image description

Kantsnoek 114

Kantsnoek 114  

Door Sjak Kroet  

Het is zondagochtend 10 december, ik zit nog met mijn vingers in de diepvrieskist.

Wat ingevroren voorns en een aantal kleine makreeltjes gaan vandaag mee. Tja, zo meteen ga ik toch echt lekker dobbervissen, die winterse taferelen prikkelen mijn snoekvisinstinct. 

Het is dan ook net of dat ik dan alles te gelijk wil doen: pakken, laden, autorijden, plan bedenken en dan vlug de auto parkeren bij een prachtige windmolen…Cultureel Hollands Erfgoed!


Windmolen….

Tja, deze Korenmolenaar is met tijden nog steeds actief, een oude ambacht van weleer. De beek die hier onder de weg doorloopt is bij de molen maar een smal slootje. Stroomopwaarts waar het gemaal al het water opvangt en verdeelt in een aantal aanliggende sloten, ligt ook een mooie brede zone en daar ligt voor mij vandaag de startlijn.


Startlijn!

Om struinend vanaf de kant, vandaag door de sneeuw, in het kleine water te speuren naar snoek met een dood aasvis moet je vooral zorgen dat je weerstand naar het dode aasvisje beperkt blijft. Je aasvisje is eigenlijk het driftgewicht van je fladdermontage. 

Hierdoor creëer je de maximale controle als je slepend in ondiep viswater via de stroomnaad stroomafwaarts je dobber achterna loopt. Je dobber fungeert dus eigenlijk als een zoekend oog om zowel de aanbeet te registreren en als checkpoint waar de snoek zich bevind tijdens de dril. 

Dit alles maakt dat je dus met een heel kort lijntje slepend kunt vissen. Je kunt direct de haak zetten als je fladdervisje wordt opgeslokt en de dobber de diepte in verdwijnt. 

In al die jaren dat ik met deze fladdermethode de wintersnoek belaag, hebben er al heel wat ‘dressuur’snoeken toegeslagen. 

Achter het gemaal maar ook in de diepere zone drijft mijn dobber ongeschonden rond. Om verder stroomafwaarts te slepen moet ik eerst effe de weg oversteken en door een stevige sneeuwbui, het hoekje om….

Het hoekje om….

Langzaam volg ik mijn dobber, soms iets afremmen zodat het dode voorntje kort in de bovenste waterlaag verleidelijk opbolt en dan weer door. Ineens versnelt het dobbertje zomaar een aantal meter, de spanning stijgt, een rimpeltje…. 

Pang en weg is de dobber…beet! Ohhh, wat een dobbermoment als ik het signaal kort volg. Doorhalen, hangen, een wolk van bodemvuil spat uiteen. Een vette dril volgt, niet meteen een monstervis maar wel een prachtige sneeuwsnoek.


Sneeuwsnoek!

Maar meteen terugzetten en zeker niet te lang op de kant deze beauty. Tja, dit is echt heel anders vissen dan met kunstaas! Je krijgt nu ook aanbeten waar je normaal gesproken geen snoek verwacht. 

Zo en nu een lekkere bakje koffie, een lekkere gevulde koek erbij en effe genieten van dit prachtige decemberlandschap!


Decemberlandschap!

Tijdens mijn koffiepauze denk ik aan het dobbersignaal van zonet…. Gewoon niet normaal en dat in kniediep viswater, verslavend is het hahaha.

Na de koffie nader ik dobberend een kilometers lange open zone. De beek stroomt hier gestaag verder en gaat onder de weg door. Het is hier ook een stuk breder, dieper en net voor de duiker is er plots een opleving van wegspringend speldaas. 

Kleine baarsjes volgens mij. Meestal zijn dit de idealen ligplaatsen in de winter voor de snoek. Secuur laat ik mijn dobber meerdere malen passeren, zelfs een eindje onder de weg door. Maar het dode aasvisje wordt niet opgezogen. Misschien aan de overkant….


Overkant….

Hier gaan de hakken toch iets stevig de sneeuw in. Met mijn drie meter lange hengel van Spro stuur ik de snoekdobber perfect over de stroomnaad. Ik controleer nog snel even de slip van de supervette Stella 5000SW, laat het dode voorntje verschillende keren terugkomen…. Tjonge, wat een verleiding…. 

Maar helaas, de hoge verwachtingen worden hier niet ingelost als mijn dobber langzaam verder kabbelt over de winterse waterspiegel. Waar zeker een snoek huist maar hoogstwaarschijnlijk ligt deze al met een volle buik stil op de bodem.

De avond valt en het idee dat ik volgens mij al een heel eindje ben afgedwaald door de sneeuw, blijkt tijdens de looproute terug naar de auto. 

Tja, het is moeilijk stoppen voor mij als ik aan het snoekvissen ben maar dat zei mijn moedertje vroeger ook al, als ik in de winterkou op het fietsje, pas in het donker thuis aan kwam haha.

Zo en nu de auto laden! Laarzen uit, schoentjes aan en rijden; ben ik nog net voor het donker thuis. Volgende week dobberen we verder. Nu de dagen nog korter worden en de nachten kouder zullen zijn, zal de honger van de snoek toenemen. Komt dat goed uit: makreel, spiering, en voorn heb ik in de aanbieding….

Tot dan!