**KLAAR**              Megasnoek               74

Megasnoek 74

Door Co Sielhorst

21 februari 2004.
Geen midweek. Zelfs geen zaterdag. Waar ben ik aan begonnen? Ik moet me in de meest asociale bochten wringen om er deze week een visdag uit te persen.
Zaterdag snoeien. Een enorme rij knotwilgen langs een van onze wateren dreigt veel te zwaar te worden. Een stekelig bos besluipt het belendende perceel, kan ook niet langer doorgaan zo. Ik heb in het verleden zelf aangedrongen op meer natuur langs de toen nog kale plas. Nu staan er populieren, elzen, knotwilgen en een vreselijk woekerend struikgewas met vlijmscherpe doornen. Vogels lijken dit allemaal wel te waarderen. Overal hangen nog restanten van nesten van vorig jaar. Het is behoorlijk doorwerken. Een vakkundig team met kettingzagen is haast niet bij te houden. De knotwilgen zijn heel rap van hun veel te zware last bevrijd. Als de laatste stompen er af gezaagd worden lees ik de jaarringen. Vijf jaar niets aan gedaan. Om en om en dan ieder jaar is veel beter. Wordt het ook niet ineens zo kaal. De doornstruiken zijn veel erger. Afzagen gaat nog wel maar waar moet die troep heen? Hoe hou je het in godsnaam vast? Er staan tien centimeter lange vlijmscherpe stekels op. Hier is geen handschoen tegen bestand. Nu is ook duidelijk waarom die man met de zaag er bij loopt als een Japanse zwaardvechter. Een helm met een onbreekbaar scherm voor zijn gezicht. Een stevige flap die zijn nek en schouders beschermd. Na een uur sjouwen zitten mijn handen vol bloedende gaten. Dan stort er ook nog een dode tak uit een boom. Gaten in mijn handen, een gat in mijn kop. Nog even en ik kan heel aardig een bijbels tafereel uitbeelden. Het gaat wel heel snel allemaal. Halverwege de dag kunnen we terugkijken op een geslaagde klus.

Zondag ben ik moeilijk uit mijn bed te branden. Overal spierpijn en nog steeds pijnlijke handen waar nog verschillende doorns inzitten. Ik ga lekker een poosje aan het plasje in het dorp zitten. De eerste aanbeet komt op een staartstukje van een sardien. Wel aan een staaldraadje. Ik reageer meteen. Het kan net zo goed een snoek zijn. De aanslag komt goed aan. Lekker stevig. Dan even niets. Heel traag komt er iets op gang. Dit is groot! Een zware stamp. Dan is het ineens over. Ik krijg de sardien weer terug. Mankeert helemaal niets aan. Duidelijk weer een snoekbaars dus. Het zijn grote vissen. Ik heb er nog niet één gezien maar wat ik voel zegt alles. De andere hengel ligt op de pieper. Geen dobber deze keer. Een loodje boven het stukje vis levert wat extra meters op. Er zit geen staaldraad boven de vis. Er zitten wel twee haken in. Forse enkele haken.

Ineens die langgerekte lage toon. De lijn vliegt van de molen. Ik beuk er recht tegenin. Even een paar sjorren en wéér valt er een vis van de haak. De twee haken blijken heel diep in de sardien begraven te zitten. Zo gaat het niet lukken. Ik ga weer sleutelen. Het sardienstaartje gaat weer aan elastiek. Heel kort, zodat de haak boven op de sardien komt te liggen. De bovenste haak hangt aan een bledknoop. Het uitstekende losse eind maak ik extra lang. Hier knoop ik een dreg aan die ik losjes in de vis prik. Zo ziet mijn aasaanbieding er stukken gevaarlijker uit. Waarom heb ik dat niet meteen gedaan denk ik nu. Onder het geknutsel let ik steeds goed op de dobber. Flits daar gaat de dobber weer. Hier zit wel staaldraad boven de vis. De dreg zit nu losjes in de vis geprikt. Het is vast weer een snoekbaars. Hij laat de vis liggen. Ik verplaats de dobber iets. Meteen vliegt hij er weer op. Ik gok het en haal uit. Weer is en heel stevig contact. Het duurt nu veel langer. Ik win een aantal meters. Zit al uit te kijken of ik niet te dicht langs de overhangende struiken kom. Dan is er toch weer die ziekmakende leegte. Weer rolt de vis van de haak.
Er volgen nog drie aarzelende aanbeten op de staaldraad montage. Er gaat er niet één meer door. Misschien hebben alle grote snoekbaarzen nu wel een tik op hun neus gehad. Ik pak pas in als ik de dobber niet meer kan zien. Vreemd dat ik op de subtielere nylonmontage geen beet meer gekregen heb. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de pieper kleine aanbeetjes niet signaleert. Ik heb alles al ingepakt. Ik pak als laatste de wakerhengel op. Heel rustig begin ik te draaien. Vlak voor de kant een dreun. Ik schrik me wild. Spetterende dril. Ik denk dat het een snoek is. Klopt. Een felle rakker. Net geen negentig. De dag is gered. De nylonlijn is heel gebleven. De dreg zit op het uiterste randje. Voor die snoekbaarzen kom ik beslist nog een keertje terug.

                       


“Voor de rest was het een woest weekje”


 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -