image description

Double hookup : ( Deel 2 )

Double hookup

Door: Bart Debaes

Ik weet dat het zelden leidt tot gemoedsrust als je de tweede hengel optuigt terwijl de eerste al aan het vissen is. Toch kan ik niet wachten. Het is al bijna 16.00uur, en de dagen zijn nog steeds erg kort hé. Ik richt me op, en wil een stap achteruit doen, als de pen wegduikt.

Niet langzaam weg, maar poef naar onder. Mijn hand grijpt naar het kurken handvat, en de aanslag wordt ingezet, maar eindigt in het luchtledige. Waw, dat was snel!!! Kan dat eigenlijk wel? De pellet is in ieder geval verdwenen, dus snel een nieuwe er aan. Na het inleggen wacht ik nu toch wat af, hengel in de hand, je weet maar nooit. De wind neemt mijn pennetje iets op sleeptouw, en daar ‘poeft’ het weer naar onder. De aanslag heeft hetzelfde resultaat.

De volgende inzet net hetzelfde. Hoe kan dit nou? Ik mis hier al 3 winterse beten in een kleine drie kwartier. Met de heersende 6°C kan het toch niet dat de karper zo los is? Zou dit gewoon voorn zijn die hongerig is? De pellets zijn zeker te groot voor deze vissen, toch om ze goed te kunnen verzwelgen. Maar veel voorn zit hier niet, daar zorgden aalscholverbezoekjes helaas voor. Bij de volgende inzet zakt mijn pen gelijk weg.

Ik hef nieuwsgierig op, maar voel niets. Op dezelfde plek laat ik weer zakken, weer gaat de pen onder, maar blijft onder staan. Hoe kan dit nu? Wat verderop staat de pen weer netjes. Er gaat me een lichtje op: de bodem moet hier wel erg fel verlopen. Na wat uitpeilen blijkt dit inderdaad zo te zijn.

Dichter tegen de kant is het een behoorlijk stuk dieper dan wat verderop. Meer zelfs, waar ik eerst viste blijkt een bergje te liggen. Telkens de pen wat verschoof vanwege de wind of stroming viel mijn pellet naast die berg, en gaf me weer een valse beet door. Stom van me dat ik dit uitpeilen niet eerder deed. Dit is een beginnersfout, ik ben wat boos op mezelf, tijdverlies vanwege zo een stomme fout.

In die put dichtbij moet het eten toch samenkomen voor de vissen, dus besluit ik dit plekje maar aan te vallen. Weer gaan een vijftal pellets daar te water, en het haakaas gaat er bij. Net als ik een foto neem van de stek, gaat de pen liggen.


Net nu gaat ze liggen

Ze blijft liggen, na een tijdje hef ik uit, maar er hangen alleen maar wat plantenresten aan de haak. Wat gebeurde nu????? Na de volgende inzet blijft het lange tijd actie-loos. Tijd om de andere hengel op te bouwen. Met zestien honderdste nylon, en een kleinere haak ga ik wat proberen te forceren, zodat ik toch nog een vis kan vangen. De uitspraak: “daarom heet het vissen en niet vangen”, is niet echt aan mij besteed.

Beide pennen liggen 2 meter uit elkaar. De linkse wordt traagjes wat mee gevoerd door de wind, als de rechtse plots tegen de wind in gaat. Het is een traag gebeuren, maar de afstand tussen beide pennen krimpt. Net als ik beslis om rechts aan te slaan, gaat de linkse ook onder. Beide handen grijpen naar beide hengels, en beide aanslagen leveren beide een kromme hengel op. Ai, wat nu; een hengelset met een centre-pin bedienen met één hand, is niet te doen.

Gelukkig heb ik beide spoelen juist vast, zodat ik het vieren van de lijn tijdens eventuele spurtjes onder controle zal hebben. Steeds hoger kan ik de hengels heffen, maar het valt me steeds meer op dat beide lijnen naar 1 punt leiden. Het zal toch niet………… Dan zie ik de flits van 1 vis in de diepte, met beide dobbers even hoog boven zijn kop. Dus toch waar, ik heb 1 karper vast aan beide hengels.

De vis duikt onder, maar moet zich verweren tegen een dubbele hengelkracht. De strijd is dus behoorlijk ongelijk. Lijn hoef ik niet te geven, de soepele glasvezelhengels geven voldoende speelruimte om de winterse runs te pareren. Beetje per beetje voel ik dat de vis buiten krachten geraakt. Maar euuuch, wat nu, hoe ga ik scheppen? Petrus, de beschermheilige van de vissers, komt me ter hulp. Hij zorgt er voor dat mijn Pateke Morton plots recht veert. De haak schoot om de één of andere reden los. Voilà, zo heb ik nu een hand vrij. Ik bedank voor de hulp van hierboven, en grijp al naar het schepnet.

Als ik dit onder water duw, krijg ik plots en klap op mijn rug. Blijkt dat mijn uitgestalde onthaakmat, die eerst nog stabiel in de wind bleef liggen door het gewicht van de schepnet, me laffelijk in de rug is aangevallen. Bijna had ik dat met een nat pak bekocht, omdat ik voorovergebogen stond, en de klap + de sterke wind me bijna ‘te’ ver deden voorover buigen. Gelukkig had ik deze mat ook aan een houten paaltje vastgemaakt met 1 van zijn hoekelastieken, anders kon ik ze nu zwemmend gaan ophalen aan de overkant van de sloot. Nog een aantal korte runs ben ik verwijderd van het schepmoment. Daarna mag mijn vangst samen met de ‘brothers in arms’ op de foto.


Brothers in arms

Na de adrenalinestoot van het moment, voel ik hoe ‘doorwaait’ mijn lichaam ondertussen is. Als ik meer haar nog op mijn pels had gehad, dan stonden die haren nu zeker helemaal recht. Ik heb me eigenlijk veel te dun aangekleed, het was maar effe voor een korte sessie, dacht ik, dus daar zou ik wel tegen kunnen. Mijn lijf hunkert nu wel naar de warme kachel. Mijn vissersbloed daarentegen, dat wil nog snel even aan de buis van de eerste stek een poging wagen.

In een iets opwarmende lichaamsoefening spurt ik naar die stek, vertraag er ruim voor om niet te stampen op de dichtbije oever, en voer nog een paar pellets bij. In omgekeerde zin gebeurd de terugtocht om het materiaal op te halen. Het blijkt naast de buis erg veel ondieper te zijn dan op de vorige visplaats. Hmm, niet direct een winterstek waarschijnlijk. De wind komt hier van rechts, en onbeschut is zijn afkoelingseffect op me groot. De hengels lijken me toe te roepen dat ze nog eens samen op foto willen. Net als ik de klik hoor, zie ik door het schermpje dat mijn pen in de lucht hangt?


Vliegende dobber?

Kort denk ik dat dit vanwege de wind is, maar dan zie ik ook de rechterhengeltop krom staan. De centre-pin geeft al goed lijn af als ik de hengel hef. De vis gaat er volle bak van door. Heel wat anders dan vorige exemplaren, de Pateke Morton wordt in een diepe curve gedwongen, lijn toegeven om de boel heel te houden is een must. Toch niet weer in het lijf gehaakt???? Een aantal stevige runs later, vang ik een eerste glimp op van de vis. De glimp is nogal zeeltkleurig; waw, dat zou een leuke winterse vangst zijn! De inschatting is echter verkeerd. Een schubkarper, model boerenkarper, blijkt de klos. Snel vereeuwigen en dan mag hij zijn ijskoude element weer in.


Digitaal vereeuwigd

Zelf ben ik blij dat ik dit koude element nu kan verlaten. Van binnen is er echter een warme gloed; ja aan de winterse karperdrang is nogmaals succesvol voldaan.

Bart Debaes