KarperPassie 237

KarperPassie 237

Door Co Sielhorst

Ik krijg eindelijk het gevoel dat ik weer grip kan krijgen op de polderkarpers. Herinner me azende vissen van ver voorbije dagen. Ieder plantenveld wordt doorgespit. Karpers zuigen broodkorsten dwars door plompenbladeren heen. Ondoordringbare plantenmassa’s worden opgetild om een aasje te kunnen pakken.

Heb er zelfs een naam aan gegeven: ‘Tenten’, een werkwoord dat niet in de Dikke Van Dale staat. Zelfs bij nacht en ontij smakken karpers broodkorsten van de oppervlakte. Ik heb op geluid gevist, midden in de nacht, met de lijn tussen mijn vingers. Bloedstollend spannend. Het lukt zelfs op het Amsterdam-Rijnkanaal. Gewapend met een halve vuilniszak brood leg ik voersporen aan die vroeg of laat door karpers ontdekt worden. Het is lang geleden dat ik van karpers heb genoten die zich zo laten zien.

Nu lijken vervlogen tijden weer te keren. Ik zie en hoor azende vissen. Er is iets veranderd in de polder. Er groeien forse velden fonteinkruid. Nieuw voor deze polder. De vissen voelen zich hier kennelijk op hun gemak. Beschutting en natuurlijk volop voedsel. Dat biedt mooie mogelijkheden voor oppervlaktevissen.

Het is naar mijn smaak de mooiste manier van vissen. De spanning is te snijden als een vis in de buurt van mijn aasje komt. De broodkorst is lang favoriet geweest, maar heeft ook nadelen. Brood wordt snel week. De opgerolde buitenkant van stokbrood blijft nog vrij lang stevig. Nu zijn er betere alternatieven. De huisdierbrokken zijn getest en in orde bevonden. Vissen zijn ook geïnteresseerd. Kapot gebroken brokken worden besprongen door ruisvoorntjes.

Op naar de polder dus. Het is rustig als ik de autodeur voorzichtig dicht doe. Er dreigt wat donkere narigheid in de verte. De koeien hebben er geen last van. Ze komen vredig aansjokken. Die komen niet vaak buiten. Ze zien er allemaal uit of ze net opgepoetst zijn. Geen horens. Nummerplaat in hun oor. Opmerkelijk is de halsband die ze allemaal om hun nek hebben. Ik vraag me af wat hier de bedoeling van is. Ik denk niet dat het een soort stroomstootwapen is. Kan niet, dan wordt de melk zuur. Afstandbediening dan? Daar kan ik me niets bij voorstellen.

Karper aan de overkant. De vis koerst de sloot aan de overkant in. Negeert mijn brok volledig. Wat voeren om de boel aan te slingeren maar. Ik reken vandaag nergens op. Geniet gewoon van de zon die nog volop schijnt. Opmerkelijk, alle koeien gaan in galop strak in het gelid naar de stal. Dus toch een afstandbediening. Ze krijgen duidelijk een signaal en reageren daar enthousiast op. Dat moet iemand me toch eens uitleggen…

De donkere wolken sluiten zich boven me. Ik ga de poncho uit de auto halen. Voor ik me erin gewurmd heb staat het water in mijn stoel. De volgende dag ben ik er weer. Mijn broek zakt af. Ik zie een volledig kale polder. Alsof er een scheerapparaat overheen is geweest. Ik kan hier nooit zo goed mee omgaan. Verderop zie ik ook een maaiboot langs de kant liggen. Dit maakt de ramp compleet. Laat de polder maar zitten. Ik ga naar een oud fort.


Dit maakt de ramp compleet. Laat de polder maar zitten…

Hier krijg ik weer nieuwe moed. Het is wollig begroeid met brede plompenvelden langs de oevers. Overhangende bomen, ondoordringbare braamstruiken, zwaar doorhangende vlierbesstruiken. De bessen zijn zwart en overrijp. Smaken niet eens zo slecht. Langzaam maar zeker krijg ik een indruk van de brede plompenstrook. Er zit nogal wat beweging in. Traag draaiende bladeren geven aan dat er een handvol vissen actief is. Allemaal karper? Ik weet het niet. Een zware roffel en een dikke dreun geven duidelijkheid. Dat is er zeker een. Ik heb de vijftien voet penhengel bij me. Niet echt handig voor dit water, maar ik hang een brok onder de pen en schuif de loodjes omhoog.


Hier krijg ik weer nieuwe moed.

Ik kijk het een poosje aan. Voer een paar brokken en wacht op reactie. Na een uurtje kan ik drie soorten actie van de vissen onderscheiden. De eerste is totaal negeren. De tweede is een lome kolk. Derde is een woeste dreun. Er is dus veel te zien.

Een stel meerkoeten krijgt slaande ruzie. Ze vliegen elkaar in de veren. Ze stuiven door de oppervlakte. Hier schrikken grote vissen van. Met een dikke paniekgolf gaan ze ervandoor. Ik geloof niet dat het vandaag gaat gebeuren. Toch blijf ik zitten en snuif de nazomersfeer op. Tientallen libellen stunten hier in de luwte. Het zijn allemaal paardenbijters. Hoe komt dit beest aan die naam?

Libellen eten insecten. Ze zijn dol op vliegen. Vee wordt vaak omringd door vliegen. Horzels en andere soorten. In een ver verleden dacht de boer dat deze soort libellen rond vee hing om vooral paarden te steken of te bijten. Dat is natuurlijk niet zo, maar zie maar eens van een foute naam af te komen.

Ik ga sleutelen aan de aasaanbieding. Een loodje van tien gram moet de brok op vijf centimeter van de bodem houden. Het wordt vast lood. Mijn idee is om aas en lood midden in de planten te gooien. Zwaar lood geeft de vis een houvast om de haak kwijt te raken. Heel licht lood kan de vis misschien verwarren.

De volgende dag ben ik er weer een paar uurtjes. Het is ruig. Het populierenbos achter me raast en kraakt. Er zijn gewoon weer een paar vissen actief in het dikke plantenveld. Ik plof mijn brok net achter de eerste bladeren. Reken op een explosie bij een aanbeet. Mijn verbazing is groot als na een half uur mijn lijn zich heel langzaam strekt. Mijn handen zweven boven de hengel. Het feest gaat niet door. Ik laat de boel nog even liggen. Dan bekruipt me het gevoel dat er geen aas meer onder mijn haak hangt. Ik draai en loop vast.

Met grof geweld kom ik los. Brok weg natuurlijk. Kijken wat er gebeurt als ik twee brokken onder de haak hang. Perfect, het geheel zinkt nog steeds. Ik blijf nu buiten de plompen. Mooi worpje, strak tegen de planten aan. De lijn hangt losjes voor de top. Aan de overkant beweging achter de planten. Strak in het kantje zijn overduidelijk een paar vissen actief. Het zijn duidelijk karpers.

Een oranje staartlob neemt iedere twijfel weg. Een paar minuten een tweede karper, deze heeft een diep bronzen staart. De beweging van de lijn ontgaat me niet. Tot twee keer toe begint de lijn zich te strekken. Ik twijfel. Hakken of wachten op een volle run. Ik weet één ding zeker. Dit is weer helemaal mijn water.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -