image description

Double hookup : ( Deel 1 )

Double hookup

Ik heb het elke winter wel weer een aantal keren: niettegenstaande het “on-karper-weer”, krijg ik toch de drang om deze krachtpatsers te gaan belagen. Vandaag is het al niet anders.

Na de regenbuien van deze ochtend trekt de wind aan, en daar het spreekwoord zegt: “wind op de kant, vis in de hand”, stuwt die vangdrang me nog meer naar het water. Die drang kreeg eigenlijk al een paar dagen de tijd om te groeien. Ik heb namelijk een heel oude reel opgekalfaterd. Als kleine jongen kreeg ik dit ding zo een 40 jaar geleden van een visser. De uitleg die er bij kwam was dat dit een snoekreel was.

Als ik de haspel overnam, ging er een waaaaww-gevoel door gans mijn lichaam. Toen hing het al behoorlijk in de roest, en van soepel draaien was niet veel sprake. Tegen de tijd dat ik daadwerkelijk ging snoeken, wist ik al dat er beter materiaal voor dat soort werk bestond. Nu en dan kwam ik de reel weer eens tegen, als ik op zoek ging in mijn materiaal om iets anders op te diepen. Daar ik nu en dan met de centre-pin aan de gang ben, schoot het idee me op een nacht door het hoofd, dat dit misschien wel een oerversie van dit soort reels kon betreffen.

Vroeger dan anders stond ik op, om onderaan de lade deze “blauw gedekselde” te gaan opdiepen. Het was de eerste keer dat ik de letters op het deksel grondig inspecteerde. Blijkt dat daar Arca op staat, maar ook made in France.


De blauw gedekselde

Bij navraag bij de mensen van Arca weten ze niet eens dat ze dit stukje materiaal ooit in hun gamma zitten hadden; “old skool” is hier dus wel op zijn plaats. Het vroeg wel wat werk om dit oude ding weer soepel te laten draaien, maar nu is dit gelukt, en toch zeker voldoende goed om er mee te gaan vissen. Een oude zwarte Gerry Savage snoekbaarshengel in glasvezel, mag de set vervolledigen.

Daar ik in deze wintertijd niet verwacht dat ik ‘teveel’ beet ga krijgen, lijkt het me best dat ik nog een tweede hengel mee neem. Ook deze hengel is old skool. Ook hiervoor ga ik weer terug naar mijn kindertijd. Als 13-jarige heb ik me heel vaak gaan vergapen aan het uitstalraam van de plaatselijke hengelsportzaak naar die prachtige bruine hengels die tegen het plafond hingen. “Echte hengels”, maar die zouden helaas nog jaren boven mijn budget liggen.

Als een mens ouder wordt, dikt ook zijn portefeuille aan, en daar kwam de heerlijke dag dat ik mij dat soort hengel kon aanschaffen. Een van de eerste was dit soort Pateke Morton “pike-perch”. Hij zou voor vele jaren mijn lievelingshengel worden. Ik ving er zowat elke soort vis op, zowel op het zoete als op zee. Van het diepe buigen ervan op een stevige vis, krijg ik nog vaak halve orgasmes. Tweedehands kocht ik me nu en dan een reserve, als de kans zich voordeed.

Een prima zaak bleek, want ooit maakte ik een rotmoment mee, toen ik 2 van deze hengels tegen de kofferauto had gezet, ze vergeten was, en vlot achteruit reed. Ze vielen om en lagen met hun midden netjes onder één van de achterwielen. Pas toen ook het voorwiel er over was gegaan zag ik ze in de modder door mijn voorruit liggen. Helemaal versplinterd in het midden van beide blanks, zowel top als achterdeel. Hun “lijken” liggen hier al meer dan 30 jaar in de kast, ik wil er geen afscheid van nemen. Gelukkig heb ik nog één tweedehandse in mijn bezit die me de wonden helpt helen. Hij mag vandaag mee samen met een modernere versie van de centre-pin-reel.


Hengelset twee

Aan het water gekomen spring ik snel uit de wagen, grote visdrang weet je wel, en ga eerst op 3 stekken voeren. De eerste stek ligt vlakbij, daar waar een buis in de sloot loopt. Tijdens het zomerse korstvissen is hier vaak veel karper te vinden, maar eigenlijk viste ik hier nog nooit tegen de bodem.

Een aantal donkerrode “Krill”-pellets van ‘Bait-Tech’ gaan hier te water. Ik bedenk dat ik de laatste paar jaren met niet erg veel anders meer de karpers heb belaagd. Deze pellets vangen zowat altijd en overal, is gebleken. Het is sterk hoe opvallend weinig van dit aas je van doen hebt om de vis te lokken. Ik vermoed dat in de lokaas industrie men erg ver is met de wetenschap van wat vissen graag lusten / lokt.


Stek 2 is een kuil die pal tegen de oever ligt, en die me al vaker in de winter goed vis opleverde. De derde stek zal ik echter het eerste aanpakken. Deze stek ligt in een bocht waar van zowel links als rechts de wind op blaast. De golven heffen elkaar op die manier, zo zal mijn pen gemakkelijker blijven liggen, en bovendien zit karper graag op de kant waar de wind op blaast, dus dit kan hier niet slecht zijn! Bovendien zit de wind dan in mijn rug en dat is altijd gemakkelijker te verdragen.


Wind vanaf de beide kanten

Tien – vijftien pellets per stek zijn voldoende. Het is namelijk niet de bedoeling om de karpers in wintermodus te verzadigen, enkel om ze te lokken. Snel terug naar de wagen om de rest van de spullen op te halen. Nu nog de hengels optuigen. Volledig in de “olds-kool-stijl” ga ik voor een stukje pauwveer als pen en achttien honderste nylon op de spoel. De haaksoort is eigenlijk ook een oude rot. Ik vis met dit model al vele, vele jaren tot mijn grote tevredenheid, en daar ze onlangs in de uitverkoop lagen in de hengelsportzaak, heb ik er een mooi voorraadje kunnen van inslaan, aan grabbelprijs.


Oldskool pen en haken

Met wat te recupereren bladlood stel ik de pen af. Mijn gok ivm de grootte van dit stukje lood was direct perfect, ervaring ermee kan wat doen hé. Een pellet gaat aan de haak met behulp van een baitband. Dit extra gewicht trekt de pen natuurlijk onder, maar zo is dit ideaal om af te stellen dat het aas precies op de bodem staat, staande haak dus in de taal van de vaste stokvissers. Na wat geschuif vind ik de juiste diepte. Zo die is al ‘aan het werk’.