De Allrounder deel 4 De laatste wedstrijd

De laatste wedstrijd 

Door Bart Debaes

Ze geven weinig wind, en daar Kurt nu al weken wacht op dit soort van luwe zaterdag gaat zijn hart ten volle naar het verticalen. Hiermee zet hij zijn kampioenstitel op de helling, maar aangezien ons motto is dat we vissen hoe, en waarop we het moment willen, zal hij morgen in de boot zitten.

Voor mijn bootje staat toch wat teveel Beaufort, dus ik zal wel proberen mijn rangschikking te verdedigen. Ik kon drie wedstrijden niet meedoen, maar de voorlopig derde plaats lijkt me aangenaam om te behouden. Daar Charly deze week om een vismakker verlegen zat, zullen we samen rijden om de twee en een half uur lange rit aangenamer te maken.
 
Bij Charly ligt het verlangen hoog. Hij is een paar maanden geleden geopereerd aan de knie, vanwege een voetbalblessure. De genezing verloopt vlot, maar hij heeft wel wat verloeren vistijd op te halen. Bovendien leert hij graag van me wat nieuwe polderwateren kennen.

Het is zeer gezellig in het café dat de afspraakstek vormt voor de club. Met een dikke twintig man is bijna een mooi deel van onze vereniging aanwezig, en de sfeer zit er goed in. Al gauw zie ik aan mijn kameraad dat hij toch liever aan het water staat.

De eerste stek is voor hem een schot in de roos. Ik sta er op te kijken als hij een zware deining achter zijn shad krijgt. De beet volgt echter niet. Twee worpen later is die golf er opnieuw, met hetzelfde resultaat.

Ik mag een beetje helpen zegt hij, dus vliegt ook mijn aas te water. Het is echter weer bij zijn witte actionshad dat de golf verschijnt. Nu volgt de beet wel.

Bij de aanslag zie ik zijn 10 grams fairplay-hengel dubbel slaan. Wat nerveus staat hij te drillen want het is echt wel een dikke poldervis. Met zijn ene knie die nog niet goed meewil, is het ook niet gemakkelijk om aan de vis te kunnen. Hulp wil hij echter niet, hij wil hem alleen gevangen hebben. Waar een wil is, is een weg, en al gauw mag hij pronken met de knappe vis.


De eerste van de dag.


We trekken een woonwijk binnen. Ik ben aan het vissen met een duplicaat van de eerste Bright baits shad die ik ooit van iemand tweedehands gekocht had. Het was toen een zachtroze exemplaar, en daar ik er bijzonder goed mee ving wou ik er nog zo één.

Daarom zocht ik indertijd dat bedrijf op, en ondertussen leerde ik Joachim, de eigenaar van Bright Baits, al wat beter kennen. Het zachtroze was bij hem geen standaard kleur geweest, waarschijnlijk werd die al eens gegoten uit een deel resten.

Hij zou me er echter voor een prijsje een aantal nieuwe maken. Helaas was hij zo vrij geweest om de rubber wat taaier te maken, daar het voor mij toch om de snoeken te doen was. Zijn bedoeling was goed geweest, maar ik merkte al bij de eerste testdag dat ik ze wel zachter wou.

Hij beloofde me ze te hergieten, maar ondertussen kon ik met deze exemplaren aan de slag. Net zoals ik echter had verwacht kwam de rubber nog wat stijver in het koude water van vandaag, zodat ik niet de actie kreeg die ik wilde. Na een dik half uur zonder beet, kwam ik op een idee. Ik besloot een paar hoeken rubber weg te snijden uit de shadbuik.


Een shad met meer dan één hoek af.


Op die manier kreeg ik wat extra actie, en bovendien zorgen die inkepingen zeker ook voor extra turbulentie. Toeval of niet maar vijf minuten later krijg ik de eerste aanval.


Ze liggen soms graag op versmallingen.


In de versmalling van de sloot ligt een rover die mijn aanpassing weet te appreciëren. Hij is aardig van formaat, maar moet al snel de duimen leggen tegen mijn Opticast 30 grams hengel.


Mijn eerste van de dag.


Een dikke vijf minuten later meldt een volgende vis zich. Die is een stuk kleiner maar levert een feller gevecht. Hij laat zich de eerste keer ook niet pakken, maar uiteindelijk komt hij toch op zijn zij naar me toe. Ondertussen staat Charly al klaar met het fotoapparaat. Net na zijn ‘fotoshoot’ stopt een grote auto naast ons.


Even poseren voor de fotoshoot.


Een man springt er uit, en snelt zich naar ons toe met zijn Iphone 6 in de hand. Hij is een plaatselijke mandataris en had graag een foto van me genomen met mijn vangst. Hij is zeer verwonderd dat hier in die kleine sloten zulke grote vissen zwemmen.

Het instellen, en richten duurt langer dan mijn vangst het belieft. Het wachten beu wipt hij op van mijn vingers. Om de vis zich niet te laten bezeren op de oever, duw ik mijn hand in de richting van het water. De vis valt, maar de verwachte plons komt er niet.

Onderweg wordt de daling abrupt gestopt. De loshangende dreg vond in mijn pink een prima bevestigingspunt. Het gewicht en de valsnelheid zorgen ervoor dat de haak onmiddellijk goed diep zit.


De haak zit onmiddellijk goed diep.


De snoek is ondertussen weer flink aan het kopschudden geslagen. Tijdens dit schudden voel ik de punt van de dreg schrapen over het laatste kootje van mijn kleine vinger. Eventjes paniek, maar ik herpak me als snel. Ik grijp de vis kort in de nek.

Gelukkig zit de andere dreg niet diep in de snoekenbek. Met een kleine ruk wipt Charly hem eruit. Uit ervaring weet ik dat ik nu best niet te lang wacht om de andere haak uit mijn vinger te halen; anders zwelt dit op, en wordt de pijn steeds heviger.

Ik zet de tang er op, en het verstand even op nul. Dat laatste gaat gemakkelijk, ik ben tenslotte Belg. De eerste twee pogingen mislukken, temeer omdat ik schrik heb als de dreg losschiet de andere zich misschien weer elders in mijn huid zal boren. De wet van Murphy, weet je wel.

Ik vraag mijn kompaan om nog eens assistent te spelen. Me veiliger voelend neem ik nu een stevige haal terwijl ik ondertussen zoveel als mogelijk de weerhaak probeer vrij te duwen. Oef, gelukkig lukt dit onmiddellijk. Uit het kleine scheurtje vloeit weinig bloed. Een pleister zorgt ervoor dat ik snel weer kan vissen.

Verderop in de sloot gebeurt niets meer, we verkassen naar een parkje. Een veertiger bewijst me dat hij niet bang is van een roze ingeknipte shad. Wat verderop verwacht ik alleen maar snoekjes van dat formaat dus schakel ik over naar de gele Mepps Syclops van 17gram.

Het blijkt geen slechte zet. Al gauw knalt er een minivis op, maar dicht op de kant schiet hij helaas los. Altijd extra jammer als dit op een wedstrijd gebeurt. Verderop komt een grootte-genoot tot tweemaal toe mijn actief geviste lepel volgen, maar hij kent blijkbaar te goed de zeer vervelende spreuk: “Kijken mag, maar aankomen niet.”

Ik merk een poel op die me hier nog nooit opviel. Een aantal struiken werden verwijderd zodat dit plasje nu wel te zien is. We moeten ervoor door dicht struweel en Charly besluit dat hij dit met zijn knie maar beter niet kan gaan exploreren. Ik moet voorbij een vreemde smidse van een lijster.


Een lijstersmidse.


Normaal slaan zij in hun smidse de slakkenhuizen kapot op een steen, maar deze vogel kan dit blijkbaar ook op een hoopje planten. Er komt van onder een duiker een beekje in het plasje, dus vis zal hier zeker ook wel zitten.

Het water is wel troebeler dan ik dacht van op afstand. Daarom verwissel ik naar een felgele Lusox-spinner. Op de tweede worp komt een keiharde ruk, ik schrik me een hoedje. De grootte van het visje dat naar boven komt staat omgekeerd recht evenredig met de beuk dat het gaf op de hengel, verassend plezant.


De kleine beuker.


Het is ondertussen al middag, en het buikje grolt. Na de boterhammen rijden we naar de stek waar we een aantal jaren terug de opnamen maakten voor NTV: “snoeken in de polder”. (http://www.jachttv.com/video/snoekvissen)

Het is waarschijnlijk van die dag dat ik er nog viste. Terwijl we parkeren duidt ik Charly op de stek waar ik toen een mooie vis kon vangen. Natuurlijk probeer ik die stek als eerste uit. Het blijkt er ondertussen stukken ondieper geworden te zijn.

Een zachte deining wordt veroorzaakt door mijn hoog gevist shad. Er achteraan komt een hogere deining zich vervoegen. De vis volgt een aantal meters, maar blijft dan liggen. Op mijn volgende worp komt hij opnieuw, maar nu volgt wel een tikje.

Slechts heel kort blijft de rover hangen. Lang genoeg om te zien dat dit geen kleintje is. Verdere pogingen lopen op niets uit. “In het terugkeren pak ik hem wel”, opper ik optimistisch.

De ganse sloot is blijkbaar sterk aan het verlanden. Veel stukken zijn niet dieper dan 30 centimeter. De witte shad van mijn broeder in Petrus brengt weer op.


Opnieuw op de witte actionshad.


Mijn gevoel zegt me om de 'Baby Buster' aan de speld te hangen. Nog nooit liet deze jerkbait me in de steek, en nu doet hij dit ook niet.

Vanuit een verbreding komt een rover gesneld die wil weten waar de doffe rammel vandaan komt. Zijn boeggolf is meters ver te volgen. Wat dichterbij de vermeende hap zet hij een versnelling in. De aanbeet komt niet zo hard door als ik verwacht had, maar rover is zeker welkom.


10 Steeds welkom.


Het begint meer te waaien en bovendien ook te regenen. Zo tegen de wind in vissen is het geen pretje. Als er bovendien nog hagelstenen beginnen te vallen weet ik zeker dat ik dat mijn lekker warme, droge hoed vanuit de auto toch beter had meegebracht.

De bui is gelukkig niet van lange duur. Kort voor een T-stuk pik ik erna een grotere vis uit.


Net na de bui komt een aardig exemplaar naar boven.


Op een volgend T-stuk is het de beurt aan Charley. Tot tweemaal toe komt de groenjas op zijn shad gevlogen, maar telkens is het mis. Het water is hier echt troebel, en dit kan wel deels de reden zijn. Op de verder worpen komt geen reactie meer. We vissen nog een paar honderd meter af zonder resultaat.

We kunnen ons op de terugweg dus op twee plaatsen herkansen. Op Charly’s stek geef ik hem vijf worpen alvorens ik ook mijn kans hier zal wagen. Aan twee heeft hij voldoende.


Met die prothese ziet het er behoorlijk hulpbehoevend uit.


De oever ligt wat laag, maar opnieuw wil hij me niet laten helpen bij het landen. Echte sportmannen geven niet gauw op hé. Het ziet er voor mij toch wat hulpbehoevend uit, zo met die prothese, maar het lukt hem prima. Het is opnieuw een knappe vis voor de polder.


Weer een knappe snoek voor de kleine sloten.


Kort bij de wagen is het dan mijn beurt voor de herkansing op de TV-snoek. Op de eerste worp met de baby-buster komt hij al. Opnieuw haak ik hem slechts kort. Nu wordt het zeker nog moeilijker. Ik besluit om te wisselen van kunstaas, in de hoop dat de stevige snoek alsnog een aanval zal inzetten.

Mijn keuze valt op de S-waver van River to sea. Ik viste hier al vele, vele uren mee vol, en weet met mijn ogen toe hoe deze swimbait zal zwemmen op de divers gegeven hengelslagen. De variatie die je hiermee kunt brengen is heel erg groot.

Ik vis nu zo traag mogelijk. Tergend traag gaat het van links naar rechts, telkens met een zo lang mogelijke tussenstop. Het schuddend met het lijf tijdens het zakken, zien veel snoeken als erg verleidelijk.

Als ik tegen de oever aankom heb ik het gevoel dat mijn aas wordt gevolgd, al heb ik daar geen aanwijsbare reden voor. Ook hier probeer ik het harde plastick nog zijn verleidingstrucjes nog te laten demonstreren.

Dan hou ik de bait stil vlak onder de hengeltop. Met zijn neusring hangt hij zo een tweetal seconden tegen het oevergras. Net als ik wil heffen voor een nieuwe worp, knalt het water open. Een grote bek werpt zich omhoog, en sluit zich helemaal om mijn gele aas. Hierna botst de snoekenmuil op de oeverrand.

Direct daarna slaat de kop zich ten opzichte van het lijf in een haakse hoek, en met die beweging wordt de haak ten volle gezet. De twee volwassenen in de kant gooien er gelijk een kinderlijk verraste kreet uit. Instinctief sloeg ik nog eens aan.

Met slechts een halve meter lijn uit de top sta ik de grote vis te drillen. Het gaat hard tegen onzacht. De sloot wordt herschapen in een bruine schuimende moddermassa.

Na een paar minuten schiet de haak los. Waaaw, we zijn beiden te verrukt over het showspel om treurig te zijn over dit losschieten. Ook al is dit een clubwedstrijd, dit had ik echt niet willen missen.

We besluiten de sloot in de andere richting van de wagen ook af te vissen. Heel erg veel beet kregen we nog niet, maar ik ben ervan overtuigd dat het een dag is dat ze sowieso niet zo los zijn. Het is wederom de witte shad van mijn kompaan die de eerste mag vangen.


Wederom op de witte shad.


Een volger op mijn S-waver doet me opnieuw overschakelen naar mijn baby-buster. Het zal geen slechte keuze blijken. De eerste vis komt van op een plaats waar twee evenwijdige sloten elkaar raken. Er ligt bovendien kleine witvis, dus dit is een plekje uit de boekjes.

De lomp aanvoelende aanbeet duidt onmiddellijk op een zware vis. Hij vecht even zwaar als de aanbeet door kwam. Aan de omvang van de groenjas te zien kan deze hier ten volle zijn buikje vullen. Ver zal de vis niet van de 90 centimeter zijn, maar vooral de dikte is imposant.

Als de vis op zijn zijde langs de oever komt roep ik mijn vismaat voor een foto. Net op dat moment voel ik de hengel rechtzwiepen. Ik grijp nog snel naar de snoekennek, maar daar kan mijn hand helemaal niet rond. Ik knarsetand als ik de rover door mijn handen voel verliezen. Wat een pech.

Helaas zal er niet op verbeteren. De volgende snoek is springlustig nadat ik hem heb gehaakt. Bij zijn tweede sprong vliegt mijn jerkbait terug in mijn richting, en een dreg plant zich in de bovenkant van mijn hand. Het vel is hier duidelijk gevoeliger dan de binnenkant van mijn vingers, of is het dan toch de koude die het hem doet?

Met mijn verstarde handen lukt het moeilijk om mezelf te onthaken. Gelukkig zit de dreg nu niet ver over de weerhaak, maar toch moet ik stukken meer pijn verbijten dan deze voormiddag.

De avond valt zachtjes, en de wind is gaan liggen. Wat is het nu aangenaam om in de polder te verblijven. Een rust komt over me, en ik neem ruim de tijd om mijn kompaan wat te fotograferen.


Rust valt over de polder.


Dan wordt het hoog tijd voor onze traditionele brochet-d’adieu. Aan een kruising gooi ik superver in de sloot die haaks voor me uit loopt. Ik bedenk dat ik deze afstand kan behalen omdat ik met deze hengel prima tweehandig kan werpen.

Korte tijd geleden vond mijn linkerhand het kleine ergonomische bolletje onderaan het handvat van deze Arca hengel. Ik kan sinds de aanvangssnelheid van mijn kunstaas voor een groot stuk vergroten.


Het ergonomische bolletje achteraan als werphulpje.


In de sloot bevinden zich nog vele planten, waarvan de toppen hier en daar boven het oppervlak uitsteken. Ik zig-zag er met mijn jerkbait ondiep tussendoor, maar niet ver. In het rimpelloze water komt de aanval visueel prachtig door. Onmiddellijk zie ik dat het opnieuw minstens een dikke tachtiger is.

Echt sterk komt hij eenmaal gehaakt niet over. Traag met zijn kop heen en weer schuddend komt de vis dichterbij. Charly komt al aangesneld. Nog voor ik hem mijn camera kan overhandigen is daar opnieuw het rechtveren van mijn stok.

De kreet die nu weergalmd klinkt helemaal niet zo verrukt. Nu baal ik toch echt, wat is er toch aan de hand. Ik probeer het slechte gevoel wat weg te lachen door te poneren dat ik die twee kunstazen, die de vis maar niet vast willen houden, een strafnacht buiten in de vrieskou zal leggen.

Mijn vismaat grinnikt, en sust me door me opmerkzaam te maken dat ik tenminste toch nog beten krijg. Bij hem viel het al helemaal stil. “Misschien hang ik er toch ook eens mijn baby-buster aan”, oppert hij,” die doet het bij u toch prima”.

Het blijkt inderdaad het aas van het moment. Al snel krijgt hij op zijn oranje uitvoering een knaller erop. Door het weggevallende licht geeft het fluo-kleur een wat vreemd beeld op de foto.


Vreemd beeld in het avondlicht.


Bij Charly blijft het lukken, hij kan in de avond zijn totaal nog op vijf stuks brengen. Wij spelen dus gelijk vandaag, al heb ik meer centimeters gesprokkeld. Ik heb het gevoel dat weinigen het beter zullen gedaan hebben. Eenmaal terug in het café blijkt dit ook zo te zijn.

Een aantal clubgenoten geraakten zelfs niet aan één beet vandaag. Kurt’s voorsprong zal voldoende zijn om kampioen te blijven. De beste kon er slechts zes laten opmeten, op slechts zes aanbeten.


Hopelijk doen ze hierna beter hun best.


Was er maar bij mij wat minder vis van de haken geraakt, dan had ik hier nu glorieus gewonnen. Maar ja, als en maar. Niet voor niets klinkt hier het gezegde: “als mijn tante kl………… gehad, dan was het niet mijn tante, maar mijn nonkel”. Het zal wel voor de volgende keer zijn, hopelijk hebben mijn verleiders hun lesje na de koude nacht wel geleerd.