**KLAAR**                    Praktische                     tips voor het vangen

Praktische tips voor het vangen van Tong (1)

door Joop Folkers

Vissen op tong, heeftvoor veel zeevissers nog altijd een heel apart tintje. “Tong is en blijft een moeilijk te vangen vissoort”,

               
zo wordt er over het algemeen verteld. Niets is echter minder waar! Tong is eigenlijk net zo simpel te vangen als een bot, alleen moet je er in de regel wel iets meer voor doen. Zo zijn een andere onderlijn (dus aaspresentatie), meerdere aassoorten en een dosis zelfvertrouwen de juiste ingredienten om deze lekkere, platte scheefsmoel aan de schubben te komen. Zeker de afgelopen weken werden er langs vrijwel de gehele kust leuke tongvangsten gemeld. Aantallen van 6 of meer stuks waren echt geen uitzondering! Hieronder enkele succesvolle tips… .


Onderlijnen.

We zullen de tongvisserij in twee delen opsplitsen. Vis je vanuit een bootje, dan is het zo langzamerhand bekende weegschaaltje verreweg de best vangende onderlijn. Het is een simpele constructie van twee in elkaar “gedraaide” stalen afhouders, voorzien van twee korte zijlijntjes. Om het geheel nog aantrekkelijker te maken, zet ik op pakweg zo’n 30 cm. boven deze weegschaal nog eens een extra afhouder. Tja, op het eerste oog is het een hele stellage, maar een topvangertje. Je zal begrijpen dat je deze onderlijn vrijwel alleen vanuit een boot kunt gebruiken omdat verre worpen gewoon onmogelijk zijn. Vanuit de boot zijn worpen van hooguit 10 meter doorgaans voldoende. Ook het gewoon naar de bodem laten zakken van je onderlijn levert vaak goede resultaten op.

                                                                       

       
Maar goed, nu dan een onderlijn voor onze kantvissers. Laten we uitgaan van een driehaaks-paternoster. Kies voor een lijn met een lengte van maximaal 170 cm. Zet hier middels drie kleine tonwarteltjes(vastzetten met kleine kraaltjes en sleeves) drie zijlijntjes aan. Maak de 2 bovenste zijlijntjes zo’n 15 cm. korter, hierdoor fungeert je onderste haaklijn als het ware als een soort sleeplijn. Deze dwarrellijn komt het best tot zijn recht op het moment dat er een pittig tij loopt. Juist omdat tong zo’n kleine scheve bek heeft is het raadzaam kleinere haken te gebruiken. Zelf heb ik twee favoriete haken. De Gamakatsu LS-5013F nummer 6 en de Saltwater-Hook van Mustad (blauwe uitvoering) nummertje 3. Gebruik voor de aaslijntjes een lijndikte van maximaal 45/00 mm. Voor de body van de onderlijn een lijndikte van 70/00 mm.

Lood
Dan het lood. Ons lood kan zoals bij vele takken van de zeevisserij vangst bepalend zijn. Heb je te maken met een gierende getijdestroom, gebruik dan altijd (klap-)ankerlood. Dankzij de ankers wordt de onderlijn maximaal tegen de bodem gedrukt waardoor je je vangkansen zondermeer vergroot. Op het moment dat de stroom wat minder wordt kun je gebruik maken van rollood. Voordeel hiervan is dat je een groter gebied afvist.


                                                                       

 

                                                                       

Materiaal.
Voor de tongvisserij kunnen we gebruik maken van een gewone strandhengel voorzien van dito zeemolen. Vis je met een nylon hoofdlijn kies dan voor een lijn dikte van maximaal 35/00 mm. Kies je voor een dyneemalijn dan is 15/00 mm. meer dan voldoende. O ja, niet vergeten op beide uitvoeringen even een voorslag van 70/00 mm. te plaatsen. Maak je voorslag niet langer dan één maal je hengellengte + een meter. Hierdoor heb je de minste weerstand tijdens de worp. Vis je rond een gebied met veel steenstort dan is het raadzaam om voor een molen met een hoge inhaalsnelheid te kiezen. Je kunt hiermee meer kracht zetten waardoor je de vis makkelijker van de bodem draait en dus de kans op vastlopen kunt beperken.

Nylon of dyneema.
Juist de manier van vissen maakt vaak het verschil. Laatst we visten met de boot rond de Maasvlakte. Het was een prachtige avond, gevolgd door een dito nacht. De vangsten wisselden sterk. De weegschaal was zondermeer weer top, maar je ving eigenlijk alleen veel vis als je veel, heel veel lijn gaf. Hierdoor werd je lijn goed tegen de grond gedrukt waardoor je een perfecte aasaanbieding kreeg. Deed je dit niet, dan ving je gewoon 50% minder! Zelf viste ik met dyneema lijnen terwijl mijn vismaat uitsluitend met nylon viste. Oke, mijn aanbeten kwamen ondanks de brede bocht in mijn lijn perfect door, maar toch ving mijn maat meer vis dan ik. Logisch want de dikkere nylon lijn vangt meer stroom, waardoor hij dus nog beter tegen de bodem gedrukt word. We vingen die nacht enorm goed. Natuurlijk heeft dit ook met de stek te maken, maar juist die grote bocht in onze lijn is op zo’n moment vangstbepalend! Zelfs op het moment dat de getijdestroom helemaal wegviel, bleven we op deze manier gewoon door vangen. Ik geef toe dat de beetregistratie tijdens het dode tij vrijwel nihil was, maar opvallend was wel dat bijna iedere trek toch vis opleverde! (wordt vervolgd)