image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip: Deel 31 Loppa sept.2021

Tekst en fotografie: Geert Luinge
 

Hallo vismaat.  

We zijn net terug van een spannende vistrip naar het verre noorden van Noorwegen, waar we met 4 man vanuit een boot gingen zeevissen vanuit Loppa Seafishing in Bergsfjord,  gericht op heilbot, kabeljauw en grote koolvissen, met vier verschillende technieken.    

Ik zal je wat plaatjes laten zien van de omgeving, we gaan een paar mooie vissen vangen en we zullen eens evalueren welke lessen we in de praktijk hebben bijgeleerd.  

Het nietige dorpje Bergsfjord heeft amper 70 inwoners, het ligt aan de voet van een ijskoude gletsjer en is alleen per boot bereikbaar (geen autoweg er naartoe!). Je zit hier zo'n 600 kilometer  boven de poolcirkel, dus dit is zo'n beetje het einde van de bewoonde wereld.  

Deze week waren er nogal barre weersomstandigheden. Op de foto's kun je dat niet zien, omdat ik bij hevig geklots en gespetter mijn dure camera in de tas liet.  

Ik dacht dat we het met de smartphone wel zouden kunnen vastleggen... maar moderne electronica en zout zeewater zijn geen goede combinatie. Mijn phone is wel waterdicht, maar tijdens een plenzende regenbui werken de toetsen op de display niet korrekt doordat je vingers nat zijn en dan krijg je allerlei foutmeldingen,  dus een fatsoenlijke foto maken met een smartphone tijdens klote-weer is verdomd lastig.   

Dit was eerlijkgezegd ook de ruigste trip die ik ooit meemaakte (en ik ben heus wel wat gewend), maar er stond dagenlang een forse wind op zee, het regende soms urenlang, de afstanden waren kilometers lang, de eilanden groot en de wateren diep. De hevig hotseklotsende golven maakten het niet makkelijk om een visje te vangen. En een ècht grote vis...? ... een héle grote heilbot ?.... zouden we die wel boven water krijgen ?

Hieronder zie je wat plaatjes van de vissen die onze vistrip opsierden. Een grote gul voor Geert, een kanjerkoolvis voor Leo, een holy heilbot voor Peter en een puike platterik voor Chiel. Maar daarna wou ik je toch ook wat ander natuurschoon laten zien en een paar tips-uit-de-praktijk geven waar jij misschien later wat aan hebt, als je ook zo'n ruig avontuur mag meemaken.

Het vangen van een kabeljauw of een heilbot van over-de-meter is eigenlijk een optelsom van 3 belangrijke faktoren, die alledrie moeten meezitten. Ten eerste is er de juiste plek op de kaart, de stek, de bult of het plateau waar de boot overheen drift. De beste stekken kun je tegenwoordig haarfijn opzoeken op de gratis gedetailleerde waterkaarten van bijvoorbeeld  www. kart. gulesider.no  dus dat is een eitje. Zoem in op de kaart, klik rechtsboven op Sjokort,  zoek gewoon naar een bult die omgeven wordt door diep  water... en bovenop die bult hangt vrijwel gegarandeerd een school vis. Kat int bakkie.  

Ten tweede is er het (kunst)aas dat op de juiste diepte moet worden aangeboden in verschillende vormen, kleuren en gewichten. Daarbij ben je steeds afhankelijk van de wind en de stroming, zul je downstream moeten ingooien om vertikaal onder de boot te kunnen vissen en zul je het gewicht van de loodkop steeds moeten aanpassen. Maar dan... bijna onvermijdelijk... Beng ! .. Doiink...Jjank... Gier... Bonkbonk... Spetterspetter... wordt er weer een hele beste  vis gevangen. 

Na de heilbot (die onbetwist op nummer 1 staat) is de koolvis de sterkste vis die je hier in Noorwegen kunt vangen. En dan heb ik het niet over de ukkie koolvisjes die je als aasvis kunt gebruiken voor de heilbot,  maar over kanjers van 'over de tachtig'. Die zijn veel sterker en sneller dan elke kabeljauw en ze hebben meer uithoudingsvermogen dan alle andere soorten. Lengen, lommen, zeewolven en de rest kunnen qua dril niet tippen aan de koolvis (misschien dat een grote zalm of een hele grote tarbot nog ietsje sterker is, maar daar heb ik helaas geen verstand van).  

Grote koolvis is echt een genot om aan de lijn te hebben. ... en meestal zwemt zo'n vis niet in zijn uppie...  dus dat wordt een knokpartij met gierende slippen, hoepelkromme hengels, dolle driltaferelen en keihard klapperende kanjerkoolvissen. Wat een feest.

Ten derde is daar de vraag of het gebruikte materiaal, dus de hengel, de slipkracht van de molen, de breeksterkte van de lijn, de wartels, de splitringen en de haken...of die wel sterk genoeg zijn om een grote vis de baas te blijven.  

Wij hebben deze week 2 hele grote heilbotten verspeeld door lijnbreuk. Ik zeg het eerlijk. Daar balen we nog steeds van en het is niet goed te praten. Een gloednieuwe lijn met een trekkracht van 9,4 kilo ... werd op een goed afgestelde molen ... door een boze heilbot toch zómaar aan flarden getrokken. Onbegrijpelijk, maar shit happens. Dus dan kun jij wel nagaan hoe sterk een heilbot is en hoe perfekt je materiaal moet zijn om de brute kracht van zo'n kanjer te temmen.

De tweede mega-sterke heilbot die we eraan kregen... en verspeelden... die sloeg met zijn staart zó hard tegen de lijn, dat de knoop van de voorslag brak. Op het moment dat zo'n heilbot van anderhalve meter wegzwemt en door de slip giert... klappert zijn platte staart keihard tegen de lijn,  en als je dan een te-korte onderlijn (dus minder dan anderhalve meter) hebt gemonteerd... dan gaat het grandioos fout. Dus de volgende vistrip gaan we nóg sterkere lijnen en nóg langere onderlijnen meenemen voor de àller heiligste botten. Lesje geleerd.  

Gelukkig vingen we deze week wel 12 mooie heilbotten en we zagen er minstens evenveel in het kraakheldere water achter ons kunstaas aanzwemmen... zonder dat ze het pakten... dus dat was dolle pret en diepe frustratie tegelijk. 

Peter had voor een prikkie een partij felgroen lichtgevende shads op de kop getikt en daarmee ving hij werelds goed. Hoe dieper het water, hoe donkerder, dus hoe meer een lichtgevende shad zal opvallen. Ja, dat werkte donders goed, die fluoshads.  

Nou kun je natuurlijk nooit voorspellen aan welk kunstaas welke vis gaat hangen, dus in de praktijk zal het best wel eens gebeuren dat je van plan was om gewoon een paar maatse gullen  te tikken, maar zomaar opeens blijkt dat een heilbot van anderhalve meter je kunstaas heeft gepakt... en daar was het materiaal eigenlijk niet op berekend.  

Ik weet nog hoe ik tijdens een vorige vistrip bij de Lofoten met mijn lichte spinhengel eventjes een koolvisje zou vangen, dat ik daarna als aasvis aan een stevige heilbot-pook zou gaan hangen... maar het mini-pilkertje dat bedoeld was voor een koolvisje van ongeveer 30 centimeter werd keihard gegrepen door een loodzware heilbot van over-de-meter. Dat was niet de bedoeling. Niet op deze hengel en niet op dat molentje en niet met die dunne lijn. Maarja, je hebt nou eenmaal niet alles in de hand. Hier in het hoge noorden zwemmen mosterlijke mega-vissen rond die te groot en te sterk zijn om uberhaupt aan een hengel te kunnen vangen.

Onze Chiel had zich voorgenomen om deze vistrip eens te gaan vissen met een dobber op zee. En dan heb ik het niet over geinig geepvissen met een dobbertje aan het oppervlak, nee... serieus vissen op het diepe... op de heilbot... met een grote dobber... of met een ballon ( in geval van nood is een condoom trouwens ook bruikbaar voor deze heilbotvisserij, maar daarover later meer). 

Maar laten we bij het begin beginnen. Het opperhoofd van Loppa Seafishing is de sympathieke nederlander Cornelis de Wilde, die niet alleen een gezellige babbelaar, maar ook een ervaren zeevisser, een fervent jager, een kundig botenbouwer en een technische duizendpoot is, dus met zo'n man kun je wel naar de noordpool en omstreken.

In het middle-of-nowhere dorpje Bergsfjord is deze doorgewinterde Hollander een rots in de branding en de huizen en boten die hij samen met zijn vrouw Patricia verhuurt zijn pico bello in orde. Nog nooit zag ik een vis-fileer ruimte die zo handig ingericht en zo brandschoon was, en een boot met een vette BBmotor van 150 pk is wel èrrug comfortabel, en een boot met een kajuit erop is echt héél lekker als het kutweer is. Tijdens het varen effies opwarmen en een bakkie doen in de kajuit ... dat is de accu die jou weer oplaadt voor de volgende vis. 

Zo'n kajuit is een stuk prettiger dan een open boot, waar je tijdens het verkassen op zee de wind van voren krijgt en je na een zeiknatte hobbeltocht over de golven meestal moet bijkomen van de rit. Op een boot met een kajuit kom je bij tijdens de rit. Even gezellig overdekt kleppen met de mannen, een droge uit-de-wind plek voor je boterham, je bakkieleut  of een andere oppepper...en dan straks weer gáán met die hengels. Ja, een kajuit is echt een pluspunt. Eigenlijk zelfs noodzakelijk als je hier in het hoge noorden onder barre omstandigheden gaat vissen. 

Toen we de haven uitvoeren pakten we de gedetailleerde waterkaart erbij waarop ik thuis vantevoren alle markante stekken had aangegeven met een letter (de 26 letters van het alfabet waren te weinig om alle interessante stekken te markeren), dus lieten we de windrichting bepalen waar we zouden beginnen. 

Nou hadden we viavia gehoord dat er een interessant scheepswrak ligt op de bodem van het Frakkfjord, waarboven het vaak wemelt van de vis, dus daar gingen we eens een kijkje nemen. Dat ding ligt op een meter of vijftig diep en steekt duidelijk boven de bodem uit, hadden ze ons verteld. 

Nou, dat wrak hadden we inderdaad gauw gevonden. Dankzij ons gedane huiswerk en vooral ook dankzij de moderne electronica aan boord ...want dat is echt een godsgeschenk.  

Als je bedenkt hoe onze voorvaderen vroeger eeuwenlang hebben geklungeld met grove kruispeilingen, waarbij de ligging van een wrak meestal na jarenlange ervaring werd overgeleverd van vader op zoon... Tegenwoordig druk je gewoon 3 seconden op een knop... het systeem wordt opgestart (vanaf nu snapt eigenlijk niemand meer hoe het precies werkt) ... er verschijnt op de monitor een bodemlijn in beeld die plotseling omhoog gaat... en er ligt inderdaad een wrak op de coordinaten die je op internet gratis had gevonden. Zo makkelijk is dat tegenwoordig. Wat zijn we toch verwend !

Dus toen er op de fishfinder een vertikale kolom van vis boven het wrak verscheen... zakten de shads en pilkers pijlsnel naar beneden... om halverwege gearresteerd te worden door een gulzige gul of een kneiter van een koolvis. Het was meteen bingo en specto en yolo ! 

Zelf deed ik ook een bescheiden duit in het zakje, want met een koolvis van een meter kun je een aardige partijtje knokken. Deze koolkanjer ging er zó resoluut van door, dat op mijn molenspoel de backing verscheen en we met de boot er achteraan moesten ... ware het niet dat die koolvis opeens rechtsomkeert maakte en als een torpedo terug kwam zwemmen... onder de boot door schoot en me vervolgens alle hoeken van het fjord liet zien. Wat een knokker.

Enfin, zo kunnen we nog wel even doorgaan. Alleen kan ik je niet meegeven hoeveel geluk en plezier het geeft om daar in het ruige noorden zulke sterke vissen te mogen vangen. In een omgeving die zo indrukwekkend, zo groots, zo ruig en wild is. 

Ik moet helaas toegeven dat de heilbotten die we vingen niet het staldeur-formaat hadden waarover we hadden gedroomd, maar aan de juiste hengel geeft zo'n platte krachtpatser een heleboel strijd... en daar gaat het uiteindelijk om. We hebben alle gevangen heilbotten ook weer puntgaaf springlevend teruggezet.

Dus ik maakte een kiekje van Leo met zijn nieuwe Noorse vriendin (moet je trouwens zien hoe wijd de bek van zo'n heilbot kan) ... maar op de achtergrond verscheen opeens een witte stip op de berghelling... Eerst dachten we dat het gewoon een witte steen was, maar bij nader inspectie bleek het een kudde wilde rendieren te zijn, waarvan enkele al hun witte wintervacht hadden aangetrokken. 

Je snapt wel dat die rendieren èrg ver weg waren, bijna te ver voor mijn telelens, want het landschap is hier echt zó enorm groots, zo indrukwekkend en uitgestrekt. Heel Amsterdam zou gemakkelijk in zo'n Noors fjord passen. Hier in de Noorse wildernis is er zó veel ruimte, dat kun je je als Hollander bijna niet voorstellen. Te absurd om te bevatten... zo groot zijn die bergen... en zo klein ben jij in je bootje. 

Terwijl we zo lang mogelijk bleven doorvissen ging er weer een dag voorbij. Een dag waarop we volop hadden genoten van het avontuur, de mooie vangsten en de wilde Noorse natuur om ons heen. 

Hoog in de lucht cirkelde een zee-arend die op zoek was naar prooi en in de boeggolf van de boot dartelden wilde dolfijnen die met ons meezwommen. Weet je wat moeilijk is ... een scherpe foto maken van een langszwemmende dolfijn. Wat zijn die beesten snel, wendbaar en onvoorspelbaar. Ik heb echt mijn best gedaan voor een acceptabele kiek, maar dit lijkt eerlijkgezegd nergens op. 

Maar... wat ben ik toch blij dat vissen mijn hobby is. Er is altijd weer iets spannends te beleven. Er is altijd wel iets bijzonders te zien, er gebeurt altijd iets onverwachts en ... het is nooit saai ! 

De volgende keer vertel ik je meer over deze bijzondere vistrip naar het hoge noorden.  

Voor nu welterusten. 

Vissersgroeten van Geert Luinge : email:  g.luinge2@upcmail.nl

Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via > deze link

 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Zicht op zeebaars: Wat een drama voorjaar!
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Weerzien
Willem Moorman -