image description

De Allrounder : Een voormiddag met een geleend kunstaasje ( Deel 3 )

De boterhammen gaan er in als zoete broodjes, maar we hebben ondertussen zicht op nog meer sloten om aan te vallen, dus al gauw nemen we weer de hengels ter hand

In een smalle erg begroeide sloot krijgt Wim het al gauw aan de stok met een constant springende snoek. Altijd leuk om dan te proberen om op het juiste moment de ontspanknop van de camera in te drukken.

We gaan daarna een wijk door waar we beiden veel van verwachten. De sloten lijken er echter uitgestorven. Geen kolk, geen volger, en al helemaal geen aanbeet. Nochtans zit er een pak kleine aasvissen, we snappen er niets van. Wat verder op vang ik dan een snoek op een stek waar ik nooit eerder een aanbeet kreeg. Snoeken blijft zoeken, en ze vinden is het leukst   . De aanbeet was niet hard, eerder gewoon een verzwaring op de hengeltop. Een mens zou dit niet direct verwachten op een zo nerveus aasje als deze Crazy Crusher. Of kwam de vis toch met spoed gewoon van achteraan over mijn aas geschoven?


Vanaf de achterkant verzwolgen?

Bij een sloot met aan de overkant een zee van hortensia’s voel ik hier en daar wel een tikje halfweg de worpen, maar ik kan niets haken. Ik vis mijn chatterbait extra hoog binnen, en zie een baarsje zijn frustraties afwerken op het klapperende blad van de bait.


De hortensia-stek

Ik besluit om nog maar eens te wisselen naar kleiner aas. Ik weet al waar ik naar zal grijpen. Een mini-spinnerbaitje moet het gaan doen. Met deze Spro Larva plukte ik al aardig veel baarsjes, en ook snoeken blijken er niet vies van te zijn. Het grote voordeel van dit soort aasje is dat ik het door zijn geconcentreerde gewicht toch kan gooien met mijn eigenlijk veel te zware hengel, en dat het ook geen probleem heeft met mijn veel te dikke fluorocarbon onderlijn. Dat het tijdens het binnen draaien ook de lijn niet doet kinken, is zeker ook een pluspunt. Twee worpen later mag er al een eerste baars op foto.


Eerste Larva-slachtoffer

Een kleine tip bij dit aasje is dat je het beste het open oogje vooraan even kunt dichtbinden met bvb een elastiekje of zoals ik het deed met een aantal windingen dyneema, en die daarna te knopen. Uw speld schiet namelijk maar wat graag naast dat oogje, en dan komt dit aasje slingerend naar binnen. Als je met nylon vist en dat aan het oogje vastknoopt is dat niet nodig, maar snoeken blijken die kleine hap ook best te lusten, dus een bite-proof onderlijntje (met speld) is belangrijk. Er volgen nog een paar soortgenoten, zelfde slag als mijn eerste baarsje, maar dan wordt de rest voorzichtiger. Als ik hoog binnen draai zie ik soms nog een volgertje, maar bijten is er niet meer bij. We verkassen naar een aantal sloten die ik enkel ken van op Google maps. Ze lijken ons snoeknamig, maar liggen zowat helemaal dicht met planten en kroos.


Zowat volledig dichtgegroeid

Hier en daar kan ik wel een worpje plaatsen, maar we stappen er meer langs dan dat we vissen; wel goed voor hart en bloedvaten natuurlijk. Op drie plaatsen ontwaren we azende karpers, en ik heb er wat spijt van dat ik al mijn boterhammen al naar binnen speelde. Deze spiegelkarpers leken me met een broodvlok erg gemakkelijk vangbaar. Die is nu echter niet meer voorradig, en als een meerkoet ons dan ook nog eens probeert te verjagen besluiten we te verkassen.


Weg hier jullie!

Ik wijs Wim de weg naar een slotenstelsel net buiten de stad. Alhoewel hier nogal wat sloten erg smal zijn, hebben ze de nodige diepte om grotere rovers te herbergen. Mijn chatterbait is het perfecte aasje om hier nauwkeurig te werpen ondanks de opkomende wind. Al gauw krijg ik mijn eerste er op. Het is bij een oever waar we hoog boven het water staan. Ik zal mij moeten in het gras leggen om de kieuwgreep te kunnen toepassen. Voor alle zekerheid doe ik mijn visjack hiervoor uit, zodat er niet teveel kan uitvallen als ik met mijn bovenlijf naar beneden hang.


De eerste van de nieuwe stek

Wat verderop kom ik bij de kop van een sloot waar we niet langs kunnen. Je kan enkel proberen vanaf deze kop. Ik ving hier nog nooit iets, maar heb altijd het gevoel dat er hier toch iets te vangen moet zijn; temeer omdat hier zo vaak spelende visjes te zien zijn. Dit is nu niet het geval, maar ik ben hoopvol als ik de worp inzet. De tweede worp zet ik zo ver mogelijk weg, en ik ben nog niet goed opgestart als zich een boeggolf vormt achter mijn aas. De boeggolf zwelt steeds meer aan, en ik moet me bedwingen om niet aan te slaan op de zichtbare actie. Dan komt de verlossende “bok”, en ik sla hard terug. Yes!!! Dit lijkt me echt een ferme vis te zijn. De kolken die hij veroorzaakt liegen er niet om. Hij komt enkel naderbij als ik zwaar druk zet op mijn hengel. Die buigt hierbij heerlijk diep door. Ja hoor, dit wordt echt een beste!!.

Ik begin al rond me te kijken om de plek uit te zoeken waar ik de landing kan volbrengen. Zo ver komt het echter niet. Plots knalt de hengel terug, en zie ik de grote snoek met een stevige staartslag de diepte opzoeken. Fu…!!!! Oooch, die had ik graag gehad.

Ik draai mijn losse lijn van achter me in het gras op, en verwacht de weerstand van het kunstaas dat zich wel ergens vast zal gezet hebben in de begroeiing. De weerstand ontbreekt echter, en tot mijn grote verbijstering is het kunstaas weg!!!??? Mijn speld staat wijd open. Ik kan een verwensing niet onderdrukken. Wat is dat vandaag zeg met die spelden? Dat is al de derde keer dat ze voor miserie zorgen. Het ergste is nog dat die snoek er van door is met mijn chatterbait. De snoek zit nu natuurlijk in de slechtste positie, maar ik verwacht en hoop uit heel mijn hart, dat hij die enkele haak snel zal lossen uit zijn bek.

Dat dit aasje “geleend” is, zorgt ervoor dat dit gebeuren nog meer bezwarend aanvoelt. Maar ach, met wat Euries krijg ik dat waarschijnlijk wel goed bij Gunther. Ondertussen is mijn geloof in deze “klabetteraar” echter wel al zo groot dat ik er zeker nog een paar voor mezelf wil. Helaas heb ik die nu niet voor handen, en de visdag is nog maar goed halfweg. Grrmbllll!
De roep: “Jaaa grote vis”, doet me uit mijn negatieve gedachtengang ontwaken. Wim heeft het ook aan de stok gekregen met een stevige vechter.


Jaaa, een grote

De sloot waarin hij vist is niet erg breed, toch krijgt hij die ‘grote’ moeilijk dichterbij. Telkens schiet de vis weer van Wim weg, daarbij iedere keer een aantal meters lijn nemende. De eerste landingspogingen leiden hierdoor tot niets, en het lijkt me beter dat ik even de kromme hengel over neem. Op die manier kan Wim wat gemakkelijker toegrijpen.

Binnenkort deel 4

Bart Debaes