt of de zijkant is een speciale hulp set nodig, meestal in combinatie met een voetpedaal. Zo heeft u volledig de handen vrij! Als u aan mij vraagt heeft de aanschaf van een elektromotor zin, dan zeg ik; JA! Ik gebruik hem al jaren met veel plezier.

Toch…als u nu enthousiast bent, moet ik dat wat temperen. De elektromotor is en blijft beperkt in zijn gebruik! Voor het trollen houdt het met windkracht 5 echt op!! Het energieverbruik loopt dan zo op, dat de accu’s niet meer aan zijn te slepen. Met windkracht 3 à 4 kan ik met mijn twee Delco Voyagers een acht tot tien uur continue voor uit. Met windkracht 5 ben ik in vijf uur door mijn twee accu’s, dat is nog niet het ergste, maar met deze windkracht is het al bijna niet meer mogelijk om de boot scherp op koers te houden. Dat laatste is voor het trollend vissen zo belangrijk dat het gebruik van de elektromotor daar voor mij ophoudt! Daarom gebruik ik op deze dagen twee motoren. Op lager wal, dat is de kant waar de wind op staat, gebruik ik mijn benzine motor, op hoger wal de elektromotor. Zo wissel ik dat af en dat bevalt me uitstekend! Als ik moet kiezen, gebruik ik het liefst de elektromotor. Het zijn voor mij ideale dagen als ik hem de hele dag kan gebruiken.

                       


“De nieuwe Minn Kota Vector behoort momenteel bij de absolute top van handelbare elektromotoren; zie voor meer info: www.evin.nl

De absolute rust, het gelijkmatige tempo, geen stank, geen vette bougies, het is overweldigend om je zo te kunnen verplaatsen. Ook vis-technisch is het een stap vooruit, omdat je veel beter je trol-snelheid kunt regelen en dus scherper vist. Ik besluit dit artikel met antwoordt te geven op een vraag die vaak gesteld wordt: Heeft een elektromotor ook terugkerend onderhoud nodig? Met andere woorden, moet ik met deze motor net als mijn verbrandingsmotor, jaarlijks terug naar de dealer voor een onderhoudsbeurt? Het antwoordt kan kort zijn: Nee! Uw enige werk bestaat uit het steeds weer opladen van de accu. De elektromotor zelf is vrij van onderhoud. Veel plezier met het “stille” genieten! (slot)

 



Meer Roofvis (archief)

 

 

               
                                       
                                                               


Terug naar vorige pagina